21.45 – La Une

‘Héél triest’, noemt sportdokter Chris Goossens de jonge sporters die hun inspanningen niet overleven. ‘Ogenschijnlijk gezonde mannen in de fleur van hun leven die sterven tijdens hun grootste geluk.’ Bij Histoires vraies zijn ze het daar volmondig mee eens, al vinden ze het toch ook net te verdacht. In Le sport à la vie à la mort vragen ze specialisten naar uiteenlopende hypotheses als aangeboren afwijkingen en dopinggebruik.

Komt het vaak voor dat jonge sporters zomaar neervallen?

Chris Goossens: Het gebeurt regelmatig, ja. Spijtig genoeg heb ik het zelf al meegemaakt toen FC Boom-voetballer Augusto Candido in 1995 neerzeeg op het veld. Ik heb hem nog proberen te reanimeren, maar hij is in mijn armen gestorven. Meestal is het raden naar de oorzaak, zeker vroeger werd er niet altijd een autopsie uitgevoerd. Het werd als een ‘natuurlijke dood’ beschouwd, al ben ik het daar niet mee eens.

Moeten we hen dan meteen van dopingzonden beschuldigen?

Goossens: Die vraag wordt altijd gesteld, zeker aan mij. Van Candido durf ik met zekerheid te verklaren dat hij géén verboden middelen had gebruikt, dat bleek ook uit zijn autopsie. Maar we mogen er niet blind voor zijn: er ís een verband tussen cocaïne, anabolen en epo en plots hartfalen. Dankzij de strengere controles is het aantal dopingdoden wel verminderd. En, al is het ethisch niet goed te keuren, wie gebruikt, wordt beter begeleid.

Moeten we dan besluiten dat topsport gewoon gevaarlijk is?

Goossens: Het hoeft niet gevaarlijk te zijn. Toen er begin jaren 90 op twee jaar tijd in België en Nederland maar liefst achttien doden waren gevallen, hebben we een cardiologische commissie opgericht. Uit een longitudinale studie bij jonge wielrenners bleek dat een gezond hart ook gezond bleef. Vanuit die conclusies zijn we meer beginnen te screenen en hebben we zeker een aantal sporters kunnen redden.

Zou elke amateursporter zich moeten laten testen?

Goossens: Kijk, als je op zondag ’s veertig kilometer rond de kerktoren gaat fietsen, hoeft dat niet zo nodig. Maar ik zou niet willen instaan voor alle weduwen wier man op een Zuid-Franse col het leven liet. Jaarlijks sterven er wielertoeristen of marathonlopers die onvoldoende voorbereid aan een te grote inspanning beginnen. Vergeet niet: zodra je ook maar iets vreemds voelt, moet je stoppen. Het gaat níet vanzelf over.

(B.D.C.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content