WERELDSCHOKKENDE CINEMA. DE GRENSVERLEGGENDE FILM WAARMEE ALAIN RESNAIS EEN CINEFIEL BEGRIP WERD, IS VOOR DE EEUWIGHEID GERESTAUREERD EN GEANNOTEERD.

FILM: **** Extra’s: **** (Arte video)

Hiroshima mon amour (1959)

Film. Rond de schokkendste gebeurtenis uit de twintigste eeuw – de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki – maakten Alain Resnais en zijn scenariste Marguerite Duras in 1959 een film die radicaal de filmtaal transformeerde. Vijfenveertig jaar later vertoont Hiroshima mon amour nog altijd geen rimpeltje en blijft het bekijken van deze zowel politiek als esthetisch gedurfde film een even aangrijpende als intellectueel stimulerende ervaring.

Resnais ontwikkelde voor zijn eerste grote bespiegeling over de tijd en de herinnering een toen nieuwe montagestijl waarmee hij de toeschouwer laat binnentreden in de gedachtewereld van zijn personages. Emmanuelle Riva speelt een Franse actrice die in Hiroshima valt voor een Japanse architect en geplaagd wordt door pijnlijke herinneringen aan haar eerste minnaar, een Duitse soldaat die bij de Bevrijding werd doodgeschoten.

Geïnspireerd en gevoed door de grote formele omwentelingen van de eerste helft van de twintigste eeuw (montage-experimenten van Eisenstein, twaalftonige muziek, kubisme, modernistische architectuur, nouveau roman) komt Resnais tot een filmvorm waarin documentair realisme en abstrahering, de grote geschiedenis en de private emotie, heden en verleden, feiten en verzinsels, ‘objectieve’ beelden en ‘subjectieve’ monologen, het zinnelijke en het cerebrale, voortdurend door elkaar lopen en op elkaar inbeuken.

Extra’s. Resnais’ opzienbarend en grensverleggend speelfilmdebuut kwam niet zomaar uit de lucht vallen. De cineast experimenteerde al jarenlang in kortfilms met de puur filmische thema’s en obsessies die hem vanaf Hiroshima mon amour beroemd maakten. De drie kortfilms op het tweede schijfje kun je dan ook bezwaarlijk bonusmateriaal noemen. Het zijn in hun genre zelfstandige meesterwerkjes die de beperkingen van het genre (kunstfilm, officiële opdrachtfilm) ver achter zich laten.

In Guernica (1950) roept Resnais het beruchte bombardement (in 1937) op van het Spaanse stadje, aan de hand van een montage/collage van werk van Picasso (het schilderij in kwestie komt nauwelijks aan bod) en gedichten van Paul Éluard. In Toute la mémoire du monde (1956) kneedt Resnais een documentaire over de Parijse Nationale Bibliotheek tot een verbluffend semiotisch experiment. In een briljante montage van hypnotiserende op-, neerwaarste en zijdelingse travellings verkent Resnais de bibliotheek als een monsterachtig ondergronds labyrint waar het collectief geheugen op kafkaiaanse wijze wordt gecatalogeerd en de opgesloten, genummerde, beschadigde en vergankelijke boeken een bijna menselijke dimensie krijgen.

In het lange tijd gecensureerde Les statues meurent aussi (1950), waarvan we de integrale versie krijgen, transformeren Resnais en coregisseur Chris Marker een studie over Afrikaanse kunst geleidelijk in een ontluisterende en provocerende bespiegeling over het westers kolonialisme en etnocentrisme.

Op het schijfje van Hiroshima mon amour staan ook nog oude interviews met Resnais en Riva, een onuitgegeven documentaire en het originele scenario, gelezen door Duras en Riva. En eens uw dvd-speler uitgezet, kan u nog nagenieten met een boekje van veertig pagina’s.

(Bij dezelfde uitgever, Arte Vidéo, is nog een tweede film van Alain Resnais verschenen, Muriel ou le temps d’un retour uit 1963, ook aangevuld met drie andere kortfilms.) Patrick Duynslaegher

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content