‘Ik was een killer voor de CIA’, beweerde gewezen televisieproducer Chuck Barris in Confessions of a Dangerous Mind, zijn pseudo-autobiografie uit 1982. Charlie Kaufman maakte er een script van en niemand minder dan George Clooney verfilmde de nare droom van entertainment en spionage.

‘confessions of a dangerous mind’

(het regiedebuut van George Clooney) vanaf 19 maart in de bioscoop.

‘solaris’ (met Clooney) en ‘Far from heaven’ (geproduceerd door Clooney) nu in de bioscoop

Net als Milos Formans Man on the Moon (over Taxi-komiek Andy Kaufman) en Paul Schraders Auto Focus (over comedy-acteur Bob Crane) is Confessions of a Dangerous Mind een gestoorde studie van een televisie-icoon, en specifiek van de wijze waarop het anything goes van de jaren ’60 in de jaren ’70 plots in een afgrond van paranoia tuimelt. Echter, bij Confessions stond achter de camera zelf een icoon van de populaire beeldcultuur. Superster George Clooney nam geen vrede met een rol als producent van en/of acteur in enkele van Hollywoods meest afwijkende projecten van de laatste jaren. Onder de hoede van Miramax-baas Harvey Weinstein waagde hij zich aan de hattrick van producent, acteur én regisseur. Focus sprak met George Clooney over een film als een stijlfiguur, een elliptische, verhakkelde reis doorheen drie decennia Amerika, verbeeld en verklankt vanuit het gekwelde hoofd van een culturele hustler.

Dit was van bij het begin uw kind, want u heeft zich als acteur onmiddellijk aan Charlie Kaufmans script vastgeklonken.

George Clooney: Absoluut. Pas op, dit was nog voor Being John Malkovich was gedraaid. Kaufman was ons al bekend, zijn scripts circuleerden al een tijdje. Adaptation bijvoorbeeld is aardig lang in omloop geweest. Ik vond Confessions zo’n goed script dat ik een optie nam op de rol van CIA-agent Jim Byrd, enkel en alleen om Kaufman te helpen de film van de grond te krijgen. Het script zat vijf jaar lang bij Warner Bros., maar zij maakten geen aanstalten om er iets mee te doen. Het kwam weer vrij en uiteindelijk werd met een preproductie gestart: Brian Singer zou regisseren, Johnny Depp zou Chuck spelen en ik was dus Byrd. Maar toen moest ik met Ocean’s Eleven beginnen, een draaiperiode van zeven weken, en hop! de hele zaak viel weer uiteen. Het geld werd teruggetrokken, and that was it. Nu, op dat moment had ik er mijn buik van vol. Ik zei tot mezelf: “Kijk eens, deze film gaat gewoon nooit worden gemaakt. Hij heeft nu al 5 miljoen dollar in preproductiekosten tegen hem. Als hij ooit wordt gemaakt, dan zal dat enkel en alleen kunnen als ik hem nu van de straat raap en hem daadwerkelijk maak.” Dus belde ik Harvey (Weinstein) op en probeerde ik de film aan hem te verkopen, met een handig praatje: ik zei hem dat ik het kon doen voor minder geld dan om het even wie.

Was uw vertrouwdheid met de televisiecultuur een extra troef?

Clooney: Ik had inderdaad een stapje voor. Als er al ooit een film door mij zou worden gedraaid, dan was dit er toch een waarop ik een heldere kijk bezat. Ik ben verdorie groot geworden op game show sets. Mijn vader had een spelprogramma met de naam The Money Maze, een show met een reuzenlabyrint waarin mensen van hot naar her liepen, terwijl een of andere echtgenote voortdurend ‘ go left, go right!‘ stond te roepen. Ik was 12 toen we naar New York kwamen omdat mijn vader daar gastheer van de show moest worden. Algemeen beschouwd, wist ik dat ik een stapje voor had, zeker ook als het erop aankwam de valkuilen van de roem te kennen. Ik begreep verder beter dan wie ook dat de perceptie die iemand van zichzelf heeft verschillend is van de perceptie die anderen van hem hebben, en dat dit een verdraaid ontmoedigend iets kan zijn. Kortom, ik vond dat ik een behoorlijk uniek perspectief op de film had.

De casting van Sam Rockwell als Chuck Barris is perfect, maar lag niet voor de hand.

Clooney: De casting was over het algemeen erg makkelijk, behalve inderdaad voor Sam. Heel wat goede acteurs hadden zich met de tijd aan het script verbonden. Toen ik Drew (Barrymore) opbelde, was ze al helemaal met de rol van Penny bezig en ze deed er zelfs heel bezitterig over. Toen ik Julia (Roberts) belde, vroeg ze me meteen: “Bel je me over Patricia of over Penny?” Ik zei dat ik haar in de rol van Patricia wou, en ze stemde onmiddellijk in. Julia is een vriendin van me, en, geloof me vrij, ze zou nooit een rol aanvaarden omdat ze een vriendin van me is. Want ze weet dat mensen gebruik gaan maken van haar naam om de film te verkopen. Sam was een heel ander paar mouwen. Ik was net met hem aan het werken op Welcome to Collinwood toen ik me ook als regisseur van de film begon te engageren. Op een nacht gingen we uit en zag ik hem dansen. Hij is een ongelooflijke danser, zelfs een van de beste die ik ooit heb gezien. Hij was aan het dansen, deed er allerlei dingen bij. Mijn mond viel open en ik zei: “Wacht eens even. Mijn god, hij is fysiek perfect!” Ik weet nu dat hij een wonderbaarlijke acteur is. Hij heeft een eigenschap die niet veel acteurs hebben en die je niet kunt casten of regisseren: likeability, de gave die maakt dat je altijd sympathiek blijft. Zoals Nicholson dat heeft in Carnal Knowledge, of Michael Caine in Alfie, alhoewel het om personages gaat die niet echt fraaie zaken doen en nooit echt veranderen. Sam mocht in The Green Mile op Tom Hanks spuwen, maar desondanks bleef je hem aardig vinden. In Charlie’s Angels probeert hij Drew Barrymore te doden, maar nog steeds vind je hem sympathiek. In Galaxy Quest is hij een lafaard, maar je blijft hem best oké vinden. Het was niet makkelijk, met al die sterren die de rol wilden, om naar Harvey Weinstein te gaan en te zeggen: “Luister, Harvey, ik heb de kerel gevonden: het is Sam Rockwell.” Harveys reactie was navenant: een gedempt “Je-e-e-sus Christ-t-t…” Een tijd lang haatte hij zelfs het idee. Maar in alle eerlijkheid: hij heeft de film toch gemaakt. Meer nog, hij heeft de film met Sam gemaakt.

U had in 2002 met Steven Soderbergh ook een soort van New Deal voor Hollywood.

Clooney: Ja, we zeiden gewoon: we gaan dingen blijven doen met visie, met opinies, in tegenstelling tot dingen die er komen na beslissingen van allerlei comités die van alles de scherpe kanten afslaan. Kijk maar eens naar de films die nu spelen: ze missen scherpte, ruwe kantjes . Steven en ik hadden een afspraak dat we de zaak eens goed door elkaar zouden schudden. Het is alsof we een grote speeldoos in de schoot geworpen kregen. Nu, ze gaan die zo weer wegnemen, daar moeten we niet aan twijfelen. Een tijd lang echter gaan we vechten voor Todd Haynes en Far From Heaven, voor Christopher Nolan en Insomnia. We gaan vechten voor goeie films, en we gaan regisseurs en scripts proberen te beschermen. En wanneer ze het ons afnemen, zijn we weer weg. ( sarcastisch) Dan keren we terug, en ga ik bijvoorbeeld Batman VI doen.

Doet het pijn als het publiek het voor een film als ‘Solaris’ laat afweten?

Clooney: We dachten niet dat hij zo zou floppen. Wel dat hij mensen zou polariseren. We waren in elk geval blij dat hij grotendeels goede kritieken kreeg. Een prima zaak, want dat betekent dat filmmensen waarderen wat Steven doet. Want Solaris was echt Stevens baby, heel belangrijk voor hem. Nu, de film zal het in het buitenland, en dan vooral in Europa heel wat beter doen. Weet je, ik kan geen films doen en zitten piekeren over wat ze er aan de kassa zullen van terechtbrengen. De enige film die ik voor Solaris deed die geld verloor, was Out of Sight. En dat is verdomme misschien wel de beste film waarin ik heb gespeeld. Ik kan me daar dus geen zorgen over maken. Het enige dat ik kan doen, is me erbij neerleggen dat sommige mensen het maar niets zullen vinden, zeker als je probeert de grenzen te verleggen.

Maakt u dat onzeker of lijkt u dat eerder te sterken?

Clooney: Een beetje van beide, denk ik. Het doet pijn wanneer intelligente mensen niet echt achterovervallen van wat je hebt gemaakt. Maar daar staan dan andere meningen tegenover. Dit is een raar beestje, weet je. Het is kunst! En als het echt om kunst gaat, kun je moeilijk met mensen gaan twisten omdat ze er niet van houden. Kijk, de toptienen komen uit en ik snap het wel allemaal. Het is moeilijk ons te vergelijken met Chicago. Het gaat hier om zo verschillende films. En om nu te zeggen dat onze film beter is dan die van hen, eerlijk gezegd weet ik niet hoe ik dat kan verantwoorden. Maar kom, ik van mijn kant ben steeds op zoek naar mensen die bereid zijn hun nek uit te steken, en ik waardeer ze daarvoor. Dus moet ik mezelf ook een beetje krediet geven, denk ik. Ik doe dit namelijk voor niets. Ocean’s Eleven bracht me wat geld op, maar al de rest was nada. Dus heb ik zo’n gevoel van: “Als je me gaat aanpakken, besef dan dat je me aanpakt omdat ik probeer het juiste te doen…”

U weet dus goed wat u wilt.

Clooney: Ik ben heel zeker van mijn stuk over wat ik juist vind, ja. Wat grappig is, wat intelligent is enzovoort. Maar dat betekent natuurlijk niet dat ik ook echt juist ben. Toen ik aan het draaien was of aan het monteren, wist ik wat ik wou. We zijn ook daar geraakt waar we wilden geraken. Ik ben dan ook heel fier op de film. Maar een première? Als ik hem aan mensen moet laten zien?

De structuur van de film en zijn visuele opbouw vormen bijna een apart personage. Was Thomas Newton Sigel de gedroomde fotografieleider?

Clooney: Ja, natuurlijk, want Tom Sigel ( The Usual Suspects, Three Kings, X-Men, js) is een echt genie! We hebben het lang gehad over geheugen en herinnering. Mensen maken hun beeld van de geschiedenis, hun ‘herinnering’ door middel van film. Nu, ik liep hier nog niet echt rond in de jaren ’50, geloof het of niet, en dus verloopt mijn enige kennis van die era via Technicolor. En dan heb ik het niet over Technicolor zoals die oorspronkelijk werd gemaakt. Neen, het is de Technicolor die vervaagd is. We onderzochten oude Life Magazines of bestudeerden patronen van kleuren die vervagen vóór andere patronen. Zwart bleef behoorlijk donkerzwart, terwijl blauwen en groenen wegkwijnden. Daarna begonnen we acteurs, kostuums en sets in specifieke kleuren te steken, zodat we de kleuren konden desatureren, hen laten uitbloeden, zodat het effect een beetje dat van een ingekleurde Turner Classic Movie werd. Voor de scènes die in de sixties spelen, draaiden we met heel wat lensmanipulaties, zoals zooms en dergelijke. Als je de tv aanzet en je ziet zulke bewegingen in een western, weet je gewoon dat het 1966 is. Al die zaken helpen het geheugen, helpen de art direction en de kostumering. De jaren ’70 hebben we dan weer bijna helemaal uit de hand opgenomen, want dat decennium moest een wat ruwe feel hebben. Je voelde dus gewoon de aanwezigheid van de camera. Al het spionagegedoe namen we op alsof we The Spy Who Came In From The Cold aan het draaien waren. We wilden bewust de CIA romantiseren. En de interviews, die fotografeerden we aanvankelijk in infrarood. Krankzinnig, zeg ik je! Je belicht namelijk niet met infrarood, je warmt de zaak op! De eerste dagen van interviews waren helemaal verkeerd gedraaid. Tom en ik vroegen ons af wat we in hemelsnaam fout deden. Heel eenvoudig: de kamer was overal te heet, zodat alles wit werd. De hele film was wit, op dat éne oog na: Chucks oog! Maar dan bedachten we iets, een theorie voor de design van de film: van begin tot einde zou die de ontwikkeling van het land volgen. Vroeg in de film krijg je dus geen bloedige zaken te zien, want de fifties waren de ‘I like Ike’- fifties. Heel wat nare zaken waren toen bezig, maar het zat onder een dikke laag glans, was opgepoetst. Dan gingen we verder naar de sixties, als het ware in drugs gekleurd, naar de seksuele revolutie en de bevrijdingsbewegingen. Tot in het ontwaken van de jaren ’70, toen de zaken steeds onaangenamer werden en het boeltje echt pornografisch kon worden tegen de Reagan-jaren. Ons besef van de CIA, onze aandacht voor televisie, alles verliep min of meer volgens hetzelfde spoor.

Sommigen menen in uw film de invloed van Soderbergh en de broers Coen te zien. Inspireerden bepaalde regisseurs of films u ?

Clooney: Steven is zeker de man die de niet-lineaire vertelling beter dan wie ook opnieuw heeft ingevoerd. Ik denk dan aan de kunst die Nicolas Roeg bijvoorbeeld als geen ander beheerste. Joel en Ethan waren degenen die van de camera een personage maakten. De manier waarop Joel voor elk shot een storyboard maakt, heb ik zeker overgenomen. Ik gebruikte zelfs dezelfde storyboard artist, Jay Todd Ander- son, die overigens de derde vrijgezel in The Dating Game speelt (naast Brad Pitt en Matt Damon). Belangrijker is echter dat ik vooral op Mike Nichols en Alan Pakula focuste. Heel wat geluidstechnieken haalde ik dan weer uit All That Jazz, de manier waarop je klank naar buiten brengt alsof het alleen maar te horen valt vanuit het hoofd van een personage. Enorm fascinerend allemaal.

Hoe is trouwens de nieuwe Coen Bros., ‘Intolerable Cruelty’?

Clooney: It’s wild… Ik heb ‘m nog niet gezien, maar ik doe het in mijn broek voor die film. Het ging allemaal zo ver, weet je, het was allemaal zo groot. We deden dingen die O Brother, Where Art Thou? even minimaal als Kafka doen lijken. It’s gigantic! Op een bepaald moment keek ik naar Joel met zo’n blik van: ‘Zit ik hier in de shit, of wat? Ik bedoel maar: is dit té?’ En hij die dan droogjes antwoordt: ‘Nee, doe maar voort.’ Jongens, ben ik benieuwd hoe dat gaat aflopen.

Door Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content