BACK IN THE USSR – In Het boek van de eeuwige korte liefdes keert Andreï Makine terug naar de Sovjet-Unie van zijn jeugd, naar de jaren zeventig onder de grijze Brezjnev, die een dissident niet meer liet executeren zoals in de tijd van Stalin. ‘Men laat hem nu langzaam sterven, met onverstoorbare bureaucratische traagheid: proces, veroordeling, vrijlating, nieuw proces…’

Andreï Makine, De Geus (originele titel: Le Livre des brèves amours éternelles), 192 blz., ? 19,95.

Andreï Makine zag het levenslicht in 1957 in het Siberische Krasnojarsk en groeide op in de stad Penza, in het hart van communistisch Rusland. Na zijn studies filologie en filosofie werkte hij als redacteur voor een literair tijdschrift en doceerde hij filosofie aan de universiteit van Novgorod. In 1987 nam hij deel aan een uitwisselingsprogramma, hij reisde naar Frankrijk en vroeg er asiel aan. Bij gebrek aan een fatsoenlijk huis, sliep hij in een crypte op een kerkhof in Parijs, waar hij ook zijn eerste roman in het Frans schreef. Geen enkele uitgever wilde die uitgeven, tot hij hen wijsmaakte dat hij het boek in het Russisch geschreven had en het door een Fransman had laten vertalen. De Franse overheid weigerde hem jarenlang het staatsburgerschap, tot hij in 1995 met Het Franse testament de prestigieuze Prix Goncourt én de Prix Médicis won. Het minste wat je van Andreï Makine kunt zeggen, is dat hij een supergetalenteerde literaire doordouwer is met een opmerkelijke levensgeschiedenis.

Net als in veel van zijn andere romans keert Makine ook in het gevoelige, maar af en toe keiharde Boek van de eeuwige korte liefdes terug naar het leven in de Sovjet-Unie zoals hij dat tot zijn dertigste kende. De nog jonge verteller maakt op een 1 meistoet in een Noord-Russisch stadje kennis met de doodzieke dissident Dmitri Ress, bijgenaamd ‘de dichter’, die er in totaal vijftien jaar strafkamp op zitten heeft. ‘Op het moment dat we elkaar ontmoetten, was hij vierenveertig, kaal, tandeloos en aangetast door kanker en zag hij eruit als een ziekelijke tachtiger.’ Ress’ misdrijf: twintig jaar eerder had hij een affiche geschilderd waarop hij partijleiders afgebeeld had als varkens. De jonge Ress wordt opgepakt, maar toont geen spijt. ‘Een onvergeeflijke houding’, schrijft Makine met een vlijmscherp gevoel voor sarcasme. ‘Niettemin waren de rechters mild in hun oordeel: drie jaar strafkamp met gewoon regime.’ Niet lang na zijn vrijlating wordt Dmitri Ress weer opgepakt en belandt hij in een kamp met een strenger regime. Maar Ress bindt niet in. Vlak voor de verteller afscheid wil nemen, troont Ress hem mee naar een woonblok. Daar vangen ze een glimp op van een knappe vrouw en een kind die uit een chique dienstauto stappen. Een paar maanden later is Dmitri Ress dood. Het leven van de verteller gaat verder, hij zoekt het geluk in de armen van een vrouw en Ress wordt een vage herinnering. Pas vele jaren later zal hij de echte reden ontdekken waarom ‘de dichter’ de mooiste jaren van zijn leven in de ellende van de goelag doorbracht.

JAN STEVENS

SLEUTELZIN: SINDS MIJN JEUGDJAREN KEERT DE HERINNERING AAN DEZE TOEVALLIGHEID EVEN NADRUKKELIJK ALS VAAG TERUG, ALS EEN RAADSEL WAARVAN JE BLIJFT HOPEN OOIT DE OPLOSSING TE VINDEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content