Al twaalf jaar lang, sinds hij ‘Reservoir Dogs’ op het publiek losliet, is Quentin Tarantino de ‘hip cat’ van Hollywood. Niet alleen als regisseur, maar ook als scenarist en als script doctor. Net voor zijn vijfde – eigenlijk de tweede helft van zijn vierde – film de zalen inpalmt, gaan we na welke sporen Mr. Q al heeft achtergelaten.

Regisseur, scenarist, acteur (Mr. ‘Blood in your eyes’ Brown)

Scenarist

Verhaalschrijver van een niet-verfilmd oorspronkelijk script

Rewrites, zonder credit

Regisseur, scenarist, co-auteur verhaal, acteur (Jimmie)

Scenarist, uitvoerend coproducent, acteur (Richard Gecko)

Executive producer, scenarist (van een nieuwsreport)

Scenarist, zonder credit

Regisseur, scenarist, stem op antwoordapparaat

Regisseur

Rewrites, zonder credit

Regisseur, scenarist, acteur (Chester Rush)

Regisseur, scenarist

Reservoir Dogs Quentin Tarantino, 1992

Voor plot en structuur van zijn explosief, in bloed gedrenkt, intens cinematografisch debuut speelde Tarantino leentjebuur bij Ringo Lams City on Fire; het gebruik van kleurennamen voor de personages lichtte hij uit Joseph Sargents The Taking of Pelham 123; en de van point-of-view wisselende flashbackstructuur is niks anders dan die van Kubricks The Killing (die hem zelf bij Lionel White ging halen). Verder is er nog invloed van Godard, Hongkongfilm en de hard-boiled novel. Dat doet echter nergens afbreuk aan de ongelooflijke kracht en intelligentie van deze prent, die zijn pulpfictie als met een mitrailleur naar het scherm schiet. Rond de thema’s misdaad en erecodes, berekend geweld en willekeurige foltering, draaide de gewezen videotheek- nerd Tarantino een ratelende heist-gone-wrong-movie, vermomd als een toneelstuk waarin de personages via flashbacks hun zegje doen. De cast is buitengewoon: Harvey Keitel in een vaderlijke positie tegenover de infiltrant Tim Roth, Steve Buscemi als opportunist en comic relief, Michael Madsen als angstaanjagende psycho, en noir-legende Lawrence Tierney als het meesterbrein (Tarantino bedeelde zichzelf de rol van Mr. Brown toe, en gewezen bajesklant en stevig misdaadauteur Eddie Bunker is Mr. Blue).

True Romance Tony Scott, 1993

Zowat iedere ster van de jaren negentig, zat in deze film, een hondsbrutale, glimmende demonstratie van Tony Scotts regiekunst én van zijn toenmalig oppervlakkig intellect. Het breed verwijzende script van Tarantino – nou ja, eigenlijk gepikt van Roger Avary, wiens script The Open Road aan de oorsprong lag – over een voortvluchtig koppel springt van shoot-out naar shoot-out tot de finale… shoot-out. Intussen hebben Dennis Hopper en Christopher Walken wel een klassieke dialoog (waarin Hopper Walken fijntjes de roots van het maffiaras uitlegt) en speelt Patricia Arquette Christian Slater uit zijn sokken (onder meer met een uitzinnige scène van female revenge).

Natural Born Killers Oliver Stone, 1994

Briljante beeldenstorm van de grote Oliver Stone, de meest vernieuwende, radicale Amerikaanse gigant uit de jaren negentig. Hij liet zich door het script van Tarantino en Roger Avary, dat de traditie van de killer lovers road movie (van Gun Crazy van Joseph Lewis tot Badlands van Terence Malick) voorgoed deconstrueert, inspireren tot een uitzinnig sprookje van geweld, zo uitzinnig dat ook Tarantino geen zin meer had zijn credit op te eisen. Juliette Lewis en Woody Harrelson zijn Mickey en Mallory, een moordend, rovend paar dat een spoor van waanzin en destructie achter zich laat. Briljante vormgeving, briljante montage, briljante satire. Het is haast ongelooflijk dat de film intussen al tien jaar oud is. Hiep hiep hoera!

It’s Pat 1994

Als goede vriend van Julia Sweeney, die meespeelt in deze komedie over een androgyne figuur die tussen de seksen in zweeft en een gelijke ziel tegen het lijf loopt, kon Tarantino moeilijk weigeren om het script wat bij te werken, maar naar het schijnt had dat weinig resultaat.

Pulp Fiction Quentin Tarantino, 1994

Het postmoderne wonderkind van de Amerikaanse misdaadcinema sloeg Cannes 1994 knock-out met deze infernale cocktail van narratief gejongleer, banaal ironische dialogen en bespottelijk absurd geweld. Travolta en Jackson, twee maffe huurmoordenaars, voeren gesprekken als in een Becketiaanse road show en leiden ons in een vicieuze cirkel van drie in elkaar klikkende, tegelijk aandoenlijke en gestoorde filmpjes. Elmore Leonard, wiens Rum Punch de basis vormde voor Tarantino’s beste film, Jackie Brown, is nooit ver weg in deze dag uit het leven van een misdaadgemeenschap, een anthologie van klassieke noir-situaties: een gangster is oppas voor de onverantwoordelijke vrouw van zijn barbaarse baas; een bokser weigert de uitslag van een gevecht te vervalsen; twee gangsters doen een beroep op een opruimer. Pulp Fiction is hier en daar een tikkeltje voorspelbaar, maar de ode aan/strooptocht van de Amerikaanse misdaadfictie is vooral een daverende viering van profane popcultuur, opgeluisterd door een eclatante soundtrack.

From Dusk Till Dawn Roberto Rodriguez, 1996

Duidelijk schatplichtig aan Jim Thompsons The Getaway wat het einde betreft, was deze combinatie van cynische killers-on-the-run en vampierfilm allicht beter op papier dan op het scherm. Toch zijn George Clooney en Tarantino hoogst genietbaar in de aanloop naar een ridicule finale.

Curdled Reb Braddock, 1996

Tarantino hielp een handje bij deze productie van A Band Apart, onder meer door een nieuwsverslag te schrijven voor regisseur Reb Braddock, die William Baldwin opvoert in een verhaal over een Colombiaan die de aard van gewelddadige misdrijven wil doorgronden.

The Rock Michael Bay, 1996

Tarantino heeft misschien wel wat meegeschreven aan deze Alcatraz-variatie van Michael Bay, maar zijn handelsmerk, verrassend ‘banale’ dialogen en een onvoorspelbaar ‘alledaagse’ setting, heeft de montagekamer dan toch niet overleefd.

Jackie Brown Quentin Tarantino, 1997

Naast Reservoir Dogs ongetwijfeld Tarantino’s beste werk, een opmerkelijk beheerste, nagenoeg volmaakte overdracht van het universum van Elmore Leonard (dat al sterk aanwezig was in Pulp Fiction). De typische Leonardiaanse set-up (een aantal losers denkt nog eens zijn kans te kunnen wagen, een ogenschijnlijk onbesproken lid van de gevestigde maatschappij is bij de pinken) speelt haast op de achtergrond, zo hard ben je begaan met het lot van een gore killer als Jackson, of een opportunistische parole officer, en vanzelfsprekend met de goddelijke Grier. Niet alleen het zwarte seksicoon van de jaren zeventig en radicaal B-filmacteur Robert Forster ( The Don Is Dead, Medium Cool), maar ook Samuel Jackson, Bridget Fonda en Robert De Niro zijn hier fe-no-me-naal (de laatste twee hebben samen te korte, maar ronduit briljante scènes).

E.R. 1995

Tarantino stak zijn bewondering voor deze dokterssoap nooit onder stoelen of banken, en de aflevering Motherhood werd meteen zijn televisieregiedebuut. Ster van de show was natuurlijk George Clooney, die het jaar erna met Tarantino zou acteren in From Dusk Till Dawn.

Crimson Tide Tony Scott, 1995

Denzel Washington was zwaar geschoffeerd door Tarantino’s obsceen taalgenie, dat in Hollywood even een nieuwe standaard voor de dialogen zette, tot men daar besloot zich weer naar de kleuters te richten. De cast is eveneens onvoorstelbaar, in goeie zin dan. Tarantino’s tweede project met Tony Scott (al was dit off the record).

Four Rooms 1995

Tarantino’s bijdrage aan deze episodefilm – The Man From Hollywood – is van een verstijvende verveling die je bij de meister niet mogelijk achtte. Voortdurend het hipste jongetje van de klas moeten zijn, het is blijkbaar uitputtend.

Kill Bill Vol. 1 Quentin Tarantino, 2003

De meningen zijn verdeeld (alsof ze dat ooit niet zijn), en al vinden wij de formule waarmee Tarantino zijn uitzonderlijke filmobsessies te lijf gaat iets te gemakkelijk (het is niet omdat je een zwak hebt voor Hongkongzwaardvechtersfilms dat je er een kunt maken), toch dwingt elk project van de self-made man, die geen uur filmschool in zijn leven zag, respect af. Uma Thurman, femme fétiche, is de female assassin die deel uitmaakt van een killergroep, maar door de leader of the gang, Bill op haar huwelijksdag voor dood wordt achtergelaten. Ze ontwaakt maar net op tijd uit de ziekenhuiscoma om een nakende verkrachting in de kiem te smoren en zich op een wraaktocht van formaat voor te bereiden. Op haar weg vindt ze de zwarte Vernita Green (Vivica A. Fox), Sonny Chiba die haar een zwaard smeedt en yakuza-bazin O-Ren Ishii (Lucy Liu) die van dat zwaard mag proeven. Een orgie van veeleer ontgoochelende oosterse actieprikkels, voorzien van een weliswaar briljante soundtrack, te beginnen met Nancy Sinatra’s Bang Bang (My Baby Shot Me Down), over Isaac Hayes, Bernard Herrmann, Ennio Morricone tot zelfs George Zamphirs The Lonely Shepherd.

Door Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content