‘IK BEKEN: IK HEB NAAR SKRILLEX GELUISTERD’

‘Waar werelden botsen, vind je Shara Worden’, heeft ooit iemand geschreven. En jawel, de spil om wie alles draait in My Brightest Diamond voelt zich net zo goed thuis in een statige opera als in een groezelige rockclub. Op haar nieuwe cd penseelt ze met de klankkleur van een marching band. ‘Maar mijn eerste danshit is nog niet voor morgen.’

Vorig jaar was ze nog te horen in een door Schubert geïnspireerde liederencyclus en stond ze op het podium met een barokorkest. Maar al is zangeres Shara Worden klassiek geschoold, je kunt haar allerminst van muzikale eenkennigheid beschuldigen. In het verleden maakte ze leftfield rock met Awry, smeedde ze allianties met David Byrne en Sufjan Stevens en als My Brightest Diamond levert ze nu haar vierde cd af. This Is My Hand, voorafgegaan door de ep None More Than You, verschilt opnieuw radicaal van zijn voorganger. Worden kruidt haar arty kamerpop ditmaal met blazers en meeslepende percussie.

Enkele jaren geleden vertelde de artieste al hoezeer ze hunkerde naar haar eigen ritmische taal. Alleen raakte ze onderweg afgeleid, toen ze de gelegenheid kreeg samen te werken met het gerenommeerde klassieke ensemble yMusic. Nu lijkt ze die ambitie alsnog waar te maken. ‘Zowat alle songs zijn vanuit het ritme ontstaan’, zegt ze. ‘This Is My Hand begon te kiemen toen ik besefte hoe cerebraal mijn werk wel was. Eigenlijk wilde ik dansmuziek maken, maar ik wist niet goed hoe ik dat moest aanpakken. Ik heb het gevoel dat ik met deze cd nog maar aan het begin van mijn verkenning van het lichaam sta.’

Toch is Wherever You Are, uit je jongste ep, een van je meest poppy nummers ooit. Er zit zelfs een dancebeat in.

SHARA WORDEN: Ik beken: ik heb naar Skrillex geluisterd. Ik vroeg me af wat er zou gebeuren mocht ik iets maken met 140 beats per minute. Alleen vergat ik er een refrein bij te verzinnen en schreef ik een tekst die naar Walt Whitman neigt. Mijn eerste danshit is nog niet voor morgen. (lacht)

Op This Is My Hand ga je in zee met een marching band. Heb je zelf ooit bij zo’n fanfare gespeeld?

WORDEN: Neen, al ben ik wél gefascineerd door dat ‘ruimtelijke’ aspect van muziek. Tien jaar geleden zag ik een concert van Philip Glass waarbij de musici over de hele zaal verspreid stonden en het publiek tussen hen in zat. De klanken leken je uit alle richtingen tegelijk toe te waaien: je werd er helemaal door overspoeld. Een imposante ervaring.

Ik was betrokken bij de jongste film van kunstenaar Matthew Barney, River of Fundament. Daarin liet hij een schip met zestig blazers en percussionisten rond een eiland varen. Een uniek schouwspel: livemuziek als onderdeel van een ritueel of vertelling is in onze cultuur uitzonderlijk geworden. Alleen carnaval en enkele parades herinneren nog aan die traditie. En de muziekkapellen, ja.

Nu de platenindustrie zo goed als dood is en muziekscholen geen middelen meer krijgen, zijn sportvelden zowat de enige plekken waar muziek nog een gemeenschapsfunctie heeft. Fanfares zijn per definitie laagdrempelig: iedereen kan er in principe een instrument leren te bespelen, niemand wordt uitgesloten. Dat trok me wel aan. En zoals je kunt afleiden uit een song als Lover Killer ben ik al mijn hele leven in de ban van soul, van de blazers op platen van James Brown en Funkadelic.

Fanfares klinken vaak zo luid dat ze alle andere instrumenten moeiteloos overstemmen. Hoe ging je als componiste met dat probleem om?

WORDEN: Het eerste concert vond plaats in een park in Brooklyn: ik liet een fanfare al spelend van achter de heuvel komen en een vraag-antwoordspel opvoeren met de piccolo, klarinet, sax, trompet en trombone op het podium. Maar dat leek me uiteindelijk te conceptueel. Dus besloot ik een toegankelijke popplaat te maken en me vooral op de songs en de groove te concentreren.

Stem en percussie zijn de voorgangers van alle muziekinstrumenten, de hartslag waarmee Before the Words begint, is het eerste geluid dat de foetus hoort in de moederschoot. In zekere zin suggereer je dus dat we muziek aan de dames der schepping te danken hebben.

WORDEN: Wel, meerdere bronnen bevestigen dat. In De derde chimpansee stelt bioloog Jared Diamond bovendien dat het muzikale deel van ons brein tot ontwikkeling komt vóór het taalkundige. Psycholoog Daniel Levitin toont in The World in Six Songs aan dat we vroeger vaak geneigd waren onze kennis in liedjes te stoppen, maar dat die vorm van songschrijven verloren is gegaan omdat we nu over zoveel andere middelen beschikken om informatie door te geven. Onze samenleving is ook individualistischer geworden. Zelf heb ik heimwee naar de tijd toen muziek nog de uiting was van een collectief gevoel.

In een van je video’s dirigeer je met een plaksnor een marching band. Een noodzakelijk rekwisiet in die context?

WORDEN: Tijdens klassieke concerten draag ik vaak een rokkostuum en een stropdas op het podium. En als ik een lezing geef, ben ik geneigd me ‘mannelijk’ te kleden. Om seksuele stereotypen ter discussie te stellen, ja. Een tijd lang heb ik echt met die rolpatronen geworsteld. Vreemd toch dat indierock en electro nog altijd mannenbastions zijn, terwijl in de popwereld vrouwen de lakens uitdelen. Lady Gaga of Beyoncé zijn artiesten die carrièrematig hun eigen keuzes maken. Ze hebben zelf alle touwtjes in handen.

Voor alle duidelijkheid: ik heb zeker niet het gevoel gekneed te worden door de business. Alleen raak ik soms geïrriteerd door kleine dingen en dan ga ik in de contramine. Onlangs werd ik gevraagd live iets te doen met een Venezolaanse artiest. Hij stelde een nummer van Coldplay voor, maar dat vertikte ik. Dus werd het een klassiek liefdesduet van Ella Fitzgerald en Louis Armstrong. Alleen vond ik die standard zo clichématig hetero klinken, dat ik me voor de gelegenheid een snor heb aangemeten.

This Is My Hand gaat over liefde in al haar verschijningsvormen, ook de minder fraaie. ‘I always see the shadow when I’m looking at the sun’, zing je ergens. En: ‘Wrestling with a double mind, like horses pulling both sides.’

WORDEN: Alles draagt zijn tegengestelde in zich. Van dat dualistische – weggaan of blijven, aantrekken of afstoten- is iedere song doordrongen. Maakt iemand een statement, dan ben ik doorgaans diegene die meteen alle potentiële bezwaren ziet. Een zegen en een vloek, want daardoor valt het me vaak moeilijk artistieke keuzes te maken. Pas nu begin ik in te zien dat je niet altijd al je ideeën in een liedje van drie minuten hoeft te persen. Eén trefzekere zin volstaat, zolang hij maar universeel, simpel en waarachtig is. Precies in die beknoptheid schuilt de kracht van alle goede popmuziek.

THIS IS MY HAND

Vanaf 15/9 via Asthmatic Kitty. My Brightest Diamond concerteert op 24/10 in de Botanique, Brussel. Alle info: botanique.be

DOOR DIRK STEENHAUT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content