‘HIPHOP EVOLUEERT NOG ALTIJD’

Zijn collagetrack The Adventures of Grandmaster Flash on the Wheels of Steel uit 1981 vormt zowat de tien geboden van de hiphop, of toch het muzikale gedeelte daarvan. 35 jaar later is de grootmeester een levende hiphopencyclopedie waar regisseur Baz Luhrmann naar hartenlust in kon bladeren.

Dertig jaar geleden, in de herfst van 1986, was Joseph Saddler, beter bekend als Grandmaster Flash, al zo belangrijk en berucht dat Marcel Vanthilt hem voor een reportage van de Nederlandse zender VPRO over hiphop ging opzoeken in zijn thuishaven, de South Bronx in New York. In de op YouTube bewaard gebleven tv-documentaire Big Fun in the Big Town demonstreert de grootmeester zijn draaitafeltechniek, met skills die elke dansvloer deden bevriezen: ‘Wanneer ik op een feestje begin te scratchen, stopt iedereen met dansen om te kunnen zien hoe ik het doe’, vertelde Flash in 1986. ‘Alsof ik een college aan het geven ben.’

Baz Luhrmann had zich dus geen betere consulent kunnen wensen dan de intussen 58-jarige hiphoplegende. Want hiphop is meer dan muziek, het is ook breakdancen, het is mode, een taal, een levensstijl die ontstond op de straat voor de straat. ‘De graffiti-artiesten waren eerst’, schetst Flash kort de tijdslijn van de hiphop. ‘De dj’s volgden als tweede, daarna de breakdancers. Pas een paar jaar nadien deden de mc’s, de rappers, hun intrede.’ Dat Luhrmann voor zijn serie vooral op die vroege wonderjaren van de hiphop focuste, trok Flash over de streep om aan The Get Down mee te werken. ‘Everything in life has a beginning’, aldus de meester. ‘De eerste hiphopplaat verscheen in 1979, en daarna, in de eighties, is hiphop big business geworden. Maar de kiemen werden al veel eerder, in 1969, gezaaid. In die tussenperiode werd disco heel populair, maar wij in de Bronx organiseerden gratis parkfeestjes waar ikzelf, Afrika Bambaataa en Kool Herc een compleet andere sound lieten horen. We draaiden de platen die niemand anders draaide. Alles was heel kleinschalig. Dat is het verhaal dat Baz wilde vertellen, en het is een belangrijk verhaal. Want als je niet weet waar iets vandaan komt, hoe kun je dan weten waar je naartoe wilt?’

Een van de onderbelichte hoofdstukken in de geschiedenis van de hiphop gaat over de allianties die werden gesmeed met punk en new wave. Zo wilde Joe Strummer van The Clash in 1981 per se Grandmaster Flash & The Furious Five als voorprogramma voor enkele shows in New York. ‘Het was raar’, herinnert Flash zich. ‘The Clash vroeg ons voor drie avonden, en onze eerste avond verliep desastreus. We werden uitgejouwd. Buiten de Bronx wist niemand wat hiphop was, en het publiek van The Clash reageerde heel vijandig. Maar Strummer en de anderen vroegen ons om vol te houden, en gaandeweg werden we geaccepteerd.’

35 jaar later weet de hele planeet wat hiphop is, zijn de tussenschotten tussen genres allang verdwenen en kijkt Flash met trots terug op zijn rol tijdens de pioniersjaren. Mist de grootmeester iets uit die tijd? ‘Het meeste van al mis ik de verschillende sounds van de verschillende producers. Ik mis het om een productie van Dr. Dre te horen, ik mis het geluid van een Timbalandplaat of een Pete Rock-productie. Hiphop is minder kleurrijk en verscheiden dan vroeger. Anderzijds is hiphop een kunstvorm die net ontstaan is opdat iedereen er zijn eigen draai aan zou kunnen geven, zowel muzikaal als tekstueel. Zodra hiphop zich buiten de grenzen van de Bronx begaf, begon hij te evolueren. Ook vandaag nog, en dat is nu net het mooie ervan.’

door Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content