Gabriel Rios & JEF NEVE

Vergeet de heupwiegende salsadeunen en de blèrende trompetten. De latin lover in Gabriel Rios wordt op The Dangerous Return definitief uitgedreven door jazzpianist Jef Neve. Rios en het Neve-effect: een dubbelinterview. ‘Wij maken muziek in de schemerzone tussen het aanvaardbare en het verbodene – de schemerzone waarin ook de lekkerste seks ontstaat.’

We schrijven februari 2007. De MIA’s heten nog gewoon Zamu Awards. Gabriel Rios en Jef Neve zijn allebei genomineerd – de Gentse Puerto Ricaan als performer, de Kempense jazzpianist als muzikant – en omdat historische ontmoetingen daar nu eenmaal om vragen, belanden beide heren aan dezelfde tapkast. Dat ze elkaars muziek fantastic vinden! Dat ze elkaar vree kunnen appreciëren! En dat ze absoluut, zeker en vast, zonder fout eens iets samen moeten doen! De drank, ongetwijfeld. Maar een paar maanden later dóén ze ook iets samen. Met percussionist Kobe Proesmans maken ze Morehead, een akoestische versie van Angelhead, waarmee het trio langs Vlaanderens culturele centra trekt.

Fast forward naar november 2010. In een mengeling van Engels, Antwerps en een merkwaardig Gents ontspint zich een gesprek tussen Gabriel Rios, Jef Neve en een uitgezonden reporter van Knack Focus. Onderwerp van het gesprek is The Dangerous Return, een verrassende plaat die zich als product van het trio Rios-Neve-Proesmans gretig op onontgonnen terrein begeeft.

Maar voor het volledige verhaal moeten we nog even terug in de tijd.

Gabriel Rios: Vóór ik met Jef en Kobe aan The Dangerous Return begon, had ik al een plaat klaar. Opgenomen in Los Angeles met enkele topmuzikanten uit de business. Klaar om naar de winkels te gaan. Maar ik heb ze integraal in de vuilnisbak gekieperd.

Pardon?

Rios: Wees gerust, ik heb nergens spijt van. Als je de kans krijgt om in L.A. een plaat te gaan opnemen met high profile people als Money Mark (keyboardspeler, bekend van onder meer Beck en de Beastie Boys; nvdr.), dan moet je niet twijfelen. Alleen staan een vette studio in L.A. en een paar big shots nog niet garant voor een goed resultaat. Toen de plaat klaar was en ik ze in België een week of twee intensief beluisterde, wist ik al gauw: ‘Dit is niet de plaat die ik wilde maken.’ Ik vóélde ze niet. Dus: weg ermee.

Een kant-en-klare plaat weggooien: dat moet een financiële aderlating zijn geweest.

Rios: Reken maar. Veel mensen denken dat al die kosten gedekt worden door een label of een platenfirma, maar niets is minder waar. Alle investeringen die niet renderen, alle centen die ze niet kunnen recupereren, komen ze uiteindelijk uit mijn zakken halen. Dus ja, het heeft me financieel pijn gedaan. Maar ik klaag niet. Ik móést het proberen, en ik ben blij dat ik het gedaan heb. Achteraf bekeken was het zelfs een noodzakelijke omweg naar mijn uiteindelijke doel. Terug in België ben ik gaan nadenken. Met wie had ik de voorbije maanden een muzikale band opgebouwd? Wie begreep mijn muzikale taal? En wie zou meteen aanvoelen welke richting ik uit wilde? Jef en Kobe natuurlijk.

Het moet enige moed en koelbloedigheid hebben gevergd om het roer zo drastisch om te slaan.

Rios: Moed? Koelbloedigheid? I call it stupidity! (Hilariteit) Neen, echt! Elke domoor die wild met een hamer in het rond beukt, zal uiteindelijk de nagel op de kop slaan. Zo probeer ik ook maar wild en impulsief van alles uit, tot het een keer raak is. Ik vergelijk het met het spelletje dat kinderen in Puerto Rico spelen op hun verjaardag: met een slaghout moeten ze geblinddoekt een piñata proberen te raken. Wel, ze zitten er eerst tientallen keren naast – tot groot jolijt van de omstanders – maar uiteindelijk meppen ze wel een keer juist. Zo vergaat het mij ook. Ik ben als een gek halsoverkop naar L.A. gevlogen om er een plaat te maken en dat is mislukt. Ik heb het nog eens geprobeerd met Jef en Kobe en dat pakte wél.

Heb jij zijn L.A.-plaat gehoord, Jef?

Jef Neve: Een nummer of twee. Meer wilde Gabi niet laten horen, ik kan er dus niet veel over zeggen.

Rios:It’s shelved, ik heb ze opgeborgen in een kluis en ze komt er de eerste jaren niet meer uit. Ooit zal ik er wel weer naar kunnen luisteren, maar nu nog niet.

Hoe zijn jullie als songschrijversduo te werk gegaan?

Neve: Heel ambachtelijk. Drie à vier nummers hadden we al geschreven tijdens de Morehead-tournee, de rest is in mijn studio in Schaarbeek ontstaan. We gingen letterlijk samen zitten – ik achter de piano, hij aan zijn gitaar – en dan was het zoeken-zoeken-zoeken tot we een riedel of melodietje hadden waarmee we aan de slag konden.

Rios: Op die manier schreven we elke dag een nieuw nummer dat we dan ’s avonds tijdens geheime try-outs op een publiek uitprobeerden. Best wel spannend, en soms ook confronterend, want niet alles pakt live uit zoals je het even voordien in de studio hebt bedacht. Maar op die manier, pure trial-and-error, hebben we onze nummers voortdurend bijgeschaafd.

Neve: Ze waren zo goed uitgewerkt – de structuur van de songs lag voor negentig procent vast – dat de uiteindelijke opnames ongelooflijk vlot zijn verlopen. De belangrijkste bijdrage van Wim De Wilde als producer was van al die nummers een samenhangend geheel te maken. Want vergis je niet: stilistisch lopen de nummers op deze plaat enorm uiteen. Zonder Wim was de plaat een soort spaghetti-met-frieten-en-kaassaus geworden. Nu is het een logisch opgebouwd menu.

‘The Dangerous Return’ is een muzikale kwantumsprong in vergelijking met ‘Angelhead’. Het ligt voor de hand om die drastische koerswijziging aan Jefs inbreng toe te schrijven.

Neve: Er zitten veel jazzinvloeden en klassieke elementen in deze plaat, dus dat zal wel allemaal uit de koker van Jef Neve komen? Zo simpel ligt het niet, want het was toch in de eerste plaats Gabi zelf die op een muzikale koerswijziging aanstuurde. Ik was trouwens enorm onder de indruk van de gedrevenheid – wat zeg ik: de bezetenheid – waarmee hij met muziek bezig is. Als hij voelde dat we een goede song op het spoor waren, blééf hij maar gaan. Ik ben op een bepaald moment simpelweg mijn concentratie kwijt, Gabi niet. Hij blijft voortjakkeren tot hij de song beet heeft.

Rios: Dat heeft alles met angst te maken. De angst om dat vluchtige idee dat in de lucht hangt niet te kunnen vastgrijpen. Als ik een idee ruik, ben ik niet meer te houden.

Neve: Maar soms ging het ook verbazend vlot. Neem Dauphine: het schrijven van dat nummer heeft even lang geduurd als het nummer zelf.

Rios: Weet je nog wat de aanleiding voor die song was? We zaten in de Bijloke te repeteren en ik vroeg jou en Kobe om een Thais klinkend riedeltje te spelen. Je weet wel: zo’n oosters deuntje dat je in een Thais of Indisch restaurant weleens uit de boxen hoort opkringelen.

Neve:(Lacht) Jaja, ik weet nog dat ik dacht: ‘ What the fuck? Is Gabi helemáál gek geworden?’

Rios: Maar het werkte, hé. En het resultaat heeft in de verste verte niets meer met een Thaise ballade te maken.

Gabriel, voor je eerste twee platen werkte je nauw samen met Jo Bogaert, deze keer schreef je songs samen met Jef. Best wel atypisch voor een soloartiest om andere mensen zo veel inspraak te geven in het creatieve proces.

Rios: Dat kan wel zijn, maar ik heb die feedback nodig. I need to bounce off people. Ik ben erg koppig, hoor – ik zal heel vaak mijn wil doordrukken, dat weet Jef ook. Maar hoe ouder ik word, hoe meer ik opensta voor suggesties van anderen. Aan de andere kant: hoe koppig ik ook ben, ik weet ook wel dat ik Jef geen dingen tegen zijn zin kan laten spelen. Daar bestaat een naam voor: prostitutie. Niet dat daar iets mis mee is natuurlijk. (Lacht)

Neve: Ik vind het wonderbaarlijk hoe goed wij elkaar aanvoelen. Je moet weten dat Gabi en Kobe zowat getrouwd zijn, ze zijn echt elkaars beste vrienden en zitten honderd procent op dezelfde golflengte. Dat ze mij in hun wereld binnenlaten, is één ding. Dat ik daar ook nog eens zo goed in blijk te gedijen, is echt heel leuk.

Kunnen jullie ook eens iets slechts over elkaar zeggen? Al was het maar voor de sport?

Rios:(Denkt lang na) Neen, sorry. Ik kan echt niets bedenken.

Neve: Ik ook niet. Het zal wel klef klinken, maar wij gedrieën zien elkaar gewoon graag. Ik heb al met grote ego’s samengewerkt, maar dit trio is volledig egoloos.

Rios: Zelfs ík verlies mijn ego bij deze jongens. Look at me, ik ben een fucking sissy.

Neve: Hoe oneerlijk: jij hoeft daarvoor niet elke nacht met venten te slapen, zoals ik. (Hilariteit)

Rios:Let’s not go there.

Toch wel. Je vertelde ooit dat jouw vriendschap met Flip Kowlier tot speculaties leidde over een vermeende liefdesrelatie. Wat gaan de mensen nú zeggen?

Rios:(Tegen Jef) Zullen we maar meteen bekennen?

Neve: Neen, laten we de speculaties vooral niet voeden.

Rios: Schrijf dan maar: (Zucht).

Op de hoes van ‘The Dangerous Return’ sta je afgebeeld met een lodderoog. Een verwijzing naar die keer dat je je rechterooglid scheurde?

Rios:(Verbaasd) Neen, daar had ik helemaal niet bij stilgestaan toen ik die foto koos, maar het klopt wel wat je zegt. Toen ik vier was, heb ik mijn oog lelijk bezeerd. Ik was thuis Superman aan het spelen en sprong van de ene zetel naar de andere. Tot ik een zetel miste en met mijn hoofd voluit tegen een vaas aan knalde. Mijn hele rechterooglid was gescheurd. Ik herinner me nog dat mijn ouders met al dat bloed niet konden zien wat er precies scheelde en me dan maar voor de spiegel hielden om een beter zicht te hebben. Ze dachten er niet aan dat ik dan ook mezelf kon zien, bloedend als een varken. Ik waande me in mijn eigen horrorfilm. Best een griezelige ervaring om aan terug te denken. Hoewel, ik was supertrots toen ik in het ziekenhuis een ooglapje meekreeg. (Lacht)

Deze plaat lijkt me een openlijke af-rekening met je imago als ‘latin boy’.

Rios: Absoluut. Die latin boy is definitief verdwenen. Mijn tweede plaat was al flink weggeëvolueerd van de latin vibes van mijn eerste plaat. Maar nu heb ik dat hoofdstuk voor eens en voor altijd afgesloten.

Met die gewaagde mix van jazz, klassiek en zelfs Broadwaymuziek is ‘The Dangerous Return’ best een gedurfde plaat. Ben je niet bang dat sommige mensen ze pretentieus zullen vinden?

Rios: Oh, maar ik maak me geen illusies. Sommige mensen zullen het inderdaad een pretentieuze plaat vinden. Er zullen er zijn die vinden dat ik mijn hand heb overspeeld. Maar dat risico neem ik er graag bij. Wij hebben in de studio vaak over de grond liggen rollen van het lachen toen we ons probeerden voor te stellen hoe mensen op sommige nummers zouden reageren.

Neve: Dat is toch juist het leuke aan muziek maken? De luisteraar uitdagen, de vloer aanvegen met zijn verwachtingen. Ik vind het leuk om te merken dat sommige mensen door deze plaat onthutst zijn. Als muzikant vertoef ik nu eenmaal het liefst in de schemerzone tussen het aanvaardbare en het verbodene: mag het wel wat ik hier doe? Het is dezelfde schemerzone waarin de lekkerste seks ontstaat.

Rios:(Enthousiast) Jaja, zéér herkenbaar: that’s where I get off too!

En… cut!

THE DANGEROUS RETURN

Op 29/11 uit bij PIAS

Door Vincent Byloo

‘Ik ben een fucking sissy’

‘Hoe oneerlijk: jij hoeft daarvoor niet met venten te slapen’

GABRIEL RIOS ‘Ik weet dat ik Jef niets tegen zijn zin kan laten doen. Dat heet prostitutie.’

JEF NEVE ‘Het klinkt klef, maar wij zien elkaar gewoon graag. Samen zijn wij volkomen egoloos.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content