De boeken van Stephen King lijken wel geknipt voor de bioscoop en toch leeft in Hollywood nog altijd het idee dat King verfilmen om problemen vragen is.

Hoe komt dat toch? We vroegen het aan de mensen achter de nieuwste King-film, ‘Dreamcatcher’.

‘Dreamcatcher’

Vanaf 9/4 in de bioscoop.

Na zestien tv-series en -films, negen korte films, vijf episodes van verschillende tv-series en meer dan dertig bios-coopfilms zou je denken dat producenten in de rij staan om werk van Stephen King

te verfilmen. Temeer omdat Kings boeken ook altijd een enorme visuele flair hebben, alsof de auteur films beschrijft die hij voor zijn geestesoog ziet afspelen, en die weinig ingewikkelde metaforen of lange interne monologen bevatten. En toch heeft de meest succesvolle schrijver van de wereld geen goeie naam als het op verfilming aankomt. Hoe meeslepend de boeken op papier ook zijn, vaak slagen cineasten er niet in om hetzelfde te bereiken op het witte doek. Morgan Freeman kan dat uitleggen: ‘Als er films worden gemaakt van zijn boeken, beslissen de producenten al te vaak om de personages op te offeren en enkel het spektakel te behouden. Terwijl je net een veel betere film krijgt als je de karakters even goed kan ontwikkelen als King dat doet. Die uitwerking van per-sonages is een van zijn grootste kwaliteiten als schrijver. Bij een verhaal van Ste-phen King moet je je zelden afvragen wat de motivatie is voor een bepaalde daad of reactie. De aandacht voor details en karakters, het definieert zijn werk.’ Freeman kan het weten, want na zijn rol als Red in The Shawshank Redemption kruipt hij nu voor de tweede keer in de huid van een King-personage, de onevenwichtige

kolonel Curtis uit Dreamcatcher.

‘Dreamcatcher’ is het verhaal van vier vrienden met telepathische gaven die op hun jaarlijkse jachtpartij in de besneeuwde bossen van Maine worden geconfronteerd met buitenaards gevaar. King spon de plot uit tot een knoert van 600 bladzijden, voor de bioscoop teruggebracht tot een film van twee uur. Een heikele onderneming, lijkt ons. ‘Natuurlijk neem je een groot risico,’ vindt Freeman, ‘maar daar ligt net de uitdaging voor de scenarist. Kan hij die 600 bladzijden terugvoeren tot 120 pagina’s script? Gewoonlijk meten studio’s een script voor ze het beginnen te lezen. Meer dan 120 pagina’s en ze zeggen al meteen njet.’ Bij Dreamcatcher werd het scenario geschreven door Lawrence Kasdan, die meteen ook de regie voor zijn rekening nam. Kasdan oogstte zijn eerste successen met scenario’s (de tweede Star Wars-aflevering The Empire Strikes Back en het eerste Indiana Jones-avontuur Raiders of the Lost Ark), maar het duurde niet lang voor hij zelf achter de camera ging staan. In de twintig jaar dat hij al films maakt, heeft hij zich ontpopt tot een pure genreregisseur. Van film noir ( Body Heat) over relatiedrama’s ( The Big Chill, Grand Canyon), zwarte komedies ( I Love You to Death) en romantische komedies ( French Kiss) tot westerns ( Silverado, Wyatt Earp), Kasdan voelt zich het best in zijn element als hij binnen de regels van een bestaand genre kan werken. De vraag is dan ook waarom het zo lang heeft geduurd voor hij zich aan een horrorfilm waagde, toch de genrefilm bij uitstek. ‘Omdat ik zo lang heb moeten zoeken naar het juiste verhaal’, zegt hij. ‘Maar toen ik Dreamcatcher las, wist ik dat het perfect was voor mij. Het verhaal slaat een brug tussen het horrorgenre en de thema’s die me altijd al geïnteresseerd hebben, zoals vriendschap en onze angsten. Bovendien gaf dit boek me de mogelijkheid om te werken met realistische speciale effecten, effecten die gebaseerd zijn op onze wereld. Het verhaal speelt zich niet af in de toekomst, in een verzonnen stad of in een ver melkwegstelsel. Dat zijn ook de griezelfilms waar ik zelf het meest van geniet.’

Toen hij het boek had gelezen, ging Kasdan meteen op zoek naar de filmrechten. Het bleek dat die bij Castle Rock zaten, het productiebedrijf dat al prima werk geleverd had met Misery en The Shawshank Redemption en ook al de King-verhalen The Green Mile, Hearts in Atlantis en Needful Things op het scherm had gebracht. Castle Rock had Kasdan al een paar keer voorgesteld om samen te werken, maar verder dan de productie van Zero Effect, de eerste film van Kasdans zoon Jake, was het nog niet gekomen. Het idee om Dreamcatcher te verfilmen, werd dan ook met open armen onthaald. Samen met de legendarische scenarist William Goldman, die op dat moment al door Castle Rock was aangesteld, begon Kasdan aan een eerste scriptversie te werken. Een volumineuze King-roman ombouwen tot een werkbaar filmscenario bleek niet eenvoudig. ‘Een boek zit vol gebeurtenissen en details die je onmogelijk allemaal in het script kan verwerken’, legt Kasdan uit. ‘Een film heeft natuurlijk ook zijn voordelen – je kunt boekdelen spreken in één enkel ogenblik, één blik of decorontwerp -, maar vergeleken met het volume dat een roman kan bevatten, stelt het niks voor.’ De eerste taak voor de scenarist ligt voor de hand: hij moet het verhaal samenvatten. Kasdan vergelijkt het met beeldhouwen: ‘Van een beeldhouwer die een paard maakt, wordt weleens gezegd dat hij gewoon alles wegkapt wat niet op een paard lijkt. Zo werkt het in wezen ook als je een boek bewerkt. Je hakt alles weg wat niet op een film lijkt.’

Bij ‘Dreamcatcher’ ging het werk echter veel verder dan puur inkorten. ‘Ik heb een groot stuk van het verhaal moeten herschrijven’, zegt Kasdan. ‘Het moest in de eerste plaats kloppen: wat er gebeurt, wie er sterft, hoe ze sterven, hoe ze elkaar blijven volgen. In het boek is iedereen telepathisch. De aliens verspreiden het als een virus als ze landen. Elk personage hoort plots constant de gedachten van alle andere personages. Dat kan je niet maken in een film. Daarom heb ik de telepathie beperkt tot de vier vrienden, ook al omdat het me de juiste meta-foor leek voor de nauwe band die ze met elkaar hebben.’ Ook het einde moest compleet anders. ‘Ik vond dat het boek nooit de onderwerpen afhandelde dat het opgeworpen had’, stelt de cineast. ‘Stephen King eindigt met een lange coda waarin de twee overlevende personages uitleggen wat er allemaal is gebeurd. Dat wou ik absoluut eruit.’ Met al die aanpassingen maakte Kasdan zich zorgen dat King er niet om zou kunnen lachen, maar dat draaide helemaal anders uit. ‘Ik heb hem leren kennen als een heel charmante man’, vertelt Kasdan. ‘En hij houdt van mijn Dreamcatcher, wat lang niet altijd het geval is geweest met de verfilmingen van zijn werk. Het verraste me dat hij nooit aandrong om bepaalde scènes in het script te laten of om het zus of zo aan te pakken. Contractueel heeft hij een grote controle op de filmversies van zijn boeken, maar daar heeft hij niet één keer gebruik van gemaakt.’

Niet iedereen vindt het een goed idee om romans van Stephen King te verfilmen. Volgens Mick Garris, die zowel The Stand als The Shining in een miniserie voor tv heeft gegoten en nu bezig is met Desperation, zijn Kings korte verhalen en novelles perfect voor een filmversie, terwijl de dikkere boeken beter werken op televisie. Een miniserie heeft als grote voordeel dat je tijd genoeg hebt om zoveel gebeurtenissen uit het boek over te nemen als je maar wilt. Kasdan kan die redenering volgen, maar heeft er toch zijn bedenkingen bij. ‘Ik weet niet zeker of je dat kan veralgemenen. Soms werkt een King-roman net veel beter als je hem comprimeert omdat je op die manier het idee veel directer aanpakt. Ik heb bijvoorbeeld de miniserie Storm of the Century bekeken, naar een origineel scenario van Stephen King. Ik vond het mooi gedaan, maar je had vaak het gevoel dat het verhaal watertrappelde. King rekt de boel om de tijd te vullen. Als filmregisseur moet je dat vermijden.’ Het vooroordeel dat een boek van Stephen King door de band slechte cinema oplevert, houdt dus geen steek, vindt Kasdan. ‘Je kan wel degelijk een sterke film puren uit een van Kings romans’, stelt hij. ‘Ik ben altijd een grote fan geweest van The Shining en Carrie en The Dead Zone en Misery. Stuk voor stuk heel geslaagde verfilmingen. Kings basisideeën zijn zo sterk dat ze ook overeind blijven als je de boeken inkort.’

Door Ruben Nollet

‘Een boek verfilmen is gemakkelijk.

Je hakt gewoon alles weg wat niet op een film lijkt.’King haalde de horrorliteratuur vanonder het stof en plaatste die kordaat in alledaags Amerika.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content