Mooi: vijftig jaar geleden sloeg Alain Resnais met Hiroshima mon Amour het pad van de filmvernieuwing in. Mooier: op het voorbije Festival van Cannes zag hij zijn jarenlange experimenten bekroond met een Lifetime Achievement Award. Mooist: met Les herbes folles blijft hij – 87 intussen – verrassen. Muze Sabine Azéma (60) kan haar vreugde niet verbergen.

Haar wilde rode haardos steelt de show in de film, op de affiche, en als ze de frieten van haar bord prikt en met twinkelende ogen de eerste vraag afwacht. Sabine Azéma is in haar element. Je zou voor minder: haar 87-jarige levensgezel bewijst met Les herbes folles dat hij nog steeds uitdagend ongrijpbare films in zich heeft. De eeuwige vernieuwer experimenteert met kleur, toonaard en vertelstructuur alsof hij L’année dernière à Marienbad (1961) gisteren nog heeft gedraaid en bespeelt bekende thema’s als vervreemding, door liefde veroorzaakte chaos, de ondoorgrondelijke wegen van de mens en het verlangen naar verlangen met een verfrissende lichtvoetigheid.

‘Ik maak films zoals ze zich aandienen’, vertelde Resnais in Cannes. ‘Je zou kunnen denken aan de surrealistische school en de écriture automatique, waarbij je het onbewuste voor het bewuste laat praten. Maar met die gedachte begeef ik me op glad ijs. De autodidact in mij tikt nu op mijn schouder en stelt voor om te zwijgen.’ ‘Les herbes folles is een adaptatie van L’incident‘, vervolgde hij. ‘Ik heb de fascinerende, betoverende roman van Christian Gailly zo trouw mogelijk gevolgd. Hij is een specialist in het stellen van vragen en hoedt zich voor antwoorden. Dat probeer ik met de film ook te doen. Mensen kunnen wel naar elkaar kijken en veronderstellingen maken of oordelen vellen. Maar uiteindelijk laten we onze werkelijke motivaties, driften of geschiedenis nooit k ennen. Reken niet op mij om onthullingen te doen. En Gailly zwijgt nog luider dan ik.’

We beproeven ons geluk dan maar bij levensgezel en muze Sabine Azéma – tenslotte sprankelt zij in een van de hoofdrollen. De actrice speelt in Les herbes folles een tandarts en zondagspilote die toevallig in contact komt met een vreemde man (André Dussollier, die andere fetisjacteur van Resnais) met wie ze een absurde flirt begint. De relatie kent een amusant grillig verloop omdat ze allebei wel proberen zichzelf in de hand te houden, maar uiteindelijk zwichten voor de lokroep van de onredelijkheid. Beiden hebben er een handje van weg zichzelf op het verkeerde been te zetten.

Sinds 1983 leef en werk je samen met Alain Resnais. Kijk je daar soms nog van op?

Sabine Azéma: Toen ik op de set van La vie est un roman aankwam, mijn eerste film met Alain Resnais, dacht ik niet dat ik op een dag over onze negende of tiende samenwerking zou zitten te vertellen. Elke film is een ander verhaal, al zijn sommige gezichten dezelfde. Tussen Alain, André Dussollier, Pierre Arditi en mezelf broeit er wat, iets mysterieus dat we zouden moeten kunnen analyseren. Maar er komen ook telkens nieuwe acteurs bij en dat zorgt voor zuurstof. De kaarten worden anders geschud. Tenslotte veranderen we zelf ook. Ik lijk niet meer op het kleine, jonge meisje uit La vie est un roman. Kijk maar naar mijn haar. Toen was het kort. Nu geef ik het vrij spel en blijkt het alle richtingen uit te groeien, als onkruid. Ook Alain is telkens anders, al was het maar door de invloed van de dingen die hij gezien en meegemaakt heeft in de maanden die aan de opnames voorafgaan. Hoe dan ook, de samenwerking met hem is het mooiste cadeau dat ik in dit bestaan kon krijgen.

Hoeveel vrijheid gunt Resnais je als actrice?

Azéma: Les herbes folles is een film die erg om de vorm bekommerd is. De acteurs zijn niet het centrum van de film. We zijn veeleer noten in de partituur van Resnais: veel tekst hebben we niet, maar het ritme en de manier van bewegen zijn heel belangrijk. Er was een goede verstandhouding tussen Alain en de directeur de la photographie Eric Gautier. Ze hebben zich geamuseerd met het maken van tableaux vivants door met licht en kleur te spelen. In de mise-en-scène heeft Alain zich helemaal kunnen uitleven. Als acteur stapte je zo een tafereel binnen.

Toch heb ik de pretentie om te zeggen dat ik mijn steentje heb bijgedragen. Aan de dialogen en het solide scenario raken we niet, maar daarbuiten is het aan ons, acteurs, om onze ideeën en persoonlijke creativiteit in de weegschaal te gooien. In het begin ‘schrijf’ ik mijn personage. Ik probeer me haar leven in te beelden, haar innerlijke wereld, haar dromen. Ik vul haar door haar een geschiedenis mee te geven.

Ik vind dat een acteur het aan zichzelf verplicht is om binnen de creatie van de regisseur ook zelf te creëren. Alain Resnais stimuleert ons ook om dingen aan de film toe te voegen. Hij wil dat we zelf met ideeën afkomen. Hij geeft geen ellenlange aanwijzingen: soms beperkt hij zich tot een woord of een kleur, want het is niet de bedoeling dat we zijn idee kopiëren. Hij legt ons geen personage op, noch een bepaald karakter of een manier van zijn.

Hem verrassen is mijn grootste wens. Het voordeel is dat hij onmiddellijk met ja of neen antwoordt op je voorstel.

Wat is de erfenis van de nouvelle vague die precies vijftig jaar geleden de kop op stak?

Azéma: De nouvelle vague is een onderdeel van de filmgeschiedenis. Wij zijn kinderen van de filmgeschiedenis en dus ook kinderen van Godard en Resnais. Wij hebben ons nergens tegen moeten afzetten. Een grote vrijheid in de manier van spelen is vanzelfsprekend.

‘Les herbes folles’ staat voor het onkruid dat onbezonnen op de gekste plaatsen opschiet. Zie je een parallel met Alain Resnais, die ook altijd tegendraads zijn ding doet?

Azéma: Als kind was hij erg fragiel. Op een dag hoorde hij de familiedokter tegen zijn ouders zeggen dat hij zijn twintigste verjaardag niet zou halen. En wie heeft er gisteren een nieuwe film voorgesteld op het filmfestival van Cannes, een maand voor zijn 87e verjaardag? Hij heeft zijn weg gevonden in de samenleving en in de kunst. Alain beschouwt zichzelf als een wild kruid, als een van de plantjes die over de onvermoede kracht beschikken om te groeien tussen de tegels van de betonnen zee in Parijs.

Ik denk niet dat er nu meer conformisme is dan vroeger. Er zullen altijd mensen zijn die zoals de flamingo’s alles in groep doen en mensen die als individualisten liever spijbelen en de landelijke baantjes boven de snelweg verkiezen. Alain is een van diegenen die de dingen anders doen en daar ook voor gerespecteerd worden. Ik ken niemand die op hem lijkt.

Zijn mama vroeg ooit: ‘Alain, waarom maak je geen films zoals de anderen?’ Hij antwoordde: ‘Omdat de anderen die al maken.’

Hij is altijd al voor geweest met zijn smaak, ideeën en onderzoek naar de vorm. Dat hij met iets nieuws komt, kan niet verrassen.

‘Les herbes folles’ gaat door voor komedie, maar is het dat dan wel?

Azéma: Ik spreek me daar niet over uit. De film staat open. Iedereen zal de film anders navertellen. Hoe vul jij het einde aan? Ik heb mijn ideeën, maar ik wil ze niet delen. Journalisten noemen de film luchtig, maar we kunnen ook praten over de zwaarte van de film en over de personages die zich opgesloten voelen en snakken naar vrijheid. Machtsverhoudingen wisselen voortdurend, verschillende toonaarden volgen elkaar op. Noem de film een harmonie van dissonanties. Ik heb Alain de twaalf boeken van Gailly hardop voorgelezen. Ongelofelijk boeiend was dat! Het beviel ons zo goed dat we zopas zijn herbegonnen. Ik heb het gevoel dat ik zing: zo muzikaal en jazzy is het proza. Je merkt dat Gailly nog saxofoon gespeeld heeft.

Maar nu heb ik al te veel gezegd. We hebben die film voor jou gemaakt. Maar ik sta aan de andere kant, aan de kant van Resnais. We verstoppen ons in de struiken en kijken handenwrijvend toe wat jullie ervan maken.

Les Herbes Folles

Vanaf 4/11 in de bioscoop.

Door Niels Ruëll

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content