Dat ze met vier waren en uit Liverpool kwamen: daarover is zowat iedereen het eens. Maar over alle ándere aspecten van The Beatles bestaan grote mythes, flagrante onwaarheden, onterechte clichés en pijnlijke misverstanden. ‘Hoezo, ik ben dood? Waarom heeft niemand me dat verteld?’

John Lennon vond de naam ‘The Beatles’ uit

John Lennon heeft vele verdiensten – de popularisering van feedback, de lancering van het ziekenfondsbrilletje als hip gezichtsornament, de introductie van het ‘Yoko Ono-complex’ als psychiatrisch ziektebeeld – maar het bedenken van de naam The Beatles is er daar geen van. Enfin, toch niet helemaal. Toen de groep nog gewoon The Quarrymen heette – naar Lennons toenmalige school, Quarry Bank High School – was het bassist Stu Sutcliffe die met een mogelijke naamsverandering kwam aanzetten. Sutcliffe, die in ’62 bezweek aan een hersenbloeding en de doorbraak van de groep niet meer zou meemaken, stelde The Beetles voor. ‘De kevers’ dus: wellicht bedoeld als een verwijzing naar de begeleidingsband van Buddy Holly, The Crickets oftewel ‘De krekels’. De alternatieve spelling – The Beatles, met een ‘a’ dus – zou wél een ideetje van John geweest zijn. Zo sloot de groepsnaam ook aan bij de term Merseybeat, de verzamelnaam voor het soort rock-‘n-roll-met-stevige- backbeat dat in die tijd bedreven werd door de vele groepjes in en rond Liverpool. Na een hoop tussenstations – de groep opereerde ook onder de namen The Silver Beats, Johnny & The Moondogs, Long John & The Silver Beetles en The Beatals – werd het uiteindelijk dus The Beatles.

Lennon en McCartney schreven al hun songs samen

Lennon/McCartney: het is een auteursvermelding die qua renommee illustere duo’s als Leiber & Stoller, Jagger & Richards en Page & Plant achter zich laat. Macca haalde zich dan ook de woede van heel wat Beatlesfans op de hals toen hij een paar jaar geleden overwoog om de legendarische credits om te keren en er McCartney/Lennon van te maken. Schande! Blasfemie! Nu ja, niet dat het veel uitmaakt: zo nauw werkten John en Paul soms samen dat bepaalde van hun songs simpelweg niet meer aan één van beiden konden worden toegeschreven. Vandaar dus: Lennon/McCartney.

Maar dat John en Paul die dubbele auteursvermelding hun hele gezamenlijke carrière bleven handhaven, wil nog niet zeggen dat ze tot op het bittere eind ook daadwerkelijk samen nummers schreven. Veel van hun vroegste songs – From Me To You, She Loves You, I Want To Hold Your Hand – waren inderdaad het resultaat van gezamenlijke jamsessies. Maar rond de periode ’63-’64 viel de tandem uit elkaar. Elk componeerde voortaan zijn eigen songs, al bleven ze elkaar wel steevast om advies en suggesties vragen. Zo vervolledigde Paul de tekst van Johns Nowhere Man en integreerde hij een van zijn eigen songs als brugje in het verder volledig door John geschreven A Day In The Life. Zelfs na de split van The Beatles bleven John en Paul elkaar perfect aanvullen. Toen Macca in ’71 zwaar naar zijn voormalige buddy uithaalde in het nummer Too Many People, riposteerde John met het bijtende How Do You Sleep? Of wie zou hij anders geviseerd hebben met hekelverzen als ‘The sound you make is muzak to my ears’ en ‘The only thing you done was Yesterday’?

The Stones waren gevaarlijker

De brave Beatles versus de stoute Stones: het is een truïsme dat tot op vandaag voor hoogoplopende café-ruzies zorgt. Allemaal de schuld van Tom Wolfe, die het in ’65 nodig vond om het verschil tussen beide groepen in een lekker bekkende oneliner te vatten: ‘The Beatles want to hold your hand, The Stones want to burn your town.’ Akkoord, óp de bühne leken The Beatles brave doetjes in vergelijking met The Stones, maar ernáást waren ze elkaar qua vetzakkerij meer dan waard. We zullen zelfs méér zeggen: terwijl Mick en Keef eind jaren 50 nog braaf bij moeder op schoot zaten, trokken John, Paul George en Ringo al een spoor van vernieling en sufgeneukte groupies door de hoerenbuurt van Hamburg, waar ze in die tijd als covergroep de nachtclubs van de befaamde Reeperbahn aandeden.

Overleven deden ze in die dagen op een strikt dieet van bier, schnapps en speed, hun vleselijke lusten vierden ze bot op zowat het hele vrouwelijke deel van de Teutoonse bevolking. En kameraadschap betekende nog iets voor The Beatles: de betere exemplaren werden na gedane zaken gewoon netjes doorgegeven aan de drie anderen. Of zoals Beatlesbiograaf Bob Spitz het drie jaar geleden verwoordde in Focus Knack: ‘The Beatles hebben de gangbang uitgevonden.’ En mind you: Mick zou later al eens een Marsreep laten verdwijnen in de gleuf van Marianne Faithfull, maar wat John allemaal uitvrat met de transseksuele snollen die hij naar zijn Hamburgse kamertje meenam, durven wij in een fatsoenlijk blad als het onze niet eens te benoemen.

En mogen we de Stonesfans er tot slot even aan herinneren dat Mick en Keef zowat álles aan The Beatles te danken hebben. Hun platencontract? Gekregen op voorspraak van George Harrison. Hun kapsels? Afgekeken van Ringo. Hun eerste hit, I Wanna Be Your Man? Zomaar in de schoot geworpen door Lennon & McCartney. Trouwens, brave doetjes of niet: in tegenstelling tot The Stones hebben The Beatles na 1970 géén elfendertig schijtplaten gemaakt. We rest our case!

Lennon was de rocker, McCartney de balladeer

Ja en nee. Het is een veralgemening waarvoor natuurlijk heel wat te zeggen valt. Was Paul immers niet de vertolker van stroperige ballads als Yesterday, And I Love Her, Blackbird en The Long And Winding Road? En was John niet de man van vrolijk stuiterende rockers als Please Please Me, I Feel Fine en A Hard Day’s Night? Werkte Paul zich niet bij voorkeur in de gunst van de fans door met een schaapachtige blik – inclusief schattige hondenogen – halfzachte crooners als Hey Jude, Let It Be en Mother Nature’s Son te debiteren? En stond John niet bekend als het ongeleide projectiel dat furieuze rocksongs als Day Tripper, Help! en Revolution in de vernieling reed?

Jazeker, maar er vallen evenveel voorbeelden à décharge te bedenken. Paul schreef toch maar mooi knallers als I’m Down en Paperback Writer en pende met Helter Skelter zelfs een hardrocksong anderhalf jaar vóór Led Zeppelin het levenslicht zou zien. John was op zijn beurt dan weer de auteur van tranentrekkers als In My Life, You’ve Got To Hide Your Love Away en Sexy Sadie. Met Julia schreef hij zelfs een ingetogen eerbetoon aan zijn moeder – zijn moeder!

Paul McCartney ligt al 43 jaar onder de zoden

Lach niet. Er zijn nog altijd mensen die geloven dat de Babyface Beatle in november ’66 omkwam in een auto-ongeval en door de overige Beatles stiekem door een Schotse lookalike vervangen werd. De klucht gaat terug op een fictief artikel dat in ’69 verscheen in een Amerikaans studentenblad onder de kop ‘Is Beatle Paul McCartney dead?’ Het stuk werd echter klakkeloos overgenomen door gereputeerde bladen als The New York Times en Life Magazine en het duurde niet lang of believers over de hele wereld speurden de hoezen van hun Beatlesplaten af naar subtiele aanwijzingen en zochten in hun songs naar verborgen boodschappen om het geheim te ontsluieren. De ‘Paul is dead’-farce was geboren.

Toegegeven: de bewijsstukken zijn overtuigend. Neem nu de hoes van Sgt. Pepper’s. Kijken de Beatles daarop niet neer op een perkje dat merkwaardig veel van een grafkuil wegheeft? En lijkt de bloemenkrans op dat graf niet verdacht veel op een basgitaar, Macca’s geliefkoosde snaarinstrument? De aflijvige zélf wordt door de man achter hem overigens een hand boven het hoofd gehouden – van zo’n gebaar weet toch iederéén dat het in de oosterse cultuur de dood symboliseert! En wat lezen we op het insigne dat Paul op de binnenhoes draagt? OPD: dat kan toch alleen maar staan voor ‘Officially Pronounced Dead’?

Nóg niet overtuigd? Over naar The White Album. Het nummer I’m So Tired al eens achterstevoren afgespeeld? John zegt het letterlijk: ‘Paul is dead / Miss him, miss him.’ Wie de plaat terugdraait tijdens Revolution 9 krijgt nog een clue aangereikt: ‘Turn me on, dead man.’ Een bijna even subtiele verwijzing naar Macca’s dood als de hoes van Abbey Road. Vier mannen die achter elkaar de straat oversteken: wie daar geen begrafenisstoet in herkent, is blind of dom of allebei. Komáán zeg, Paul loopt zelfs op blote voeten – de symboliek! – en houdt een sigaret in zijn rechterhand. Terwijl het kleinste kind weet dat Paul linkshandig was.

Nattevingerwerk, zegt u? Dan hebt u wellicht Life Magazine van 7 november 1969 gemist, want daarin werd het schielijk overlijden van Paul McCartney zelfs wetenschappelijk bewezen. Henry Truby, professor aan de universiteit van Miami en gerenommeerd stemmenspecialist, vergeleek Yesterday (uit ’65) met Hey Jude (uit ’68) en besloot na ampel onderzoek dat beide songs onmogelijk door één en dezelfde persoon konden zijn ingezongen. Ha!

Voor de non-believers: al op 24 oktober ’69 reageerde Paul McCartney tegenover een in allerijl uitgestuurde reporter van de BBC veeleer laconiek op het nieuws van zijn dood: ‘Am I dead? Why didn’t anybody tell me?’

Het is allemaal de schuld van Yoko Ono

De gruwelijke platen waarop John & Yoko naar eigen zeggen hun primal scream verklanken, maar toch vooral blijken uit te komen op het geluid van een zeug in barensnood: ja, dié zijn de schuld van Yoko Ono. Maar de split van The Beatles volledig in de schoentjes van la Ono schuiven, is een beetje makkelijk. Sure, haar weinig discrete aanwezigheid aan de zijde van Lennon en de opdringerigheid waarmee ze zich in de studio bemoeide – normaal gezien verboden terrein voor buitenstaanders – zette heel wat kwaad bloed bij de andere Beatles. McCartney had met Linda Eastman ook een assertieve vrouw gehuwd, maar zij heeft het tenminste nooit zover gedreven dat ze mocht meekwelen op nummers als Revolution 9 en The Continuing Story Of BungalowBill.

Yoko was wel degelijk een storende factor in het Beatlehuishouden, maar het voortbestaan van de groep werd door meer bedreigd dan Het Gele Gevaar alléén. De fysieke en emotionele tol die acht jaar Beatlemania begonnen te eisen, bijvoorbeeld, maar ook de zakelijke en financiële gevolgen van de dood van manager Brian Epstein. De organisatie van hun uitgeversbedrijf, het noodlijdende Apple en de vele vennootschappen die The Beatles bestierden: het werden evenzoveel twistappels. Het wantrouwen tussen Lennon en McCartney werd zo groot dat ze de zakelijke belangen van The Beatles elk door hun eigen manager wilden laten behartigen en de deur voor sjoemelaars en sjacheraars wijdopen kwam te staan. Macca schoof zijn schoonvader Lee Eastman naar voor. Lennon de pathologische oplichter Allen Klein, die na de split van The Beatles met een klein fortuin ging lopen. En wie had hen die klaploper aangeraden? Precies: The Stones. Stank voor dank!

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content