De Lucas-mythe in zes episodes: van de verpletterende openbaring tot het ‘Star Wars’ imperium.

Door Jo Smets

Auto’s, films en ranches

Het leven van George Lucas is, naar Amerikaanse gewoonte, de verwezenlijking van een visioen, zelfs een obsessie. ‘Eerst deed ik het met auto’s, daarna met film, en nu doe ik het met de ranch’, vertelde hij eind jaren ’70 ietwat cryptisch aan zijn biograaf. De ranch waarvan sprake is de Skywalker Ranch, een immens landgoed waarin hij sinds de jaren ’80 onafgebroken zijn energie stopte, zijn zakenimperium onderbracht en zich tot op vandaag ver van de boze buitenwereld kon opsluiten.

Het verhaal begint trouwens op een andere ranch: in Modesto, Californië, op 14 mei 1944. Vader Lucas wou dat George de familiezaak in kantoorbenodigdheden overnam, maar de jongeman had iets anders in gedachten: beroepsracer worden. Helaas: in 1962, pas van de middelbare school, scheurde hij met zijn customized Fiat over de bochtige wegen omheen Modesto, zag plots een tegenligger en lag even later zwaargewond in een weiland. De auto was vijfmaal over de kop gegaan vooraleer tegen een boom uiteen te spatten en had George er onderweg uitgegooid – zijn redding. Niemand durft zo ver te gaan ook dit een nefast gevolg van gordelloos autorijden te noemen, maar de crash stond garant voor een ‘openbaring’ van formaat: George zou zich voortaan vastbijten in de studie, niet meer van auto’s, maar van films.

THX

Dit zijn de drie letters die Lucas’ waarmerk in de business vormen. Allereerst maakte hij op de filmschool een fel opgemerkt eindwerk, Electronic Labyrinth: THX-1138: 4EB. Voor American Zoetrope, het bedrijf dat hij in 1969 oprichtte met Francis Ford Coppola, regisseerde hij een langspeelversie van die studentenfilm: THX-1138. Warner Bros. financierde, maar gruwde van de koele, zwaarmoedige SF-prent. Er werd fors geknipt en Lucas’ eersteling stierf een kleine distributiedood.

Een jaar later richtte George Lucasfilm Ltd. op, waarmee hij American Grafitti op stapel zette. De puike terugblik op de tienerjaren van snelle auto’s en doelloos gedrag in smalltown USA werd een hit en maakte van Lucas een miljonair. THX-1138 verschijnt even op een nummerplaat in American Grafitti, maar zou na Star Wars de naam leveren voor Lucas’ bedrijf dat inzake beeld- en geluidspresentatie in bioscoop en home theatre de standaard zette: THX. Ook creatief bleef de eerste film spoken: ‘Als ik ooit opnieuw ga regisseren,’ zei hij nog in een Knack-interview uit 1988, ‘zal het eerder in die richting gaan.’ Intussen weten we beter, want tot veel meer dan de 1138 op de rug van een droid kwam Lucas in The Phantom Menace niet.

Sprookjes, mythen en legenden

Tijdens zijn filmschoolstudies raakte George in de ban van de menswetenschappen en van sprookjes. Het was echter al op zijn ziekbed dat hij het idee van ‘The Force’ opdeed en als een bezetene geschriften in vergelijkende mythologie begon te doorpluizen, o.m. van Joseph Campbell. De Star Wars-mythe, zo luidt het, is een middeleeuws bouwwerk van archetypische en iconografische figuren. Drie jaar geleden, ten tijde van The Phantom Menace, zond het tijdschrift Time Bill Moyers uit voor een praatje met Lucas over ‘de ware theologie van Star Wars’. Hun dialoog, schrijft Steven Hart op Salon.com, leest als de nota’s van het College van Kardinalen op een flinke dosis lachgas. Met dat verschil dat er niemand lachte. Bloedserieus vertelt Moyers dat Star Wars in 1977 zoveel succes had omdat mensen niet langer spiritueel heil zochten via traditionele geloofskanalen. Dat zou dan moeten betekenen dat zij wel heil vonden in een manicheïstische, bordkartonnen recyclage van 20e-eeuwse SF-vondsten.

‘Gij zult nooit meer regisseren’

Het is een beetje overbodig het te vermelden, maar in augustus 1976 was Lucas nog het einde nabij. Zowat alles wat kon mislopen tijdens de laatste draaidagen van Star Wars liep mis. En na een eerste visie zei hij: ‘Ik heb een Disneyfilm gemaakt, een kruising tussen Willie Wonka and the Chocolate Factory en The Computer Wore Tennis Shoes.’

Brian De Palma, een van Lucas’ brat-pack-generatiegenoten, schaterde het uit over de boosaardige Stormtroopers, Darth Vaders soldaatjes: ‘Wie zijn die kerels die zich hebben opgekleed als The Tin Man uit Oz?’ Lucas moest zelfs even naar het ziekenhuis met pijn in de borst, goed voor een tweede openbaring: ‘Ik zou geen films meer maken, niet meer regisseren..’ Jawel, van ’77 tot ’99 – magische cijfers – stond George geen moment meer achter de camera. Hij produceerde hits als de drie afleveringen rond Indiana Jones en flops als Tucker, Howard the Duck en Willow.

Het Lucasimperium

In 1992 ontving Lucas al de Irving G. Thalberg Award van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences. George deelde niet het creatieve genie, wel de eigenschap van bescheidenheid met de MGM-filmmogul en de wereld is dankzij hem een filantropisch zakenimperium rijker: Lucasfilm (dat ook de THX Group omvat), LucasArts, Lucas Digital (dat ook Industrial Light & Magic en Skywalker Sound herbergt), Lucas Licensing, Lucas Learning, Lucas Online en The George Lucas Educational Foundation.

Van al dat nominaal vertoon gaat je hoofd duizelen, maar het weze de man gegund. Hij bewees de industrie namelijk een grote dienst: ‘Van de 1,5 miljard dollar die Star Wars opbracht, ging de helft naar bioscoopuitbaters. Die bouwden multiplexen en gaven zo de art house-regisseurs meer schermen om hun films te tonen.’ Yeah, right. Ter vergelijking: Crouching Tiger, Hidden Dragon (toch niet de kleinste onder de art house movies) kwam in de VS in zijn opening weekend op 16 schermen uit, The Phantom Menace op 2970!

The Fandom Menace

In december 2001 gonsde het Net (en meer bepaald: TheForce.net) van de opwinding: Lucasfilm en Atomfilms(.com) zouden een wedstrijd cosponsoren voor fanfilms die door de mythologie waren geïnspireerd. Hoewel de arme George al zijn best had gedaan om de afhakende fans weer op te vissen, werd deze reclamestunt toch de kroon op zijn werk als ‘verrader’ van zijn trouwste aanbidders en superkruidenier (check zelf maar eens de financieel-strategische release van video’s en dvd’s). Wat bleek namelijk? Lucas wou om redenen van copyright niets te maken hebben met fanfilms die op een ernstige en digitaal-technisch soms zelfs superieure manier zijn mythe gebruikten. Alleen documentaires en satires kwamen in aanmerking.

De uitreiking op 3 mei dit jaar, tijdens een meeting van tienduizenden fans, was dan ook voorbestemd meer een oefening in het typische Lucas-protectionisme te zijn, dan een ode aan degenen die al 25 jaar lang Lucas’ geldpotten meer dan fatsoenlijk vulden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content