Bekende Britbands die van controverse en buitensporigheid een act maken, zijn er genoeg. Geen van hen kan echter tippen aan Placebo, het bizarre collectief rond zanger Brian Molko. ‘Wij zijn meesters in waanzin.’

‘SLEEPING WITH GHOSTS’

Uit op 24/3 bij Virgin

Nadat ze met Nancy Boy hun eerste hit hadden gescoord, lieten de bandleden van Placebo zich goed gaan, met zoveel drugs en seksuele uitspattingen dat ze later zelf konden verklaren dat ze ‘een spoor van bloed en sperma’ nalieten op het eiland. Hun muzikale kwakje raakten ze kwijt op vier excentrieke albums: Placebo, Without You I’m Nothing, Black Market Music en nu Sleeping With Ghosts, met de vinnige single The Bitter End als verkenner. Op de nieuwe plaat croont een bezielde Brian Molko vol wanhoop, of smoort hij zijn duistere passies, angsten en relatietwijfels achter een batterij versterkers.

L’enfer, c’est les interviews. De ritmesectie van de band zal er het hele gesprek wat verweesd bij zitten. De boomlange, pezige bassist Stefan Olsdal taxeert je aan één stuk door met een griezelig strakke blik. Olsdals Zweedse roots dwingen hem immers tot een flegma dat het vriespunt bereikt. Brian Molko heeft wél plezier in praten. Getuige daarvan zijn hoogst aanstekelijke lach: een grappig nasaal geluid dat het midden houdt tussen een metaalboor en een neurotische eend. Zijn plezier kan niet op als het gespreksonderwerp ‘ het mentale rariteitenkabinet Molko’is. De frontman is minstens even introspectief als zijn songteksten.

In vergelijking met de vorige albums lijkt ‘Sleeping With Ghosts’ een soort ‘closure’: je sluit bepaalde deuren. Maar de paranoia blijft.

Brian Molko: Er is de gedachte van opnieuw beginnen terwijl je in de achteruitkijkspiegel kijkt, maar sommige nummers zijn eerder een noodkreet. Protect Me From What I Want bijvoorbeeld: waarom wordt iemand keer op keer aangezogen door destructieve relaties? Sommige songs op Sleeping With Ghosts zijn echt persoonlijke duiveluitdrijvingen. Het voorbije decennium heeft me vaak emotioneel murw en gekneusd achtergelaten – ik zoek nog steeds uit waar het misliep.

Als ik mag helpen: te weinig slaap en te veel excessen?

Molko: Wellthat’s kinda true.(lacht) Onze uitspattingen hadden er wel iets mee te maken. Het was een hectische periode – wij verdienen minstens een meestergraad in het omgaan met die waanzin! Maar er komt hoe dan ook een moment waarop alle chaos je boven het hoofd groeit. Het was niet enkel drugs en seks; het is onvoorstelbaar hoe gedesintegreerd je raakt on the road, en dan lijk je nergens meer normaal op te kunnen reageren . De sleur van een tournee zorgt gemakkelijk voor een geestelijke dood, en je raakt overdreven emotioneel.

Op je achtste werd je door een auto aangereden op straat. Die leeftijd kan fundamenteel zijn voor je verdere leven. Kwam je fascinatie voor de dood door dat ongeval?

Molko: Eerlijk gezegd heb ik daar nooit bij stilgestaan. (denkt na) Je zou weleens gelijk kunnen hebben, want dat ongeval moet ik onbewust verdrongen hebben. Ik was zo stom om voor een dubbeldekkerbus over te steken en werd door een wagen geraakt. Niets gebroken, maar ik was wel behoorlijk geschaafd aan mijn zijkant. Vreemd genoeg herinner ik me wel het moment dat de wagen me raakte: ik had het gevoel in een zandstorm te zitten. Misschien moet ik maar eens de tijd nemen om na te denken over de impact van dat ongeluk. Er zijn mensen die soms vragen of ik ooit een bijnadoodervaring had. Maar zelfs in mijn heftigste momenten heb ik mezelf nooit vier meter boven de grond zien zweven of door een tunnel naar het licht zien gaan. (lacht) Die doodsfascinatie heeft veel te maken met mijn religieuze opvoeding. In de katholieke wereld worden zondebesef en dood zwaar in je hoofd geprent. En daarbij is het een romantische traditie die bepaalde groepen in stand houden: wijzelf, The Cure, Depeche Mode, of PJ Harvey.

Je noemt de bijbel een van je belangrijkste inspiratiebronnen. Qua homohaat kan dat boekanders wel tellen.

Molko: Absoluut: het is arrogant, seksistisch, fascistisch en homofoob. En veel verhalen leggen enkel een sociale controle op. Aan de andere kant bevat het boek een schat aan krankzinnige vertelsels, die bol staan van incest, bloederige moorden, waanzinnige personages en een wraaklustige God. Dat maakt het fantastische literatuur. Nick Cave, Polly Harvey of zelfs Frank Black in The Pixies gebruikten allemaal bijbelse beelden omdat het een grote invloed had op ons leven. Ik laat me echter niet meer leiden door die katholieke invloeden. Sommigen blijven steken in zo’n overtuiging, dan wordt het pas gevaarlijk. (lacht)

David Bowie zong mee met ‘Without You I’m Nothing’ en ’20th Century Boy’. In die traditie zou Morrissey een geweldig ‘Sleeping with Ghosts’moeten brengen.

Molko: In een duet? (grijnst) Wees vrij om het aan hem voor te stellen, ik ben méér dan geïnteresseerd. Zo kunnen we onze schuld inlossen voor het spelen van Bigmouth Strikes Again op concerten. We organiseren trouwens een competitie voor de best gecoverde Placebo-song: fans mogen de cover opsturen en de beste belandt op een B-kantje. Fans mogen ook remixes opsturen; we willen ze meer en meer toelaten in onze luchtbel.

Jullie hadden een cameo in ‘Velvet Goldmine’. Bowie háát die film. Zit je daarmee in je maag? Hij is niet enkel jullie goeroe, maar ook een vriend.

Molko: We hebben er weleens met hem over gesproken, maar zijn probleem met de film is niet zozeer het scenario; hij was meer van streek omdat hij er in de film uitzag als Ted Danson. (lacht) Hij heeft het ons nooit kwalijk genomen of aangewreven, maar we beginnen er toch beter geen gesprek over. David heeft nu zijn eigen film in het verlengde van Velvet Goldmine, waarin hij zijn visie op de glamrock geeft. Ik wil misschien nog acteren, maar er wordt ons niets goeds voorgesteld – de laatste rol die ze ons collectief aanboden, was als Judas Priest.

Stefan Olsdal:(droog)Another box office smash (Todd Haynes’ Velvet Goldmine werd vrij lauw onthaald, gva).

Molko: Ik heb mijn handen nu vol met de groep en als een aanbod geen uitdaging is, laat ik het maar voor wat het is. Ik voel me wel wat roestig wat acteren betreft. Wat me meer zou boeien, is filmscores verzorgen, maar ik heb me laten vertellen dat dat een nachtmerrie is. Iedereen die van dichtbij of veraf bij de film betrokken is, wil zijn zegje doen, of volledige inspraak hebben in de muziek. Wij hebben een grote bufferzone nodig. En weed. (lacht)

Fred Durst van Limp Bizkit kan je bloed drinken, en een hotelreceptionist richtte zijn geweer op je toen je hem wilde knuffelen. Zó gevaarlijk zie je er niet uit.

Molko:(lacht) Je hebt me nog niet gezien na een fles wodka! Ik ben een nachtmerrie, dat zal mijn entourage graag bevestigen. Dat hotelincident was in Zwitserland. Ik vrees dat ik het die receptionist niet kwalijk kan nemen. Als iemand opgefokt over de balie springt en zijn armen uitsteekt naar je, met pupillen als bowlingballen, zou je misschien niet echt vermoeden dat die, euh, ‘zijn liefde wil tonen’. En wat dat beruchte Fred Durst-incident betreft (snuift): er was nooit een fysieke confrontatie; het hele geval is door hém uitgelokt en opgeblazen. Zijn aanstellerij was een van de lafste streken ooit. Fred heeft twee gezichten. Toen hij in 1996 op Pinkpop stond, kwam hij op een bepaald moment naar ons en zei dat hij de baslijn in Bionic heel goed vond. Toen we echter naar onze kleedkamer gingen, hoorden we hem het publiek opjutten om zo luid mogelijk ‘Placebo sucks’ te schreeuwen. Ik geloof dat we uit zijn gratie zijn gevallen toen hij van dichtbij zag dat we eyeliner droegen.

Veel artiesten dragen make-up of opzichtige outfits, maar dan enkel op het podium. Bij jou is het tenminste geen podiumfoefje.

Molko: Ik draag make-up om dezelfde reden als een vrouw: ik vind dat ik er op die manier mooier uitzie. Als ik niet herkend wil worden, draag ik een hoed of scheer ik me een paar dagen niet. Die make-up is een deel van mezelf; ik ben me ervan bewust dat ik op die manier herkend word, maar dat is oké. (uitdagend) Waarom vraag je dat? Vind je het niet goed misschien?

Ik ben geen expert maar het, euh, doet je ogen beter uitkomen?

(drummer Steve maakt kusgeluidjes in mijn richting)

Molko: Ik werk dan ook met een bijzonder goede make-up artist. Samen beslissen we wat het best past bij me. No kidding, daar kruipt toch behoorlijk wat tijd in.

Je verschijning zorgde voor een legertje ‘Molklonen’ dat zich hetzelfde kleedt en opmaakt. Vleit het je als een Koen Buysse je imiteert?

Molko: Hij is cool en Zornik ook. Ik vind dat ik niet in de positie zit om wie dan ook te bekritiseren. (fijntjes)I just have to be polite and kind. Ik hou meestal wel een gezonde afstand van de diehardfans die zich helemaal gedragen zoals ik. Je moet oppassen voor mensen die zich helemaal verliezen in iemand anders. Vooral als je zelf die persoon bent.

Jij beweerde jezelf te herkennen in Holden Caulfield uit ‘Catcher in the Rye’. Caulfield is een tragische slappeling. Wat zegt dat over Brian Molko, de beroemde artiest?

Molko: Oh God, ik wou dat ik dat nooit had gezegd. Dat moet een van de idiootste antwoorden zijn ooit in een interview. Ik kon ter plekke niets bedenken toen ze me vroegen in welk boekenpersonage ik me kon vinden. Alle namen die in mijn hoofd schoten wilde ik niet zeggen, want ik zou er als een arrogante narcist uitkomen. Toen die naam over mijn lippen kwam, dacht ik al dat ik me compleet aanstelde. Stel me nu het best niet dezelfde vraag of ik antwoord misschien…

… de bultenaar van Notre-Dame?

Molko:(lacht) Ik wou eigenlijk de Grenouille zeggen (de geurloze verstoteling Jean-Baptiste de Grenouille uit Het Parfum van Patrick Süskind, gva). Nee, laat me duidelijk zijn: ik herken mezelf in GEEN ENKEL literair personage.

‘Nature Boy’ van Nat King Cole en ‘Ne Me Quitte Pas’ van Jacques Brel noemde je de mooiste songs om mee te huilen. Welke Placebo-nummers liggen het gevoeligst bij anderen?

Molko: Ik weet niet of onze muziek dezelfde invloed heeft op anderen. Hopelijk wel, want het hoofddoel van muziek is toch net om een gevoelige snaar raken. Jacques Brel kan me nog steeds doen janken. Nature Boy is ondertussen van de troon gestoten door Do You Realise van The Flaming Lips. Gewoon al om die regel ‘Do you realise that everyone you know someday will die’: een zin die al een eeuw lang zat te wachten om gezongen te worden. Nu dat het geval is, lijkt het zo vanzelfsprekend. Niet dus.

‘Taste in Men’ speelde je ooit eens in een opgewekte jazzy versie met trompet en piano. Het klonk er niet minder sinister om. Catchy Placebo blijft gitzwarte Placebo?

Molko: Als de muziek je bij je nekvel pakt: goéd! Dat betekent dat we niet nutteloos zijn in de muziekwereld. Die versie speelden we in een café in Parijs, en het werd op tv uitgezonden. We hebben die jazzy interpretatie lang niet meer laten horen. Jammer, het was echt speciaal om zoiets te proberen. Wij hebben een andere band met onze songs dan de luisteraar omdat we ons bewuster zijn van de opbouw, van het skelet dat we construeerden. We spelen nu ook een andere versie van Sleeping With Ghosts, en een cabaretversie van Plasticine. Covers spelen van eigen songs is verfrissend: genres mengen amuseert ons. We balanceren het liefst van al tussen hartverscheurend en onweerstaanbaar grappig. Noem het maar ‘het Placebo-patroon’.

Door Gunter Van Assche

‘Het voorbije decennium heeft me vaak emotioneel murw en gekneusd achtergelaten – ik zoek nog steeds uit waar het misliep.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content