Volgend jaar hangt Steven Soderbergh zijn filmcamera voor onbepaalde tijd aan de wilgen. In de vlucht dient hij maar liefst een kwartet films op – te beginnen met de actiedreun Haywire. ‘Ik kan het mezelf niet aandoen telkens dezelfde film te maken.’

Vrouwen blijven ’s werelds grootste muzen, vraag maar aan Steven Soderbergh, de man achter Erin Brockovich, Traffic en Ocean’s Eleven. Met The Girlfriend Experience schreef hij in 2009 al een film speciaal voor pornoster Sasha Grey, een lowbudgetdrama dat niet toevallig rond een escortmeisje draaide. Toen hij nadien zonder werk kwam te zitten – net ontslagen als regisseur van Moneyball en teruggefloten voor zijn film naar The Man from U.N.C.L. E – kwam hij op een avond zappend bij Strikeforce uit, een programma rond mixed martial arts. Eén vechtster sprong in het oog: Gina Carano, een kooivechtster met fraaie looks en zowat het gezicht van de MMA. Soderbergh riep de hulp in van scenarist Lem Dobbs, met wie hij Kafka en The Limey maakte, en zo ontstond Haywire, een film over een agente die bij een private beveiligingsfirma werkt en ontdekt dat ze zelf het doelwit van een eliminatie is – mét Gina Carano in de hoofdrol. ‘Als talentscout Mike Ovitz kon beslissen dat Steven Seagal een plaats in de cinema verdiende, waarom zou ik Gina dan geen rol mogen geven?’, klinkt Soderbergh overtuigd.

Wist je zeker dat Gina Carano kon acteren?

STEVEN SODERBERGH: De truc met niet-professionele acteurs is om omgekeerd tewerk te gaan: je bouwt je film rond hun troeven op. Actiefilms met vrouwelijke hoofdpersonages deden in het verleden steevast een beroep op echte actrices die moesten trainen om het publiek ervan te overtuigen dat ze kunnen vechten. Ik vond dat het tijd werd om iets met een echte vechter en haar talenten te doen. De rest pas je aan. Ik heb aan Lem Dobbs gevraagd om Gina’s rol te schrijven alsof ze Clint Eastwood was. Ze mocht niet veel te zeggen hebben, en als ze iets zei, moest het heel direct zijn. Haar personage legt niets uit en verontschuldigt zich niet. Ze is heel eenvoudig.

De meeste actiefilms drijven het tempo van de knokscènes op met een snelle montage. Jij houdt in ‘Haywire’ net vast aan lange takes. Waarom?

SODERBERGH: Als ik over een scène nadenk, vraag ik me niet af hoeveel shots ik nodig heb om hem te doen werken, maar wel hoe ik zo weinig mogelijk kan ingrijpen. Dat doe ik eerst en vooral om de duidelijkheid: ik vind het enorm belangrijk dat de kijker altijd precies weet wat er op het scherm gaande is. Bovendien had ik voor Haywire de luxe dat ik werkte met iemand die perfect in staat is om die vechtscènes uit te voeren. Ik hoefde dus niet vals te spelen of dingen te verbergen. Het was meer een kwestie van Gina en haar tegenspeler te volgen en op de gepaste manier te reageren. Eigenlijk is deze film bijna een gestileerde documentaire.

Vind je het onfair dat mensen ‘Haywire’ als een vingeroefening afdoen?

SODERBERGH: Ik heb er zeker geen probleem mee als de film ‘un divertissement’ genoemd wordt, of wat de Franse term ook is. Hij is bedoeld als ontspannende fun. Iedereen uit het vak weet dat dit soort cinema evenveel moeite vergt als zogenaamd ernstige films. Eerlijk: hoe ouder ik word, hoe liever ik me bezighou met iets waaraan ik plezier beleef. Zelfs Contagion, toch over een ernstig onderwerp, heb ik zo veel mogelijk als een horrorthriller aangepakt. Ik had daar qua stijl, muziek en montage veel keuzes kunnen maken die de film schijnbaar meer gewicht hadden gegeven – meer zoals klassiek Oscarvoer. De waarheid is dat ik de ‘belangrijke cinema’ beu word. Films zijn over het algemeen trouwens te lang. (Lachje) Daarom heb ik uit Contagion een uur weggeknipt.

Doe je nu niet een beetje cynisch?

SODERBERGH: Nee, ik vind mensen die met opzet iets belangrijks willen maken net cynisch. Een van de redenen waarom plezierige cinema als Haywire of The Informant! me momenteel meer aantrekt, is net dat ik me niet langer schuldig wil maken aan dat soort manipulatie of die zelfbewuste aanpak. Het doet me goed om puur voor de fun te kiezen.

Als een film als ‘Haywire’ fun is, waarom vergt hij dan evenveel inspanning als pakweg ‘Che’?

SODERBERGH: Omdat je werk in wezen hetzelfde is. Een film maken, bestaat uit het oplossen van een reeks problemen. Voor je eraan begint, kies je de inhoud van het verhaal en de visuele grammatica. De rest is problemen oplossen. Probleem nummer één: ’s ochtends beslissen wat het eerste shot wordt. Elk shot bestaat op zich óók weer uit een reeks problemen die je moet oplossen. Zo ga je van het ene shot naar het volgende. Daar geniet ik enorm van. Je doet een beroep op je ervaring, op alles wat je ooit gezien hebt en je probeert om voorbij de hindernis te geraken die op je weg ligt. Cinema is de beste videogame ter wereld. (Lacht) Je zit in een driedimensionale ruimte met echte mensen met echte opinies en gevoelens en je tracht het volgende level te bereiken.

Is je job lastiger aan het roer van een groot studioproject?

SODERBERGH: Nee. Er is geen verschil tussen een Ocean’s-film en The Girlfriend Experience, toch niet wat het draaien zelf betreft. Het soort script maakt evenmin uit. Soms draai je iets zoals het geschreven is, soms gaat het om gecontroleerde improvisatie zoals bij The Girlfriend Experience of Bubble. Dan moet je meer volgen dan leiden.

Bij een studioproject kijken er toch meer mensen op je vingers. Maakt die druk geen verschil?

SODERBERGH: Die druk is nooit groter dan de druk die ik mezelf opleg. Mijn eigen verwachtingen en eisen liggen altijd hoger dan die van de studio die de cheque uitschrijft. Dat móét ook. Bij Out of Sight heb ik de grootste druk gevoeld, en die kwam volledig uit mezelf. Ik besefte heel goed dat mijn carrière verprutst zou zijn als ik die film om zeep hielp. Na Sex, Lies and Videotape had ik vijf films na elkaar gemaakt (‘Kafka’, ‘King of the Hill’, ‘The Underneath’, ‘Gray’s Anatomy’ en ‘Schizopolis’; nvdr.) waarnaar geen kat was komen kijken. Er was blijkbaar geen plaats voor mij in de alternatieve filmwereld en dus moest ik met Out of Sight bewijzen dat ik wel in staat was om een studioproject tot een goed einde te brengen. Het is me gelukt om die omstandigheden weg te cijferen en elke dag op de set te staan alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Alsof ik Schizopolis draaide en kon doen wat ik wilde. Toen ik merkte dat ik die ‘Jedi mind trick’ op mezelf kon toepassen, wist ik dat het goed zou komen.

En toch ben je van plan om binnenkort een lange pauze in te lassen.

SODERBERGH: Dat heeft niets met druk te maken. Ik werk in vijfjarenplannen, zoals Stalin maar met minder doden. (Grijnst) In 2007 had ik het gevoel dat ik binnenkort aan een pauze toe zou zijn. Daarom heb ik alle projecten die ik nog op stapel had staan op een rijtje gezet en heb ik een planning opgesteld tot eind 2012. Op dit moment heb ik nog twee films te gaan, de farmaceutische thriller Bitter Pill en de biografische HBO-film Liberace. Ik heb me min of meer aan mijn schema gehouden, en het is me zelfs gelukt om er nóg een film bij te nemen: Magic Mike. Channing Tatum had me tijdens het draaien van Haywire zijn idee verteld voor een verhaal over mannelijke strippers. Ik vond het een sterk concept, een Saturday Night Fever-achtige buddykomedie over een wereld die ik nog nooit had gezien. We hebben alles heel snel op poten moeten zetten, maar het is gelukt.

Neem je die pauze omdat je een burn-out voelt aankomen?

SODERBERGH: Nee, ik voel de behoefte om te herbronnen. Er zijn twee soorten artistieke carrières. Je hebt kunstenaars die van het begin tot het einde briljant zijn – de grote uitzonderingen. Daarnaast heb je mensen die hun eigen ding ontwikkelen en op een bepaald moment een artistieke piek bereiken, de apotheose van hun esthetiek. Ik ben altijd van mening geweest dat je op dat moment alles moet vernietigen om opnieuw te beginnen en een nieuwe invalshoek te zoeken. Maar dat doen die kunstenaars meestal niet. Ze draaien een film die hun stijl en visie perfect vertegenwoordigt en vijftien jaar later maken ze die nog altijd. Dat kan ik mezelf niet aandoen. Ik zou stapelgek worden.

Weet je al wat je gaat doen?

SODERBERGH: Ik heb hele notitieboeken vol met dingen die ik wil proberen. Ideeën voor schilderijen, foto’s, beeldenreeksen. Er zit minstens één boek in. Ik zou me ook graag met bedrijfsfilmpjes bezighouden. Ik werk gewoon het lijstje af en zie wel waar ik uitkom. Ik schat dat het ongeveer een jaar zal duren voor ik voel welke richting ik uit wil.

HAYWIRE

Vanaf 11/4 in de bioscoop.

DOOR RUBEN NOLLET

STEVEN SODERBERGH ‘IK VOEL NOOIT DRUK VAN BUITENAF. MIJN EIGEN EISEN LIGGEN HOGER DAN DIE VAN DE STUDIO DIE DE CHEQUE UITSCHRIJFT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content