Ooit verveelden Blur en Oasis met een door de media georkestreerde vete tussen de ‘working class’ en de ‘middle class’. Nu die competitie stil ligt, krijgt Radiohead serieuze vegen uit de pan van frontman Damon Albarn, net als de politici in zijn land. ‘Ik draag mijn hart op de tong.’

think tank Uit op 5/5 (ParlophoneEMI)

‘Pop begint in slaapkamers en eindigt in supermarkten’, zei frontman Damon Albarn op het hoogtepunt van Blur. De kans dat hun zevende album Think Tank het geluidsbehang van uw favoriete winkel wordt, is echter gering. De eerste drie albums van Blur stonden nog vol luchthartige popsongs, maar na het immense succes van Parklife wijzigden Albarn en kompanen hun koers. De groep werd steeds minder schatplichtig aan The Kinks, en verrijkte zijn horizon met nieuwe, experimentele geluiden.

Gitarist Graham Coxon was op dat moment de grote roerganger en hits als Song 2 en Coffee & TV mag hij grotendeels op zijn conto schrijven. Coxon sprak helaas even graag de fles aan als zijn muzikale genie. Wederzijdse irritatie binnen de groep deed hem uiteindelijk kiezen voor een solocarrière. Op Think Tank sluimert zijn geest nog – in afsluiter Battery In Your Legs speelt hij zelfs mee, en Sweet Song zou over hem gaan -, maar verder hoor je een groep die het verlies in stijl probeert te verwerken. Damon Albarn heeft de groepsteugels in elk geval steviger aangetrokken. Op Think Tank zijn duidelijk echo’s te horen van Gorillaz en Mali Music, zijn nevenprojecten. Het geheel is al bij al een wispelturig en vaak moeilijk album. De bierdrinkende voetbalfans uit Parklife maken plaats voor achterdocht voor de regering en voor de Moroccan Peoples Revolutionary Bowl Club (de plaat is overigens grotendeels in Marrakech vastgelegd). Blur klinkt in Out of time als een wereldgroep, in Crazy Beat als Millionaire en – het moet gezegd – in Battery in Your Leg als tijdverlies. Graham Coxon liet zich ondertussen al ontvallen dat hij na het beluisteren van de plaat maar één conclusie had: ‘Blij dat ik niet meer in die groep zit!’ Maar dat is – geheel in de stijl van Coxon – schromelijk overdreven.

Enkel‘Me White Noise’ – nota bene de ghosttrack op ‘Think Tank’– is typisch Blur: een simpele song die makkelijk in het gehoor ligt. Was dat een statement?

Damon Albarn: Misschien wel. We zaten niet te broeden op radiohits – die periode hebben we nu wel achter de rug. Als songwriter kan ik me met de jaren steeds makkelijker terugvinden in de aanpak van David Bowie: hij gaat iedere keer op zoek naar een nieuwe, volwaardige reden om weer de studio in te duiken. Het is een hele uitdaging, maar ze zorgt ervoor dat het vuur blijft knagen. Als ik geen muzikale uitdaging meer vind, zal je wellicht niets meer van me horen, denk ik.

Wie graag songteksten ontleedt, heeft geen vette kluif aan dit album. ‘Think Tank’ klinkt soms als een filmscore.

Albarn: Ik gebruik inderdaad niet veel woorden meer in mijn nummers. De teksten zijn vaak erg kort, of ik zing maar in één helft van de song. Sinds Gorillaz ben ik meer en meer in die richting geevolueerd. Ik wil met mijn muziek vooral beelden en indrukken creëren. Dat is niet echt commercieel, besef ik, maar ik vind dat de schoonheid van sommige melodieën je sneller grijpt op die manier. Nu, het is goed als mensen zouden denken dat dit een moedige plaat is – want dat is het ook! ( grijnst)

Je hebt wel wat ervaring met film: in ‘Face’ van Antonia Bird speelde je een dronkaard. Iemand vertelde me dat je daarvoor aan method acting deed en zo ziek als een rund werd.

Albarn: ( grijnst) Ik zat in een pub en raakte heel stoned en dronken… nu ik eraan terugdenk, word ik zo weer onpasselijk. Ik moést omwille van die rol wel heel dronken zijn, vond ik. Anders lijk je voor de kijker nogal out of place in een pub, nietwaar? Die cameo was mijn enige echte filmrol. Het was een fantastische ervaring, maar ik ben meer in de wieg gelegd voor muziek. Ik zit me niet echt te haasten om nog eens in een film mee te spelen. Ik ben Britney Spears niet. Ik ben een muzikant en geen acteur – zo ver zit ik in mijn zelfanalyse.

Je volgde toch een dramaopleiding?

Albarn: Ja, maar dat bleek heel snel een foute beslissing. Ik heb het één jaar volgehouden, net genoeg om te beseffen dat ik me eigenlijk met muziek wilde bezighouden. So I bailed out and saved everyone: de tijd en de moeite die het zou hebben gekost om mij iets te leren, konden ze beter investeren in iemand die wel acteerambities koestert.

Op dit album weerklinken echo’s uit je vorige projecten: Mali Music en Gorillaz. Mag ik daaruit afleiden dat jouw invloed op de groep groter is dan ooit?

Albarn: ( beslist) Ik was altijd al degene die de songs schreef, maar ik zie mezelf als iemand die met anderen samenwerkt, en niet als een soloartiest. Ik hou ervan om me te mengen in projecten met andere muzikanten, zeker als ze over meer technische vaardigheden beschikken dan ik. Maar door het wegvallen van Graham speel ik op Think Tank ook gitaar, dus ja, mijn invloed zal op deze plaat wel het sterkst geweest zijn. De plaat moest er hoe dan ook komen, met of zonder Graham. We moesten het met drums, basgitaar en de stem doen en de rest van de plaat is min of meer opgebouwd rond die drie instrumenten. Van daaruit experimenteerden we met andere mogelijkheden. Om die reden vaart Think Tank ook een andere koers dan de vorige albums.

Geloof je in voorbestemming? Toen je relatie met Justine Frishman van Elastica spaak liep, kocht je een appartement met Jamie Hewlitt. Daar ontstond jullie Gorillaz-idee. En op zijn beurt was Gorillaz een blauwdruk voor deze plaat.

Albarn:Bwoah… je hebt misschien gelijk over het Gorillaz-album; die plaat zou wellicht niet bestaan zonder alle privé-gedoe ervoor. Maar ik kende Jamie al lang toen we gingen samenhokken: zijn relatie was ook naar de vaantjes en daarmee zaten we in a similar headspace. We hebben ons trouwens nooit als eenzame kniesoren gedragen. Integendeel, het was een fantastische periode: we hielden bijna doorlopend feestjes. Als je jong, single en rijk bent, wie zou er dan géén lol hebben? ( lacht)

Aan de hoes van dit album te zien, hebben jullie momenteel minder zin om te feesten.

Albarn: Jij wel misschien, met alles wat er nu gebeurt?

Blur schreef vroeger satirische songs over het burgerleventje. Nu spreek je over hoge politieke idealen. Vanwaar die metamorfose?

Albarn: Het keerpunt kwam er ongetwijfeld na Parklife. De gevolgen van dat album voor onze populariteit veranderden ook de manier waarop mensen ons benaderden. Belangrijke politici probeerden ons voor hun kar te spannen om hun eigen duffe imago op te krikken – ze zagen Blur plots als een zaak van politiek belang. Daarom ging ik me met politiek bezighouden. Mijn vorm van oppositie tegen de huidige regering is gewoon karma voor die periode – voor wie daarin gelooft, tenminste. Zij moeten nu maar opdraaien voor het monster dat ze zelf wilden creëren. In essentie komt het erop neer dat ik het niet eens ben met wat de regering vandaag propageert, en in deze democratie heb ik het recht om gehoord te worden. Het is handig meegenomen als je daarvoor al een platform hebt: het podium.

Michael Stipe zat naast je tijdens de Europese MTV-awards. Bij je speech hekelde je de houding van Amerika tegen Afghanistan…

Albarn:… en nog voor ik terug op mijn plaats zat, was hij verdwenen, right. Ik weet niet wat Michael bezielde – hij heeft toch de reputatie van een politiek correct en bevlogen persoon. Elk woord lag toen wel erg gevoelig: het was not done om zo kort na 11 september af te geven op de Amerikaanse regering. Maar ik zag de tragedie van de Twin Towers niet als een argument om geweld tegenover Afghanistan toe te laten.

Om deze plaat te promoten, brachten jullie een paar maanden geleden op limited edition een single uit, ‘Don’t Bomb When You’re the Bomb’. Een verzending daarvan is door de politie teruggevonden op een treinplatform en uit veiligheidsoverwegingen opgeblazen. Zie je dat als een grap of vind je het om te huilen?

Albarn: Het was een slecht idee om in tijden van paranoia in vette letters ‘Bomb’ te schrijven op de kartonnen dozen waarin de singles werden verzonden: ik kan begrijpen dat iemand dan automatisch aan een terroristische aanval denkt. Natuurlijk kan ik met zulke dingen lachen – het is volkomen ridicuul. Maar veel zaken die momenteel gebeuren, lijken me ontzettend absurd; het is gewoon één grote grap.

Is dat ook niet een beetje de rode draad in het bestaan van Blur: ten top gedreven absurdisme?

Albarn: ( lacht) Zo gaat dat nu eenmaal bij ons. Vroeger had ik daar last mee: alles leek één complot, zo voelde ik het toch aan. Ik verdacht bepaalde instanties – bands en media vooral – ervan dat ze een complot smeedden tegen ons. Zelfs als we succes hadden, leek het geen overwinning: misschien steunden ze ons enkel, zodat de neergang en de smak op de grond nog harder zouden aankomen. Nogal miserabel, is het niet? De waarheid is dat ik een onconventioneel persoon ben. Als je zoals ik niet orthodox denkt en handelt, dan mag je je aan de vreemdste zaken verwachten.

Je zei ergens dat ‘Think Tank’ het volgende album van Radiohead zal laten lijken op een Travis-plaat. Twéé vijanden maken in één quote: die zit!

Albarn: ( verbaasd) Waar heb je dat gelezen? Want dat lijkt sterk op iets dat volledig uit de context werd gerukt.

In de ‘Sydney Morning Herald’, om eerlijk te zijn.

Albarn: ( grijnst) Wat ik bedoelde, was… you know, dat ons album heel… heel goed is. Ik wéét dat mijn uitspraak over Travis en Radiohead niet snugger is en dat ik er mensen mee beledig, maar dat zal wel typisch zijn voor mij. Ik draag mijn hart op de tong. Dat was vroeger ook al zo. Op school stak ik vaak mijn hand in de lucht, zonder dat ik het antwoord wist, en nu nog steeds. Wat ik in de vredesbeweging doe, is ook zoiets. Alleen, nu ik volwassen ben, geef ik niet op tot ik het antwoord weet.

Jullie zijn een groep van tegenstellingen, van afwisselend inktzwarte songs en zorgeloze meezingers. Hoe rijm je dat?

Albarn: We geven onszelf altijd de vrijheid om die tegengestelden te verenigen. Dat is ook mijn probleem met Radiohead: ze lijken zich doelbewust te willen beperken op muzikaal vlak. Ze stellen zich op als vernieuwers die constant experimenteren, maar ik vind dat ze voortdurend op de vlakte blijven: echte risico’s nemen ze niet op hun platen, toch?

Toen ‘The Great Escape’ uitkwam, zei je in een interview in dit blad dat je het grootste concert van de eeuw wou spelen op oudejaar 1999. Daarna zou Blur ermee kappen. Het is toch anders gelopen.

Albarn:(grinnikt) Daarom weiger ik nog Grootse Voorspellingen te doen. Ik aanvaard nu dat niets in je eigen macht ligt. Ik zou liegen als ik beweer dat ik toen geen enorme vat had op wat in het verschiet lag voor de groep: ik had een bepaald verwachtingsscenario uitgestippeld. Nu ligt dat anders: ik kan niet eens de krijtlijnen uittekenen voor de volgende drie maanden.

Blur kon wel al tot de geschiedenis behoren. Als we de tabloids mogen geloven, werd je enkele jaren geleden in ware Tupac-stijl door bendeleden beschoten, nadat je ze iets te lang had aangestaard. Wat is daarvan aan?

Albarn: Dat verhaal is helemaal niet waar, wat dacht je wel?! Ik zat alleen in een taxi in Washington, en we moesten stoppen voor een rood licht. In de wagen naast me gleed de zijruit naar beneden en een kerel richtte zijn revolver op mijn hoofd. Dat was wel een behoorlijk surreëel moment. Maar het stemde me niet ineens tot nadenken over mijn leven of zo: I was just the wrong person in the right time. (grijnst)

Dat verhaal werd natuurlijk erg aangedikt door de media: plots las ik dat ik uitdagend keek alsof ik mijn leven moe was, en dat ze daarom hun vuurwapens bovenhaalden. Maar wees gerust: de kogels floten niét in het rond. Ik heb nog te veel op mijn programma staan om nu al te sterven.

Door Gunter Van Assche

‘Radiohead doet alsof ze zich constant vernieuwen, maar ik vind dat ze eigenlijk op de vlakte blijven: echte risico’s nemen ze niet op hun platen, toch?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content