PB GRONDA, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde, Kentucky, mijn land en Onder vrienden, duikt elke week in de populaire cultuur.

PB GRONDA

Hoewel ik er niets van ken en buiten de klassieke ligstoel van Le Corbusier, een paar transparante stoelen en een klomp van een boek waarop in dikke letters ‘DESIGN’ staat gedrukt niets in huis heb dat van dicht of van ver met duur designgerief te maken heeft, hou ik wel van mooie ontwerpen en iconische voorwerpen, al is het in de vorm van een klassiek Duralex waterglas, een afgeknabbelde blauwe bic van Bic, een kurkentrekker van Laguiole of een paar Nike Air Maxen.

Op het eerste gezicht banale voorwerpen tekenen onze plaats en tijd met een vaak treffende eenvoud en vertellen dikwijls het verhaal van een groep of een generatie. Denk maar aan die op facebook populaire foto van een muziekcassette en een potlood. Wie weet nog wat die twee dingen met elkaar te maken kunnen hebben? Zegt meer over een periode dan gelijk welk boek of lied. Nu ja, behalve als ik hoogstpersoonlijk ooit zelf een boek over de jaren tachtig-negentig schrijf, dat zou natuurlijk nog net een tikkeltje beter zijn. Maar zover is het nog niet.

Om maar te zeggen dat design, net als mode, meestal zonder dat we het beseffen, onze levens niet alleen inkleurt, maar ook mee bestuurt en dus mee bepaalt. Het is net daarom niet onbelangrijk om soms stil te staan bij de mensen achter al die spullen.

Zo is Jack Tramiel, de uitvinder van de Commodore 64, onlangs overleden. Nu niet meteen het mooiste ding ooit, maar zonder hem had ik in 2012 waarschijnlijk nooit voor de PlayStation kunnen liggen, dus respect voor de dode nerd. Niet veel daarvoor stierf ook al Jim Marshall van de gelijknamige versterkers door dewelke minstens zeven jaren van mijn wilde burgerleven met veel kenmerkende crunch hebben weerklonken. In het begin uit een kleine Valvestate, dan door een head vol lampen en een paar 1960A speakers en vandaag nog in de vorm van een kleine 10 Watt-bedroom amp om een paar keer per jaar tot vreugde van de directe omgeving de Slash die diep in mij leeft en meestal slaapt, te ontketenen.

Maar ik was meer dan je zou verwachten getroffen door de dood van Ferdinand Alexander Porsche, tekenaar van de Porsche zoals de meesten van ons hem nu min of meer voor zich zien. Vreemd, want een nieuwe Porsche is een erg geschikte auto voor lulletjes uit de vierde klas die het dan vijftien jaar later per ongeluk gemaakt hebben in pakweg de laminaatvloerenbusiness in een of ander provinciaal gat en vrouwen wier smaak omgekeerd evenredig is met hun budget. Voor mannen met spannende onderhemdjes van Armani en vrouwen die er prat op gaan ‘haar op hun tanden te hebben’.

Maar de 1963 Porsche 911 van Ferdinand Alexander tot het afgeleide model waar Hank Moody mee door Venice rijdt in Californication: een van de mooiste ontwerpen uit de geschiedenis. Schijnbare eenvoud die zich altijd aanpast aan de context en zonder te schreeuwerig te worden iets toevoegt aan zijn omgeving – blij maakt, opwindt, inkadert. En dat getekend door een gast die als student buitengesmeten werd op zijn fancy Duitse designschool. Kunstenaars en ontwerpers aller landen, laat de bazelende schoolmeestertjes voor wat ze zijn en ga iets historisch doen. De volgende generaties verwachten u.

‘EEN VAN DE MOOISTE

ONTWERPEN UIT

DE GESCHIEDENIS:

DE 1963 PORSCHE 911.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content