‘IK BEN GEEN DIVA, DARLING’

Róisín Murphy is terug, en dat zult u geweten hebben. Haar status van ‘ex-Moloko’ heeft de Ierse al geruime tijd afgeschud – dankzij twee enthousiast onthaalde soloalbums, een solide livereputatie en een extravagant karakter dat zich niet enkel in de muziek laat gelden. Hairless Toys heet haar nieuwste worp. ‘It’s not fucking Lego, mate!’

Na haar tweede soloplaat, Overpowered (2007), bleef het lang stil rond de nu 41-jarige Murphy, een sabbatical die ze gebruikte om twee koters op de wereld te zetten en die ze af en toe onderbrak voor een vocale gastrol links en rechts. Vorig jaar kwam er langzaam weer beweging in het kamp Murphy, onder meer met Leviathan, een single met Freeform Five op Eskimo Recordings, gevolgd door Mi senti, een zes tracks tellende ep met covers van Italiaanse popliedjes. Come è successo, signora Murphy?

RÓISÍN MURPHY: Mijn lief Sebastiano Properzi is een Italiaan en een muziekproducer. Ik word dus vaak omringd door Italiaanse muziek, vooral sinds Sebastiano er een missie van gemaakt heeft om de muziek uit zijn jeugd te herwaarderen. Zo schalde op een dag Non credere van Mina door de woonkamer, een song die zijn oom geschreven heeft, eind jaren zestig. Ik kende de muziek van Mina wel, maar toen ik Non credere nadien op YouTube opsnorde, zag ik haar voor het eerst bezig. Ik was op slag tot over mijn oren verliefd. Terwijl Sebastiano het huis uit was, schreef ik de hele tekst fonetisch uit. Toen hij ’s avonds terugkwam, betrapte hij me terwijl ik het liedje zat mee te zingen, met één oog op mijn blad papier en het ander op YouTube, in een poging Mina’s lippen te lezen. (lacht)

Wat dacht hij? ‘Is ze nu helemaal zot geworden?’

MURPHY: Zo keek hij me in elk geval aan, ja. ‘Waar ben je in godsnaam mee bezig en waarom?’ was zijn vraag. En ik, als een beteuterd schaap: ‘Ik weet het niet goed, maar waarom het niet eens proberen?’

Als Italiaans je moedertaal niet is, lijkt het me een heel moeilijke taal om te zingen zonder dat het pastiche of over the top wordt.

MURPHY: Heel moeilijk. Bovendien lagen de meeste van de songs die we kozen net buiten mijn bereik. Zelfs in het Engels zou het moeilijk geweest zijn. Het zijn best complexe songs, hoor, op die ep én op het nieuwe album. Zeker in vergelijking met de doorsneepopmuziek van vandaag. It’s not fucking Lego, mate, het zijn ouderwetse songs zoals ze die aan de piano schreven in 1967, met een flow en een energie die een landschap vormen in plaats van een woningblok. Want zo klinkt moderne muziek te vaak, inclusief sommige muziek die ikzelf vroeger maakte.

Ik noteer: de Italiaanse sixtiespop heeft je comeback geïnspireerd.

MURPHY: Door die Italiaanse ep te maken, zag ik in dat de tijd was aangebroken om een nieuwe plaat te maken, ja. Eddie Stevens, die al jaren mijn muzikale rechterhand is, was ook de ideale producer voor een project als dit. Hij is een echte muzikant, die meer kan dan enkel wat elektronische shenans. Ik wilde opnieuw muziek maken waarbij het iets langer dan normaal duurt om te begrijpen waarom je ze goed vindt.

Het organische gevoel op Hairless Toys, met al zijn sexy kronkels en krullende bochten, herinnert me aan Ruby Blue, je tien jaar oude solodebuut. Hoor je zelf die verwantschap?

MURPHY: Niet meer of minder dan ik verwantschap hoor met Do You Like My Tight Sweater? (1995), het debuutalbum van Moloko. Misschien komt dat omdat ik al een tijd geen plaat meer gemaakt heb. Want toen we met Moloko begonnen, waren Mark Brydon en ik een koppel, werkten we aan iets unieks in onze ministudio in Sheffield, geïsoleerd, ver van de muziekwereld, zonder platencontract. En ook deze keer heb ik samengewerkt met iemand met wie ik heel close ben, geïsoleerd, zonder bemoeienissen van een platenlabel. Het voelt als een nieuwe start voor mij, een nieuw nulpunt.

Betekende Ruby Blue dan ook geen nieuwe start?

MURPHY: Ja, uiteraard wel. En ik hoor heus wel de parallellen waar je het over hebt – jij en alle anderen die me er al op wezen. Maar ik kan de werkwijze van Matthew Herbert (producer van Ruby Blue, nvdr.) onmogelijk met die van iemand anders vergelijken. Hij volgt heel strikte codes en principes, alles wat hij maakt, heeft een ingebouwde integriteit. De vocalen, bijvoorbeeld, daar mocht ik niet te hard op werken. Zo wilde hij absoluut vermijden dat we te ver gingen, voorbij het punt dat je de essentie verliest.

Matthew ontfermt zich op een zeer vaderlijke manier over de artiesten met wie hij samenwerkt. Kijk maar naar Jamie Lidell. Die zou niet de artiest zijn die hij vandaag is zonder zijn werk met Matthew. Ook ik kon toen wel een sterke arm om me heen gebruiken, want het einde van Moloko was een extreem beangstigende periode. Ik ben altijd iemand met kloten aan haar lijf geweest, ik heb niet snel schrik, maar toen Moloko op de klippen liep, zat ik met de daver. Ik had al die muziek met mijn vriendje gemaakt, in onze kleine bubbel, en ik had geen enkel idee of ik het op een andere manier kon. Pas toen Matthew en ik aan onze reis bezig waren, namen mijn angsten af, en uiteindelijk bleek Ruby Blue de absolute perfectie. Op dat moment toch.

Terug naar het heden: in Exploitation zing je ‘Who is exploiting who? / Never underestimate creative people, and the depths that they will go’. Je hebt al lang geen album meer gemaakt, maar de voorbije jaren draafde je wel regelmatig als gastzangeres op bij andere artiesten. Komt daar de inspiratie vandaan?

MURPHY:Darling, serieus. Zie ik eruit als iemand die je makkelijk kunt uitbuiten? That’s a sexy song, that’s just what it is. Akkoord, er zit een mini-onderstroompje in de song over het misbruik en de uitbuiting die schering en inslag zijn in onze wereld, ook als het over creativiteit gaat. Maar eigenlijk gaat het vooral over seks en fun, over rollenspellen en zo.

Ik dacht dat Evil Eyes het seksnummer op deze plaat was.

MURPHY: Neen, Evil Eyes gaat over de kracht van fantasie en visualisering. It’s about wishing things into existence.

Toepasselijk, want er zit een flinke geut Grace Jones in die track.

MURPHY: Je bent niet de eerste die dat zegt. Grace Jones zien optreden was dan ook de meest invloedrijke gebeurtenis in mijn hele leven. Ze is de enige die ik ooit heb nageaapt, ik zal het zo zeggen. Grace Jones is buitenaards. Met een trap, één lamp en een accordeon op het podium bereikt ze meer dan het arsenaal vuurwerk, explosies en lasers dat sommige artiesten laten aanslepen voor een liveshow. Ze is een meester in dynamiek.

Jones is ondertussen de zestig al een eind voorbij, maar haar liveshows zijn nog altijd de moeite waard. Waar zie jij jezelf…

MURPHY:(onderbreekt) Ik wil er zelfs niet over nadenken, darling! Als ik op die leeftijd nog optreed, zal het waarschijnlijk met een looprekje zijn, als een échte zestigplusser. (lacht)

Een diva met een looprek, dat gaat toch niet! Of zweer je het bestaan van discodiva af?

MURPHY: Pardon? Ik heb pas de single Jealousy uitgebracht, meer discodiva kan haast niet! Heb je die nog niet gehoord of zo? Or are you on drugs or what?(denkt na) Ik ben eigenlijk niet zeker of ik wel een diva ben. Misschien ben ik iets te pragmatisch om een echte diva te zijn. Ik pas me nogal snel aan, naargelang de situatie. Mij zul je nooit horen zeggen: ‘Ik wil nú Timbaland aan de telefoon!’ of ‘Ga Pharrell Williams halen of ik kan geen plaat maken!’

Oké, ik snap het. Je bent geen Madonna.

MURPHY: Och, jong, Madonna zou willen dat ze mij is. (schatert) Neen, ik ben geen diva, darling.

People living in glass houses shouldn’t throw stones, luidt het gezegde. Jij geeft er een persoonlijke draai aan in House of Glass.

MURPHY:‘People from broken homes never throw stones’, inderdaad. Komt vrijwel op hetzelfde neer. Mensen die uit een destructieve familie komen, gaan niet zo snel anderen veroordelen, perfectie is niet meteen aan ze besteed. Je kunt veel kracht halen uit je omgeving uiteen zien vallen en je ouders als mensen van vlees en bloed met al hun gebreken zien. Ik weet waarover ik spreek.

‘I need transparancy’, zing je ook.

MURPHY: Neen, dat is niet wat ik zing. Het is ietsje poëtischer dan dat. Shit, ik kan me het nu even niet herinneren. Maar goed, House of Glass is een autobiografisch nummer over een heel specifieke periode in mijn leven. Ik deelde toen samen met twee andere meisjes een huis in Sheffield en we noemden onszelf de glasshouse girls. We gaven er constant feestjes, de deur stond altijd open, iedereen wandelde er vrij binnen en buiten. Het was een heel sociaal, transparant leven, altijd op stap, van de ene nachtclub naar de andere. Een fragiele maar heel mooie tijd, die natuurlijk niet eeuwig bleef duren.

Van glasshouse girl naar ongenode gast, zoals je beschrijft in het jazzy Uninvited Guest: ‘Even when I’m in my best / I’m an uninvited guest.’

MURPHY: Het is toch waar, zeker? Ik ben altijd en overal de vreemde eend in de bijt, altijd degene die vier sterren krijgt in reviews, nooit de volle vijf sterren. (lacht) Wat moet een mens eigenlijk doen om vijf fucking sterren te krijgen? Jij bent de muziekjournalist, vertel het me.

Een uitzonderlijk goede plaat maken.

MURPHY: Welke plaat heb je recent vijf sterren gegeven?

Die van Kendrick Lamar.

MURPHY: Ja, natuurlijk, had ik het niet gedacht! Zijn zwart-zijn heeft je tot een extra ster geïntimideerd, geef het maar toe. (lacht) Echt, ik las een review van die plaat in The Guardian en ik werd er kotsmisselijk van. Ze hadden er evengoed ‘white man frightened of black man’ boven kunnen zetten, pure kontlikkerij was het. Je kunt Hairless Toys maar beter vijf sterren geven, anders noteer ik je naam in het zwarte boek en praat ik nooit meer met je.

Je krijgt alvast een extra punt voor de uiterst bizarre titel.

MURPHY: Goed. Ik zie Sophie Ellis-Bextor of Kylie Minogue niet meteen een album uitbrengen dat Hairless Toys heet. Ha!

Of Madonna. Hoe ben je trouwens op die titel gekomen?

MURPHY: Per ongeluk, zoals dat gaat. Eddie was alleen aan het werk in de studio en hij moest een titel voor een track bedenken. Hij hoorde me ergens ‘hairless toys’ zingen, terwijl het in werkelijkheid ‘careless talk’ was. Toen ik die titel op zijn computer zag staan, wist ik meteen dat het de naam van de plaat moest worden. It was the best fucking thing I’d heard in my life.

HAIRLESS TOYS

Uit op 8/5 via PIAS. Het concert van Róisín Murphy op 23/5 in de AB is uitverkocht.

DOOR JONAS BOEL

Róisín Murphy ‘HAIRLESS TOYS HEEFT OUDERWETSE SONGS, MET EEN FLOW EN EEN ENERGIE DIE EEN LANDSCHAP VORMEN IN PLAATS VAN EEN WONINGBLOK. WANT ZO KLINKT MODERNE MUZIEK TE VAAK, OOK SOMMIGE MUZIEK DIE IKZELF HEB GEMAAKT.’

Róisín Murphy ‘IK BEN ALTIJD DE VREEMDE EEND IN DE BIJT, ALTIJD DEGENE DIE VIER STERREN KRIJGT IN REVIEWS, NOOIT DE VOLLE VIJF STERREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content