programma van 6 tot en met 12 juli

door Dominique Soenens

‘De Mens’ Frank Vander Linden presenteert elke zaterdag van juli en augustus tussen 11 en 13 uur ‘O draaibaar België’ op Radio 1.

Een oude droom van je gaat in vervulling…

Ja, in de zin dat ik een radioliefhebber ben. De afstand tussen idee en uitvoering is bij radio heel klein, al wordt dat helaas nog te weinig uitgebuit. Ideale radio was voor mij Radio Capital of FM Bruxelles, waar je ’s avonds laat Marcel Vanthilt kon horen en waar mensen zomaar binnenvielen. Het was een soort anarchie die toch binnen de perken bleef. Bij televisie kan dat niet, omdat er veel te veel bij komt kijken. Dat doodt de spontaniteit en creativiteit een beetje.

Welk soort programma wordt het?

Saai, overbodig, onbelangrijk ( lacht). Nee, het wordt een programma zonder pretentie. Bedenker Raymond Stroobant wou iets maken waarin alle facetten van de Belgische muziek aan bod komen, zonder dat het een saaie geschiedenisles wordt. Met een presentator die er een persoonlijke saus over giet.

Heb je eigenlijk radio-ervaring?

Niet echt, maar ik zit in een comfortabele positie: ik moet het niet perfect kunnen. Niemand verwacht van mij de dictie à la Luc De Coninck of het technische kunnen van Peter Verhulst. Ik doe mijn uiterste best, zelfs om de verkeersinformatie goed voor te lezen. Voor mij is het een vakantiejob waar ik iets kan uit leren.

Ambities op radiovlak?

In de mate dat het leuk blijft voor mij wel, ja. Vóór Radio 1 had ik al met Jan Hautekiet gesproken om iets op Stubru te doen, maar dat is er door praktische redenen niet van gekomen. Waar ik eigenlijk van droom, is dat je gewoon naar muziek luistert en zegt: ‘Dat moet je eens horen, die solo’, of een cd even stopzet om te zeggen ‘Nu moet je luisteren hoe dat middenstuk aansluit op dat refrein.’ In moderne, gestroomlijnde radio kan dat helaas niet.

Muzikanten die radiopresentator worden, zijn zeldzaam.

Dat verbaast mij. In Amerika is dat veel meer een traditie, vooral in de zwarte muziek. Een aantal van mijn idolen, zoals BB King en Rufus Thomas, hebben allemaal op een bepaald moment in hun leven een radioprogramma gehad. Ik vind dat ook logisch. Als je met passie met muziek bezig bent, is radio een geweldig medium.

Muziek is je leven?

Inderdaad. Maar tegenwoordig is het moeilijk duidelijk te maken dat je passioneel met muziek bezig bent. Zelfs bij sommige muzikanten heb ik de indruk dat het een soort hobby is.

De Mens is niet op zomerfestivals te zien. Waarom niet?

Dat is een bewuste keuze. Soms blijven we eens een jaartje weg, en dat heeft ons altijd goede diensten bewezen. In 2000 hebben we dat ook gedaan en het heeft ons een prachtig jaar 2001 opgeleverd. Je houdt het zowel voor jezelf als voor organisatoren fris. Er is zoveel op de markt dat je een beetje zuinig op jezelf moet zijn. We bestaan dit jaar trouwens tien jaar en vieren dat in oktober in de AB. Daar focussen we ons op.

Twee jaar geleden heb je teksten geschreven voor jeugdtheater.

Jeugdtheater is een leuke wereld. Het is net als radio iets waarin je met vrij weinig middelen kunt spelen. Dat is het aantrekkelijke. Als het voor mij iets te veel op werken begint te lijken, dan heb ik toch altijd zin om weg te lopen. Dan heb ik toch liever het kleinschalige, dat een beetje buiten de media bestaat.

Ben je nu ook bezig met jeugdtheater?

Nee, maar ik zou het graag doen. Het is de bedoeling dit jaar wat te schrijven. Dat kan theater zijn, maar ook iets anders. Ik bewonder theaterauteurs. Ik wou dat er in België meer jonge schrijvers waren die zich op theater toeleggen. Ik heb met Aaargh vastgesteld dat het een heel levendige vorm van literatuur is. Ik hou ervan.