‘HET MOCHT EENS LEKKER DECADENT’

© FOTO'S ATHOS BUREZ

Sommige groepen hebben een zetje van het lot nodig. Toen Das Pop tijdelijk de stekker eruit trok, inspireerde dat gitarist-producer Reinhard Vanbergen tot het waarmaken van een jongensdroom: een meidengroep – met hemzelf. Met hun album Guilty Pleasure op zak is The Happy klaar om de Vlaamse podia te veroveren. ‘Enkel een man kan zoiets bedenken: hij alleen in een groep met vier vrouwen.’

Serieus, ik zie er toch uit als een clown?’ We staan in de keuken van fotograaf Athos Burezs studio in Antwerpen, de aankleding voor de komende shoot is volop aan de gang. Naima Joris – belpopspotters kennen haar als achtergrondzangeres en toetseniste van Isbells – is niet meteen gecharmeerd door de outfit die de styliste voor haar heeft uitgezocht, en verdwijnt lichtjes mokkend naar een ander kamertje. In de schminkstoel wacht Isolde Lasoen, al jaren de rechterhand van Daan en Vlaanderens meest bedrijvige drumster. Naast haar, geparkeerd in een zetel en met de laptop op de schoot, zit Reinhard Vanbergen, gitarist van Das Pop en initiatiefnemer van The Happy.

‘We hebben al meer fotosessies achter de rug dan we hebben kunnen repeteren’, zegt Vanbergen. De luide zucht die erop volgt, is vooral schertsend bedoeld, maar verraadt een lichte ergernis. Wist hij dan niet waar hij aan begon toen hij besloot een nieuwe band op te richten en zich daarbij enkel met vrouwelijk schoon te omringen? ‘Het idee is begonnen met één zangeres, en ook Isolde heb ik meteen gebeld, en toen is het, euhm, een beetje uit de hand gelopen. Ik kon niet kiezen.’

‘Al dertien jaar loopt hij op café tegen mij te zagen om samen iets te doen,’ onderbreekt Isolde Lasoen, ‘al sinds we samen op de academie zaten! En begin dit jaar, in februari, had hij ineens enkele nummers klaar en gingen we op zoek naar de juiste stemmen.’ Audities kwamen daar volgens Vanbergen ‘niet echt’ aan te pas. ‘Ik heb wel onder anderen een meisje van de pop- en rockschool in Hasselt geprobeerd. Ze zong heel goed, maar een beetje te glad qua stem – ik wilde vooral uiteenlopende karakterstemmen.’

Een van de eersten die hij aan zich wist te binden was Janne Vanneste, een van de twee groentjes in The Happy en de kleine zus van Brent Vanneste, frontman bij Steak Number Eight. ‘Ik had haar eens horen zingen op een feestje, alleen aan de vleugelpiano. Toen was ze nog maar vijftien, maar ik was danig onder de indruk.’

Toen Janne, die haar eerste liedjes schreef toen ze dertien was, mee het platencontract tekende bij het grote Sony mocht dat enkel in aanwezigheid van mama Vanneste. Het leeftijdsverschil met de overige bandleden wordt duidelijk wanneer een song van Madonna’s Ray of Light-periode door de laptopspeakers schalt en Janne tot algemeen ongeloof bekent dat ze niet weet wie of wat de rest tot meezingen noopt. Ook haar West-Vlaamse accent wordt af en toe pesterig op de korrel genomen. ‘Maar als we bashen is dat met liefde’, zegt Charlotte Caluwaerts, het andere nieuwe, onder een uitbundige bos krullen verstopte gezicht van The Happy. Zingen doet ze al haar hele leven, maar bij The Happy zal dat voor het eerst voor een publiek gebeuren. Met wat aanmoediging van haar familie, en de hulp van een kennis bij de platenfirma van Das Pop manoeuvreerde zij zich onder Vanbergens aandacht. ‘Enkel een man kan zoiets bedenken, hij alleen met vier vrouwen in een groep’, zegt ze.

Zijn daar al ruzies van gekomen, willen we weten. ‘Daarvoor is het nog te vroeg’, klinkt het. ‘We zijn nog niet lang genoeg bezig.’ ‘Klopt’, zegt Lasoen. ‘Je moet eerst de baan op, dan komen meestal de eerste spanningen.’

‘Ik ben voor ruzies vroeg in het ontstaansproces’, valt Vanbergen in. ‘Ruzie maken moet je leren wanneer je in een band zit, het komt er vroeg of laat toch van.’

En wat met vriendschap? ‘Mooi meegenomen, maar geen vereiste om muziek te kunnen maken. Ik heb al meermaals het podium gedeeld met mensen die ik persoonlijk niet kon luchten, maar met wie het muzikaal wel klikt.’

Leiderschap dan? ‘Een goede groep heeft geen leider nodig, tenminste, niet als iedereen zijn deel doet. Bij Das Pop werd Bent Van Looy door het grote publiek automatisch als leider gezien, in de praktijk werden de verantwoordelijkheden netjes verdeeld.’

INTUSSEN DRAAIEN DE VOORBEREIDINGEN voor de fotoshoot op volle toeren. Outfits worden aan de lopende band af- en goedgekeurd, er wordt gediscussieerd over make-up, over de kunst van lachen met je ogen, zonder dat je mond mee omhoog krult – moeilijker dan je denkt. We krijgen er met onze dictafoon met moeite een speld tussen, want ook al kennen de meeste Happy-leden elkaar nog niet zo lang, en al is het van moetens, toch lijkt er al sprake van een hechte band.

‘Isolde is de mama,’ verzekert Caluwaerts, ‘en Reinhard de papa.’

Op de vraag wie van de twee de strengste is, klinkt het in lachend unisono: ‘Isolde!’

Als Vanneste de stille is, en Caluwaerts de uitbundige, wie is Naima Joris dan? ‘Ik ben een zwerver’, zo omschrijft ze zichzelf. Haar plaats bij Isbells is ze sinds een tijd kwijt – iets over ruzies, een ex-lief en moeilijk te omschrijven, ongemakkelijke situaties waar ze liever niet te veel op ingaat. ‘Ik ben ooit beginnen te zingen en gitaar te spelen uit miserie, niet uit ambitie. Daarvoor had ik ook al fotografie gestudeerd en ik heb saxofoon gevolgd aan het conservatorium. Van alles wat, maar niks afgemaakt. Ik was creatief op de dool, The Happy kwam op het juiste moment.’ Met dank aan Lasoen, die zich Joris’ warme altstem herinnerde uit een achtergrondkoortje bij Raymond van het Groenewoud.

En dan is ook haar moment voor de camera aangebroken, een moment dat ze – net als alle andere dames – met professionele flair afwerkt. We bekijken de portrettenreeks op de uitgestalde laptop en concluderen dat Vanbergens vrouwelijke garde bijzonder goed pakt op papier. ‘Ik heb het er nochtans niet om gedaan’, verzekert hij ons. ‘Maar het is natuurlijk mooi meegenomen.’ Dan moet het snel snel naar de volgende locatie, een privézwembad in de buurt van Merksplas. De fotograaf heeft daar liever niet al te veel pottenkijkers bij, dus zit onze tijd er – voorlopig – op.

ENKELE WEKEN LATER SPREKEN WE opnieuw af met Vanbergen, in alle rust, bij hem thuis te Gent. In de zetel ligt zijn tienjarige dochter Billie voor de televisie gedrapeerd – ‘zij vindt The Happy enig, meteen vier grote zussen erbij’ -, tussen ons staat een fles Spaans rood. Dat praat wat makkelijker, want dit is niet Vanbergens favoriete uitgangspositie: ‘Fotosessies, interviews, televisieoptredens… ik vind het niet zo leuk, neen. Clips opnemen, nog zoiets. En dan verplicht worden om te acteren: verschrikkelijk. Of live op televisie praten, ik zak door de grond van schaamte. Er zijn mensen die heel goed om kunnen met het circus rond de muziek, maar ik dus niet. Maar kijk, ik heb nu vier frontvrouwen, en stilletjes hoop ik dat zij die functie op zich kunnen nemen.’

Waarom moest je zo nodig een nieuwe band uit de grond stampen tijdens de break van Das Pop? Je kon, zoals Bent Van Looy, ook solo gaan.

REINHARD VANBERGEN: Er zal ook solowerk van mij verschijnen, maar dan van een heel andere orde dan The Happy. Ik blaas mijn alter ego Herbert Lanckhorst opnieuw leven in. Typ dat in op Google en je zult tientallen, obscure releases terugvinden die ik heb geproducet onder die naam. (lacht) Ik gebruik dat pseudoniem vooral voor klassieke stukken met strijkers, het is mijn orkestrale uitlaatklep. Nu heb ik een groot aantal overschotjes bijeengebracht om uit te brengen op cd, onder meer een stuk dat ik ooit geschreven heb voor het stadsfestival OdeGand. Dat stuk is slechts één keer uitgevoerd, en het is toch leuk dat dat nu voor het nageslacht wordt bewaard.

En de tussentijd volmaken als producer, was dat geen optie?

VANBERGEN: Ik ben in eerste instantie toch een betere muzikant dan producer, en ik had gewoon een outlet nodig. Daarbij heb ik iemand nodig om achter te staan. Ik kan best een leider zijn, maar geen frontman. Plus, het ligt niet vast hoe lang de break met Das Pop precies gaat duren, daar is niks over afgesproken. Ik was dus eigenlijk wel verplicht om met iets nieuws op de proppen te komen. En als het goed loopt met The Happy, dan zal de terugkeer van Das Pop desnoods even moeten wachten.

Vervang de meisjes in The Happy door jongens en…

VANBERGEN: Je zit met een andere versie van Das Pop, dat besef ik maar al te goed. (lacht) Ik snap het zelf nog niet goed hoe dat gekomen is. Muzikaal zijn er wel verschillen, maar qua concept liggen beide groepen dicht bij elkaar. Al gaat The Happy wel wat verder dan Das Pop, vooral in het schaamteloos ‘pop’ zijn. Er staan nogal extreme dingen op de plaat, en we zoeken meer dan eens het randje op. Het hoefde allemaal niet te serieus te zijn, het mocht eens lekker decadent, en met een titel als Guilty Pleasure kunnen we ons gelukkig het een en ander veroorloven.

Bij Das Pop neemt Bent Van Looy de teksten voor zijn rekening, deze keer moest je dat zelf doen?

VANBERGEN: Ook Charlotte en Isolde hebben op dat vlak hun duit in het zakje gedaan, maar ik ben zelf in de pen moeten kruipen, ja. Afschuwelijk vond ik het. (lacht) Het was minstens tien jaar geleden dat ik nog eens teksten had geschreven, het voelde alsof ik terugkeerde naar mijn puberteit. Ik heb gelukkig al gemerkt dat mensen niet té veel aandacht aan de teksten besteden, en zolang je refrein goed zit, raak je blijkbaar met veel weg, zelfs de grootste onzin. Verpak het mooi en het wordt vanzelf geloofwaardig.

Dat zou een goede definitie van popmuziek kunnen zijn.

VANBERGEN: Ik hoop dat de mensen zich bij het beluisteren van onze plaat vooral amuseren. Je vertelde me eerder dat je een paar keer goed hebt moeten lachen. Dat beschouw ik als een compliment.

De vlag dekt de lading. Vreemd eigenlijk, dat niemand er ooit op is gekomen om zijn of haar groep The Happy te noemen.

VANBERGEN: Sterker nog: de deal met Sony was al rond nog voor we een naam hadden. (lacht) Vierentwintig uur voor we het contract gingen tekenen, is er nog druk heen en weer gebeld: ‘Mannen, we hebben nú een groepsnaam nodig.’ The Happy was bijna van het lijstje geschrapt wegens te voor de hand liggend, maar bleek vreemd genoeg nog niet bezet.

Hoe komt het dat jullie contract zo snel rond was?

VANBERGEN: De eerste vier nummers die ik voor The Happy schreef, hebben we meteen rondgestuurd om te polsen of er interesse was. Toen was enkel bekend dat Isolde erbij betrokken zou zijn. Op basis van die vier songs, waaronder ook de eerste drie singles, hebben we ons van een deal verzekerd. En het is een goed contract, ze geloven er echt in. Sowieso komt er een tweede album, want ik wil met deze groep ook een keer echt de studio in. Nu heb ik in sommige gevallen bijna alles zelf ingespeeld.

Je hebt viool gestudeerd, is dat een handige basis voor een multi-instrumentalist zoals jij?

VANBERGEN: Ik ben vooral goed in snaarinstrumenten. Van viool naar mandoline is een kleine stap qua vingerzetting, van mandoline naar gitaar is ook niet zo’n aanpassing. En dan heb je de banjo, en nog een pak andere, kleinere snaarinstrumenten. Met een basgitaar kan ik dus ook uit de voeten, en drummen of percussie lukt me ook aardig. Enkel keyboards en piano lukt me niet zo goed, maar ik ken wel mijn toonladders, dus in de studio trek ik me uit de slag.

Ken je als klassiek geschoold muzikant meer guilty pleasures dan de doorsneemuziekliefhebber?

VANBERGEN: Oh maar, ik heb jazz gedaan, dat is dus eigenlijk nog een tandje erger dan klassiek geschoolde muzikanten. (lacht) Op mijn diploma staat ‘meester in de jazzviool’ – kom daar maar eens mee aanzetten bij de RVA! (lacht) Ik ben ooit klassiek begonnen, maar het lag me niet. Je moet echt leven als een topsporter om in dat wereldje uit te blinken. De combinatie jazz-Das Pop was makkelijker om te dragen – ik ben pas afgestudeerd toen onze eerste cd al uit was.

Maar we hadden het over guilty pleasures. Als popmuzikant tout court ken je er uiteraard veel, en niet alleen op muzikaal vlak.

Hoe bedoel je?

VANBERGEN: Het goede leven, hé, met alle verleidingen en verlokkingen van dien. Bijna alles wat verslavend is, zoals alcohol en drugs, is een guilty pleasure. Tenminste, áls je je er achteraf schuldig over voelt. (lacht) Op het vlak van muziek kom je haast automatisch bij de jaren tachtig terecht, voor onze generatie hét tijdperk waarin massa’s onweerstaanbaar foute dingen zijn uitgebracht, de hoogdagen van goedkope synthesizers en de saxofoonsolo. (lacht) Maar zie, vandaag de dag kan zelfs een goed gemikte saxsolo weer; het is tegenwoordig erg moeilijk om de grens te trekken tussen wat ‘fout’ en wat ‘goed’ is.

Waar ligt die grens bij The Happy?

VANBERGEN: De djembé! Als er één instrument is dat ik haat, is het wel die verschrikkelijk irritante djembé. Samen met de didgeridoo te allen tijde te mijden, en liefst van al op de brandstapel ermee. Niks tegen conga’s, maar de djembé is de kitsch héél ver voorbij. Een saxofoon moet wel kunnen. Op het laatste Das Pop-album stond al een veelbesproken saxsolo, en nu probeer ik Naima, die in enkele maanden basgitaar geleerd heeft, te overhalen om minstens één gitaarsolo over te nemen op sopraansax, het instrument dat ze gestudeerd heeft. Ze spartelt nog tegen, maar één keer we live goed op elkaar ingespeeld zijn, komt het er wel van. Want ik heb alvast één cliché over vrouwen bevestigd gezien in The Happy: ze zijn inderdaad – en gelukkig voor mij – beter in multitasking. (lacht)

GUILTY PLEASURE

Uit bij Sony.

Styling van de fotoshoot: Nina Byttebier, make-up/hair Adelien De Puysseleyr voor MAC.

DOOR JONAS BOEL – FOTO’S ATHOS BUREZ

Isolde Lasoen ‘AL DERTIEN JAAR LIEP REINHARD OP CAFÉ TEGEN MIJ TE ZAGEN OM SAMEN IETS TE DOEN.’

Reinhard Vanbergen ‘ALS HET GOED LOOPT MET THE HAPPY, ZAL DE TERUGKEER VAN DAS POP DESNOODS EVEN MOETEN WACHTEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content