GANGS OF BXL

MARTHA CANGA ANTONIO in BLACK: geen promospot voor multiculturalisme.
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Homeboys Adil El Arbi & Bilall Fallah duiken de mean streets van Brussel in met Black, een brutaal, energiek bendedrama.

The Invader (2010) van Nicolas Provost, Waste Land (2013) van Pieter Van Hees en nu Black van Adil El Arbi en Bilall Fallah: de toeristische dienst van Brussel zal er wellicht niet heel gelukkig om zijn, maar het lijkt wel alsof de Vlaamse filmmakers in de hoofdstad eindelijk een inspirerende broeihaard van misdaad, corruptie en geweld hebben gevonden. Verwacht dus ook van Black, gebaseerd op de jeugdboeken van Dirk Bracke, géén passage langs Manneken Pis of het Atomium. De slimste filmmaker ter wereld en zijn partner serveren in Black een rauwe Romeo en Julia-variant in de Brusselse urban jungle, bevolkt door jattende Marokkanen, zwarte bendeleden en racistische flikken.

De Romeo in kwestie heet Marwan, een kutmarokkaantje dat handtassen steelt en wiens oudere broer in de gevangenis belandt. De Julia van dienst is Mavela, een vijftienjarig meisje van Afrikaanse komaf dat samenhokt met haar moeder maar lid wordt van de Black Bronx-bende. Verliefd worden op elkaar is in dat broeierige bendeklimaat geen optie, en wanneer dat toch gebeurt, duurt het niet lang vooraleer de poppen in beide rivaliserende kampen aan het dansen gaan. Wat begint als een onschuldige, haast naïeve tienerflirt ontaardt aldus in een gewelddadige vete, met grote gevolgen voor Marwan en nog grotere voor Mavela.

Dat El Arbi en Fallah goed naar de door raciale, religieuze en criminele conflicten getekende grootstadkronieken van Spike Lee en Martin Scorsese hebben gekeken, is zo klaar als Black zwart is. Net als hun grote voorbeelden bedienen ze zich van een stuwende montage en een pompende klankband die de lust for life en bij uitbreiding die voor de Amerikaanse genrecinema van het doek doen spatten. Ondertussen laat cameraman Robrecht Heyvaert, die eerder al een sombere voile om D’Ardennen hing, zijn soepele, gladde camera door alle donkere krochten van Brussel glijden, in het kielzog van de grotendeels van straat geplukte cast. Dé revelatie is Martha Canga Antonio, die als Mavela het onrustig kloppende hart van de film vormt, en de woorden van de titelsong (‘You went back to what you knew/ So far removed from all that we went through/ And I tread a troubled track/ My odds are stacked’) haast tastbaar maakt.

Daarom valt het best te vergeven dat de film zichzelf en zijn personages, in zijn honger naar street credibility (en naar Hollywood) soms voorbijraast en uit evenwicht brengt, en dat er te gretig wordt gegraaid in de clichétrommel van bendethrillers (niet elke emotie of beeldwissel hoeft gepimpt te worden). En zelfs al jongleren El Arbi en Fallah met raciale stereotypen op een manier die niet meteen een promospot voor multiculturalisme oplevert, ze vijlen er tenminste de scherpe kantjes niet af, wat alleen maar een debat aan zowel linker- als rechterzijde kan aanwakkeren. Bovendien zetten ze in vergelijking met hun debuut Image (2013) een flinke stap voorwaarts. Dat maakt van El Arbi en Fallah nog geen Vlaamse Lee en Scorsese (of van Black ‘de shit van de eeeeuw’) maar wel filmmakers met goesting en lef én met een energieke, brutale grootstadtrip door Brussel op hun cv. Respect, putain.

BLACK ***

Adil El Arbi & Bilall Fallah met Martha Canga Antonio, Aboubakr Bensaihi, Emmanuel Tahon

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content