I LOVE TECHNO

AFROJACK

Op 8 november zwaait I Love Techno alweer de deuren van Flanders Expo open, dit jaar met een opvallend traditionele – lees: op techno gebaseerde – affiche. Geen spoor van EDM, de populaire dancevariant die nog steeds brokken maakt in Amerika. Met de geloofwaardigheid van de dj’s en producers in het genre gaat het echter steeds verder bergaf.

Het zat er nog eens bovenarms op, een paar weken geleden, tussen de pers en het EDM-wereldje. Gebeten hond voor de dj’s was journalist Gijsbert Kamer van De Volkskrant, toen die onlangs, vanop het Amsterdam Dance Event, vernietigend uithaalde naar zijn landgenoten Afrojack en Hardwell (naast Tïësto en Armin van Buuren de speerpunten van de Nederlandse dj-armada). Over Afrojack ging het zo: ‘Plaatjes draaien of – vooruit – muziek maken? Welnee. Af en toe zet Afrojack voor de vorm een koptelefoon op, draait hij zonder noemenswaardig resultaat aan wat knopjes en hup, daar gaat hij weer de lucht in.’ Kamer besluit zijn artikel, doorspekt met woorden als ‘gemakzucht’, ‘aanstootgevend’, ‘potsierlijk’ en ‘bedroevend’ met: ‘Een spanningsboog? Spelen met dynamiek? De luisteraar meevoeren naar het onbekende: vergeet het maar. Met jongens als Afrojack en Hardwell is dance terug bij af. Dj’s die wezenloze hitjes draaien voor een publiek dat wil horen wat het al kent.’

Afrojack sloeg op Twitter meteen terug, met een voorspelbaar verweer: ‘Tikkie hypocriet reviewtje. Misschien zelf maar is dj worden? Laat zien hoe t moet!’. De tweet werd later gewist, en Afrojack gooide het dan maar over een andere boeg: ‘Werken zich 80 man 3 maanden lang kapot om zo’n show te doen, komt frisse frits ff interessant doen.’

Tachtig man, drie maanden lang, om twee uur muziek en licht synchroon te programmeren? Als dat klopt, begrijpen we in welk afvoerputje de 22 miljoen dollar verdwijnt die Afrojack in 2013 verdiende. Yep: 22 miljoen dollar aan platenverkoop, producties, optredens en endorsements van merken als Nike en G-Star Raw. Lang niet gek, maar daarmee staat Afrojack pas op de zesde plaats in de lijst The World’s Highest Paid DJ’s2014 die Forbes enkele weken geleden publiceerde. Op nummer één staat Calvin Harris, met 66 miljoen dollar. Meer dan Jay Z vorig jaar incasseerde. Dat bedrag heeft hij onder meer te danken aan een residency deal in Hakkasan Las Vegas, ‘de grootste club ter wereld. Deadmau5, een andere beruchte figuur in EDM, rijft in dezelfde club per ‘performance’ 400.000 dollar binnen. Fluit gerust eens tussen de tanden.

HARDER, BIGGER, FASTER, DUMBER

Welkom in het tijdperk van EDM, de parapluterm Electronic Dance Music, bedacht in de VS. Ondanks het feit dat disco, house en techno in respectievelijk New York, Chicago en Detroit ontstonden, is elektronische dansmuziek tot diep in de jaren negentig een randfenomeen in Amerika. Tot Daft Punk in 2006 met zijn befaamde piramide landt op het Coachella-festival, en er een schokgolf door de Amerikaanse muziekwereld trekt. In een poging de brede waaier aan elektronische muziekgenres te definiëren voor een jong publiek dat opgegroeid is in een muzikaal apartheidsregime en met een ingewikkeld hitlijstsysteem, worden techno, dubstep, trance, acid house, rave, electro en alle andere, verre verwanten ondergebracht onder hun grootste gemene deler: EDM. Strikt genomen geen genre, maar Wikipedia denkt het er zijne van: ‘Younger dance music fans and more mainstream listeners to the dance music genre use EDM as a genre in itself simply because they do not know how to decipher the spectrum of dance music sub genres’. De Wikiredacteur die dit schreef, is géén EDM-fan.

‘Dansmuziek voor mensen die niet dansen’. Met die omschrijving deed dj en radiopresentator TLP onlangs via Facebook zijn duit in het aardig met weerzin gevulde zakje dat EDM steeds meer uitlokt. Want wie Amerika zegt, zegt dollars. Veel dollars. Maar wie veel dollars zegt, legt ook de lat lager. Voor een generatie kids op zoek naar nieuwekicks die het levenslicht zag onder de Shock And Awe-doctrines van George W. Bush hoort daar maar één soundtrack bij: harder, bigger, faster, dumber.

‘I Love Techno is géén EDM’, verzekert Roel Vergauwen van Live Nation, de organisator van het dancegebeuren. ‘Eigenlijk is EDM simpelweg de Top 50-variant van techno, electro-house en dubstep. Het is popmuziek. De grootste invloed die EDM in Europa heeft teweeggebracht, is niet eens muzikaal, maar financieel. Sinds de explosie een paar jaar geleden, wanneer de clubs in Las Vegas er zich in begonnen te mengen, zijn de gages voor dj’s en producers gigantisch gestegen, en de shows worden steeds groter en bombastischer. Met I Love Techno doen we niet mee aan extravagante, bewegende decors en parades van speciale effecten. De muziek blijft centraal staan. Uit Engeland vang ik trouwens de eerste signalen op dat EDM er al op zijn retour is, wat ik normaal vind. Wanneer een genre aan zijn plafond zit, komt er altijd een tegenbeweging op gang. Ik maak graag de vergelijking met de over the top supergroepen uit de jaren zeventig, genre Pink Floyd, waar als reactie destijds de punk uit voortgevloeid is.’

OMERTA

Maar zover zijn we nog niet. De voorbije drie jaar heeft EDM in de States een nieuwe goudkoorts in gang gezet. Meteen de reden waarom er een hardnekkige omerta heerst binnen het wereldje, ondanks de groeiende backlash. Net zoals sporters elkaar niet aan de dopinggalg praten, sluiten dj’s de rangen tegen de kritische buitenwereld. EDM is een gigantische business maar een kleine wereld, en zolang de koek er vlot in gaat, wil iedereen zijn deel beschermen. Om beter inzicht te krijgen in praktijken zoals voorgeprogrammeerde dj- of livesets, belden we naar verschillende dj’s op het nationale en internationale toneel, bookers, party- en festivalpromotoren en platenfirma’s – en kregen we bijna overal de spreekwoordelijke deur in ons gezicht. Bijna overal. Na lang genoeg aandringen, en via-via, kregen we toch verschillende geruchten bevestigd. Genoeg om het deksel op de pot een beetje op te lichten.

Niemand die formeel uit de biecht wil klappen in verband met vermeende vooraf opgenomen sets, onder het mom van ‘see no evil, hear no evil, speak no evil’. Vaak wordt er geschermd met zogenaamde mashups, door de dj op voorhand geprepareerde remixes van verschillende tracks door en achter elkaar. Om ervoor te zorgen dat het tempo nooit zakt, speelt de platenruiter die naar verluidt af op momenten waarop hij andere, belangrijkere zaken aan z’n hoofd heeft, zoals champagneflessen leegspuiten, slagroomtaarten in het publiek keilen, stagediven en crowdsurfen, al dan niet in een opblaasbaar rubberbootje. Dergelijke mashups zouden tussen de vijftien en twintig minuten duren. De gemiddelde dj-set op een festival duurt twee uur. Ofwel zes keer twintig minuten. We rekenen maar luidop.

Maar het zou unfair zijn om enkel de populaire EDM-dj’s genre David Guetta en Avicii op de korrel te nemen in deze hetze. Heel wat ‘geloofwaardige’ draaitafelaars zouden eveneens boter op het hoofd hebben. Neem nu iemand als Richard ‘Richie’ Hawtin, de goeroe van de minimal techno. Geloofwaardigheid troef, de 44-jarige Canadese Brit. Een rechtschapen ambassadeur voor het genre. Maar ook Hawtin draait in commerciële clubs op Ibiza voor 100.000 euro per set, en ook hij vliegt de wereld rond in een privéjet, samen met een team dat elk detail van zijn zorgvuldig gecultiveerde, kunstzinnige imago onder controle houdt. ‘En dan?’, horen we de minimalmeute al in koor tandenknarsen. Een man van zijn status verdient toch een assistent of twee? Ook, zoals ons uit verschillende bronnen werd bevestigd, als een van die assistenten de tracks selecteert die Richie tijdens z’n sets draait? Maar kom, de man heeft uiteraard geen tijd om zelf naar de platenwinkel te hollen, en ook daar is het de gewoonte dat het personeel een selectie opzijlegt voor goede klanten. Spons erover. Zeker omdat Richie Hawtin – naast een deel van Native Instruments, de ontwikkelaar van de dj-software Traktor – zelf een pak aandelen bezit van Beatport, de grootste onlinewinkel voor elektronische dansmuziek.

Het platform werd opgericht in 2004 en in 2012 voor vijftig miljoen dollar opgekocht door het bedrijf SFX van entertainmentmagnaat Robert F.X. Sillerman. In januari dit jaar kondigde Live Nation Entertainment (die van I Love Techno en Rock Werchter dus) een fusie aan met SFX Entertainment. Sillerman heeft zich sinds 2012 op de EDM-markt gestort, en kocht voor miljoenen dollars onafhankelijke promotoren en boekingskantoren op. In oktober 2013 deed SFX een succesvol bod van 130 miljoen dollar op ID&T, het Nederlandse eventbureau dat, naast party’s als Thunderdome en Sensations, vooral bekend is van een klein dancefestival in Boom. U heeft er misschien al van gehoord: Tomorrowland.

LIJSTJESTIJD

ID&T is ook het boekingskantoor van Dimitri Vegas & Like Mike, het populaire broederpaar dat twee weken geleden door verschillende media met veel bombarie werd opgevoerd omdat ze in de populariteitspoll DJ Top 100 van het Britse DJ Magazine de tweede stek bekleedden, na de Nederlander Hardwell. Over de betrouwbaarheid van het lijstje – samengesteld door ‘lezers’ van DJ Magazine – is al veel gezegd en geschreven. Elke peiling via internet heet kwetsbaar voor manipulatie te zijn, maar harde bewijzen over fraude op grote schaal werden nog nooit op tafel gelegd, dus ach. Dat verschillende bekende Vlamingen en bekende voetballers via sociale media oproepen om een stem uit te brengen op Dimitri Vegas & Like Mike klasseren we gerust onder vaderlandsliefde, maar wat dan met de stemmen die Salman Khan en Jacqueline Fernandez via Facebook ronselden voor het duo uit Willebroek? Nooit van gehoord? Salman Khan, de Indische acteur en tv-presentator met meer dan 20 miljoen volgers op Facebook, en Jacqueline Fernandez, een Bollywoodactrice en voormalig Miss Sri Lanka met bijna 10 miljoen fans op het sociale netwerk? Neen? Tiens. Het zijn nochtans bekende namen in een entertainmentindustrie met een wereldwijd bereik dat geschat wordt op een totaal van 2 à 3 miljard mensen. Misschien had hun relatie met Dimitri Vegas en Like Mike belicht kunnen worden door de sexy hostessen op Tomorrowland, die deze zomer elke dag bezoekers aanklampten met een iPad in de handen waarmee enkel op de gastheren van het festival gestemd kon worden.

Nu reis je als superster-dj natuurlijk naar vele en verre landen, en in het lucratieve EDM-wereldje maakt men nu eenmaal snel goede vrienden.

Zo is er het piepjonge duo Alvar & Millas, dat onder onze aandacht kwam middels een persbericht begin september. Daarin werd aangekondigd dat het tweetal – wanneer u ze tegen het lijf loopt op de Grote Markt van Lier mag u gewoon Thibault Hendrix en Robert Cools zeggen – op Laundry Day zou draaien met de nieuwe software TimeCode Network, waardoor de dj naast de muziek ook zelf de controle heeft over de visuals en de lichtshow. We citeren: ‘Het unieke aan deze technologie is dat de dj zijn publiek volledig kan laten lösgehen(sic) door de volgorde van de tracks zélf te bepalen.’ Daarmee wil het duo, nog steeds volgens het persbericht, het ‘fabeltje’ de wereld uit helpen dat grote dj’s enkel op play drukken – ‘Hier is ?drukken-op-één-knopje” niet aan de orde!’. Kijk eens aan, dj’s die zélf de volgorde van hun tracks bepalen. Op basis van hun bio raken we niet veel wijzer over de achtergrond van deze jongelui (beiden 19), wel wordt niet zonder trots vermeld dat ze zomaar eventjes remixes voor Britney Spears en Beyoncé mochten fabriceren. Met hun remix van Beyoncé’s Blow scoorden ze zelfs een nummeréénhit in de Hot Dance Club Song chart van Billboard, zo berichtten ook verschillende kranten en radiozenders midden maart vol enthousiasme. Nou moe. Dat komt van nergens splinternieuwe software voorstellen op een groot dancefestival te lande én scoort out of the blue een nummer één in Amerika. Alweer een pluim op de hoed voor de Belgische dancescene!

Dat de Hot Dance Club Song Chart van Billboard exclusief samengesteld wordt op basis van wekelijkse lijstjes, ingediend door Amerikaanse dj’s die daarvoor door het blad geaccrediteerd worden, dát werd dan weer nergens vermeld. Net als het feit dat het wel degelijk de originele versie van Blow was die op nummer één belandde, weliswaar aangeboden in een bundel met verschillende remixes. De lijst is eigenlijk geen hitlijst maar een peiling, gebaseerd op een rondvraag van anonieme dj’s. ’t Is maar hoe je het bekijkt, maar iets zegt ons dat zoiets niet helemaal representatief en betrouwbaar is.

Dat Alvar & Millas vertegenwoordigd worden door Pilot Agency, het managementbureau van Michel Lenaerts, de door David Guetta gedumpte tourmanager die enkele jaren geleden een bittere scheiding – inclusief heen en weer vliegende eisen tot schadevergoedingen – uitvocht met Regi Pinxten van Milk Inc., dat mag u wat ons betreft interpreteren zoals u wilt. Net als het feit dat het tweetal onder contract staat bij niemand minder dan Serge Ramaekers, een oude bekende in de Belgische muziekwereld en de schaduw achter klassiekers als The Sound of C van Confetti’s en Sex on the Beach van T-Spoon. Hij schonk de wereld – of toch vooral Duitsland, waar twee miljoen exemplaren over de toonbank gingen – ook de newbeatremix van Rocco Granata’s Marina. Recent zat de producer aan de knoppen bij She’s After My Piano van 2 Fabiola. Naar eigen zeggen stuurt hij in de studio Alvar & Millas ‘hier en daar productioneel wat bij’.

Onze eindconclusie? Wie tegenwoordig zijn geloofwaardigheid ietwat belangrijk vindt, stapt eerder in de advocatuur of in de politiek dan achter een stel digitaal opgevoerde draaitafels. Of wacht tenminste tot de punkers opnieuw de macht nemen.

I LOVE TECHNO

Op zaterdag 8/11 in Flanders Expo, Gent. Info en tickets: ilovetechno.be

DOOR JONAS BOEL

Roel Vergauwen ‘MET I LOVE TECHNO DOEN WE NIET MEE AAN EXTRAVAGANTE, BEWEGENDE DECORS EN PARADES VAN SPECIALE EFFECTEN EN VUURWERK. DE MUZIEK BLIJFT CENTRAAL STAAN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content