Wij zouden al dik tevreden zijn met wat extra beenruimte, maar Hollywoods finest nemen geen genoegen meer met een upgrade naar business class. Het maakt niet uit hoeveel sportwagens je in de garage hebt staan, niets zegt ‘stijl’ zoals je eigen privéjet. En als je die zelf niet kan betalen, vraag je er gewoon een aan de studiobaas.

De modale vakantieganger kan er maar van dromen: geen twee lange uren voor je vertrek moeten inchecken, geen eindeloze files of piepende metaaldetectoren trotseren, geen last van andermans krijsende kinderen en geen kleffe voorverpakte broodjes met rubberen kaas en verslenste sla maar een heerlijk vers, door je eigen kok bereid meergangenmenu – à la carte. Bovendien wacht het vliegtuig enkel op jouw sein om op te stijgen en brengt het je rechtstreeks naar je luxueuze bestemming. Voeg daar nog de gegarandeerde privacy én het onmiskenbare prestige aan toe en het mag geen wonder heten dat al wie het zich kan veroorloven, steeds vaker privé vliegt.

‘Iedereen leeft vandaag op dezelfde manier’, zegt X-Men III-regisseur Brett Ratner. ‘We slapen allemaal een derde van ons leven, al zijn sommige lakens wat beter dan andere. Ik eet wat iedereen eet. Maar reizen doe ik wel anders dan de meeste mensen. Zo onderscheid ik me van de rest, het is de ultieme luxe. Ik zou liever een vliegtuig bezitten en in een piepklein flatje leven. Letterlijk.’ Voor sommige entertainmentgrootheden is een eigen privéjet al járen vanzelfsprekend: Steven Spielberg, Jim Carrey, Tom Cruise, platenbaas en filmproducer David Geffen, mediamagnaat Rupert Murdoch, mega-investeerder Kirk Kerkorian, Microsoft-medeoprichter Paul Allen… Ze hebben allen hun eigen luchtvervoer.

Daarnaast telt Hollywood ook enkele gedreven piloten. Harrison Ford is de trotse eigenaar van een vliegbrevet en tot voor kort ook van enkele vliegtuigjes en een helikopter. Regisseur Sidney Pollack (Cold Mountain, The Talented Mr. Ripley) vliegt zichzelf en zijn medewerkers nog steeds de wereld rond in zijn eigen Citation X, de snelste passagiersjet op de markt, en zo ziet ook Jacques Dubrulle, organisator van het Filmfestival van Gent, hem graag komen (zie verder).

En dan is er nog John Travolta. Al maakt hij reclame voor de luchtvaartmaatschappij Qantas, ook Hollywoods bekendste vliegenier verkiest zijn eigen luchttransport, en hoe: hij heeft zijn landgoed in Florida volledig gebouwd naar het grondplan van een luchthaven – inclusief startbaan, immense garage en vertrek- en aankomstmonitors (zie foto op de inhoudspagina). Bovendien heeft hij vanuit elk raam zicht op zijn uitgebreide vloot, die onder meer een Gulfstream II en een door Qantas geschonken Boeing 707 herbergt. Dat zijn liefde voor vliegtuigen ver gaat, blijkt uit zijn smaak in kindernamen. Vrouwlief Kelly Preston liet hem nog toe hun zoon Jett te noemen, maar trok de grens bij Qantas voor hun dochter (die uiteindelijk de naam Ella Blue kreeg). Travolta is er zelfs van overtuigd dat het vliegen zijn carrière als acteur ten goede is gekomen: ‘Dankzij mijn pilotentraining heb ik de hele wereld kunnen doorkruisen en heb ik meer mensen kunnen ontmoeten. Dat heeft me geholpen bij het creëren van mijn personages.’

Lijmvliegtuig

Voor de meeste sterren en hun aanhang blijft het echter een kwestie van een lift krijgen van meer gefortuneerde kennissen, óf van een gunstig arbeidscontract bedingen. Sinds enkele jaren is het de trend om bij het onderhandelen van je gage (on)beperkte toegang tot een privévliegtuig te eisen, al moet de filmmaatschappij er een huren. ‘Een privéjet is de norm geworden om het normale salaris van een grote ster te drukken’, vertelt een voormalige studiobaas. ‘We hebben de extraatjes steeds verder de hoogte ingejaagd om de grens van 20 miljoen dollar niet te overschrijden. De jet blijft wel een van de duurste jobvoordelen, die honderdduizenden dollars kan kosten.’

Waar filmgiganten als David O. Selznick in de jaren 30 nog treinstellen afhuurden, luidde wijlen Steve Ross als topman van Time Warner begin jaren 90 een nieuw tijdperk in door zijn sterren met een van de zeven Warner-vliegtuigen te vervoeren. Glenn Hinderstein, vice-president van de chartermaatschappij NetJets: ‘Er is geen beter middel om sterren te lijmen dan een jet.’

Het spreekt vanzelf dat niet elk aspirerend acteur of beginnend regisseur over dergelijke privileges kan beschikken. Zoals zo vaak in Hollywood is het een zaak van hiërarchie. Voor studio’s en andere bedrijven geldt de regel ‘vice-president en daarboven’, voor regisseurs en acteurs verschilt het vaak van film tot film. Volgens Variety-redacteur Josh Young horen Nicole Kidman en Gwyneth Paltrow tot de gelukkigen die altijd op een vliegtuig mogen rekenen – La Kidman vloog trouwens privé naar haar huwelijksreis in Bora Bora. Ben Affleck en Ben Stiller zullen een paar persoonlijke trips per jaar kunnen onderhandelen, maar andere acteurs houden hun adem maar beter niet in. Producer Jerry Bruckheimer ( Pirates of the Caribbean, The Rock, CSI) mag dan weer wel mee op de Walt Disney-vluchten, terwijl collega Brett Ratner ( Red Dragon, X-Men III) tijdens de onderhandelingen voor zijn contract met New Line weldoordacht ook wat airmiles met de Gulfstream van het bedrijf liet opnemen. Na zijn promotour voor Red Dragon in Vivendi Universals ‘G-V’ was alleen al de gedachte nog opnieuw te moeten plaatsnemen op een lijnvliegtuig genoeg om hem luchtziek te maken.

Soms gaan bedrijven wel heel ver om hun bonzen te verzorgen. Toen Steve Jobs weer werd ingehaald als de redder van Apple, kreeg hij zomaar eventjes een Gulfstream V cadeau, als ‘special executive bonus’. Hij verdient officieel amper 1 dollar per jaar, maar met een volledig naar Jobs’ wensen gefabriceerd interieur en belastingen inbegrepen was de jet een geschenkje van 84 miljoen dollar, om nog te zwijgen van de operationele kosten. Ook Oprah Winfrey liet zich trakteren door haar eigen productiemaatschappij. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een speciaal voor haar gebouwde Bombardier met een prijskaartje van ruim 32 miljoen dollar, inclusief lederen zetels en designmeubels.

Toch hebben studio’s de voorbije jaren hun jetverbruik proberen in te perken. Sommige sterren durfden ‘business’ net iets te ruim te interpreteren en vervoerden veel meer dan hun uiterst belangrijke zelf: huisdieren (Spielberg), hotdogs vanuit New York naar de Caraïben (Steve Ross), bloemen voor een vriendinnetje (Jon Peters), of een volledig schoonheidsteam (Demi Moore). Zelfs als je zogenaamde zakentrips fiscaal kan aangeven als beroepsuitgaven, blijven bedrijfsvliegtuigen een dure zaak. Sterren reizen immers niet met de eerste jet die zich aandient en ook de operationele kosten en die voor het onderhoud lopen al snel hoog op: voor een Gulfstream IV moet je rekenen op het loon van twee piloten en een hangar als permanente parking, zo’n 4000 dollar per uur voor brandstof en landingsvergoedingen, 80.000 dollar voor een luchtpomp, 75.000 dollar per nazicht van de remmen en dan moet je nog eens voorzien in een vervangjet voor als je vliegtuig eens per jaar voor een maand op controle moet.

Turbulentie en flatulentie

NetJets heeft dat goed begrepen. Naast het verhuren van privévliegtuigen, doet de chartermaatschappij nu ook aan zogenaamde ‘side leasing’. Daarbij koopt een ster maar een fractie van een NetJets-vliegtuig om de studio dan de vlieguren aan te rekenen. ‘Ze schrijven NetJets een cheque uit, gebruiken het vliegtuig wanneer ze het nodig hebben, laten het aan ons over als ze het niet nodig hebben en laten de studio betalen als ze aan een film bezig zijn. Ideaal voor studio’s, die hun bedrijfsjet niet aan de sterren moeten uitlenen, en voor topacteurs, die niet willen afhangen van de studio voor het gebruik van een jet’, aldus vice-president Hinderstein. Voor u wilde plannen maakt (NetJets heeft sinds kort ook een verkoopteam in België): zelfs dat gedeelde eigenaarschap is te duur voor een doorsnee maandloon. Je moet jaarlijks zeker 2 tot 4 miljoen dollar bijeengesprokkeld krijgen om in stijl te vliegen; geld dat Arnold Schwarzenegger, Jerry Seinfeld, Tom Hanks, Nicole Kidman, Julia Roberts en Madonna blijkbaar moeiteloos ophoesten.

Daarnaast bestaat er ook nog het systeem waarin klanten geen aandelen, maar tijdsblokken kopen. Voor wie zich aangesproken voelt: Sentient Jet rekent 9800 dollar per uur voor een enkele vlucht en 8200 dollar per uur voor een retourvlucht in een G-IV; Marquis Jet verkoopt blokken van 25 uur vanaf 115.900 dollar (4636 dollar per uur) in een iets kleiner vliegtuig; en dan is er nog een hele rits andere maatschappijen die hun tarieven liever niet meteen bekendmaken.

Maar ter verkneukeling van de gewone sterveling: het is niet al champagne en zalig nietsdoen op privéjets. Zelfs met de haast ontelbare crashes (R.I.P.: Aaliyah, J.F.K. jr, John Denver, half Lynyrd Skynyrd…) en beangstigende noodlandingen (Patrick Swayze, P. Diddy, Bon Jovi, Harrison Ford, John Travolta, Oprah Winfrey…) van de sterren buiten beschouwing gelaten, lijkt privévliegen toch niet altijd de meest aangename manier van transport. Een willekeurige greep uit een ongetwijfeld ruim aanbod: in de spits naar het Sundance Film Festival van 2005 konden privévliegtuigen niet landen door de mist, terwijl de commerciële vluchten weinig tot geen hinder ondervonden van het slechte weer. Hugh Grant neemt nog liever de trein dan opnieuw in de jet van Miramax-baas Harvey Weinstein te stappen, omdat de kettingrokende Weinstein ‘het vliegtuig in een vliegende asbak verandert’. En om het idyllische plaatje helemaal te verknoeien: George Clooney liet tijdens een promovlucht voor Ocean’s Eleven naar verluidt zoveel winden dat medepassagier en Ocean’s Eleven-schrijver Ted Griffin bij de aankomst kokhalzend van de trap strompelde.

B.D.C.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content