Hij was jarenlang de frontman vanThe Beach Boys, maar heeft last van watervrees en haat surfers. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste Amerikaanse popmuzikant van de voorbije halve eeuw, maar is al sinds zijn kindertijd doof aan één oor. Hij woont al zijn hele leven aanhet strand, maar liet ooit een gigantische zandbakin zijn salon installeren. Hij is schizofreen, manisch-depressief en een tikje psychotisch, maar maakt nog steeds relevante platen. Tot u spreekt Brian Wilson: ‘Begin nooit ofte nimmer met drugs!’

Achteraf lijkt het ontzettend simpel: met The Beach Boys combineerde Brian Wilson gewoon zijn liefde voor rock-‘n-rollpionier Chuck Berry en barbershop-collectief The Four Freshmen. Het leverde hem wel popklassiekers als Surfin’ USA, I Get Around, God Only Knows en Good Vibrations op, allemaal songs die baden in verbluffende close harmonies en schier symfonische arrangementen. Alleen bleek het leven van de Beach Boy niet enkel uit fun fun fun te bestaan. Wilson werd jarenlang gemanipuleerd en gehersenspoeld – eerst door zijn vader Murry, later door therapeut-oplichter Eugene Landy, die hem ook nog eens foute medicatie toediende – en ontwikkelde een schizoaffectieve stoornis die hem in een paranoïde, manisch-depressieve en licht psychotische schizofreen veranderde.

Dankzij een strikt dieet van antidepressiva slaagt de 66-jarige Wilson erin om platen te blijven maken, zoals het nieuwe That Lucky Old Sun. Maar hij blijft een verstrooide professor die nog steeds stemmen hoort in zijn hoofd. Eén daarvan gebood hem onlangs om uw dienaar op te bellen, om halftien LA time alstublieft!

Brian Wilson: Hallo, ik ben BrianWilson. Ik geloof dat jij me wat wilde vragen?

Klopt! Bedankt overigens om zo vroeg op te staan.

Wilson: Geen probleem. I’m wide awake, ik heb mijn ochtendgymnastiek zelfs al achter de rug. En ik ben helemaal klaar voor jouw vragen. Shoot!

Deze week verschijnt je nieuwe plaat. Maakt zoiets jou nog zenuwachtig?

Wilson: Absoluut! Ik ben ook maar een mens. Al verschillen de meningen daarover. Ha-ha-ha!

Waarover gaat ‘That Lucky Old Sun’ precies voor jou?

Wilson: Het is een muzikale autobiografie. Heel introspectief ook.

De titelsong is al door heel wat muzikanten gecoverd, van Louis Armstrong over Ray Charles en Frank Sinatra tot Johnny Cash. Wat is jouwfavoriete versie?

Wilson: De mijne natuurlijk. Ha-ha-ha! (komt even niet meer bij) Eigenlijk vind ik die van Louis Armstrong wel straf. Het is trouwens zijn bewerking die me voor deze plaat heeft geïnspireerd. Ik heb de rechten op het nummer gekocht om er mijn eigen versie van te kunnen maken.

Je nieuwe cd verschijnt bij CapitolRecords, het platenlabel dat in de jaren 60 de platen van The Beach Boys uitbracht. Ze geven daar bij Capitol nogal wat ruchtbaarheid aan jouw terugkeer. Ik heb begrepen dat je daarmee niet zo gediend was.

Wilson: Jawel, hoor. Ik ben héél blij om na 46 jaar weer met Capitol samen te werken. Maar ik heb me wél gestoord tijdens de persconferentie die ze hadden georganiseerd. Zoveel volk! En camera’s! Op een bepaald moment kreeg ik zelfs geen lucht meer: zozeer stond het daar volgepakt.

Welke herinneringen roept het overbekende gebouw van Capitol bij je op?

Wilson:Surfin’ Safari! En Surfin’ USA natuurlijk.

Je nieuwe plaat is al ‘een muzikale liefdesbrief aan Californië’ genoemd. Ben je het daarmee…

Wilson:(onderbreekt) Dat heb ik mooi gezegd, hé. Want dat ís het ook: een ode, een liefdesverklaring aan Californië en – vooral – aan LA. Ik wou dat de plaat allemaal mooie beelden over het leven aan de westkust zou oproepen.

Je hebt naar verluidt nooit verder dan 30 kilometer van je geboorteplaats gewoond. Wat bindt jou zo aan LA?

Wilson: De restaurants!

En…?

Wilson: Hoezo, en?

Je kunt toch wel meer verzinnen dan alleen restaurants.

Wilson: Euhm… Het strand misschien. De muziek. De opnamestudio’s. De auto’s. En de meisjes. Ooh yeah, I like California girls. Ik heb er zelfs ooit een liedje over geschreven, als ik me niet vergis. Of waren dat The Beatles?

Klopt het dat je tijdens de opnames van ‘SMiLE’ stukken muziek hebt opgenomen in een leeg zwembad?

Wilson: Een waargebeurd verhaal, ja. Vraag maar aan mijn manager. Fantastische akoestiek trouwens! Goed dat het zwembad leegstond toen we er opnamen. Met al dat water zouden we ons anders flink geëlektrokuteerd hebben.

Heb je voor dit album óók op gekke plaatsen opgenomen?

Wilson: Toch niet dat ik me kan herinneren. Maar misschien moet je dat óók eens aan mijn manager vragen.

Je hebt voor deze plaat nog eens met Van Dyke Parks samengewerkt.Wat was precies de taakverdeling?

Wilson: Hij heeft de teksten geschreven voor de spoken words op de plaat. Én voor Live And Let Die. Nee, wacht eens, dat is dat nummer van John Lennon. Live And Not Live, bedoel ik.

‘Live Let Live’, bedoel je?

Wilson: Dat zei ik toch!

Maar hoe verliep de samenwerking met Van Dyke Parks precies?

Wilson: Ik zei hem wat hij moest schrijven en dan schreef hij dat. Hij moest gewoon de heartbeat van LA in woorden vatten. En dat heeft hij goed gedaan, want ik heb niets aan zijn teksten moeten veranderen. He’s a smart guy, you know.

Eén zin uit ‘Goin’ Home’ viel me op:’At 25 I turned out the light / ‘Cose I couldn’t handle the glare in my tired eyes.’

Wilson: Die zin komt eigenlijk van Scott (Bennett), een kerel in mijn groep. Het gaat over zijn leven.

Jij was nochtans óók 25 toen bij jou even het licht uitging.

Wilson: Dat is waar. Hij heeft die tekst natuurlijk geschreven voor mijn plaat, dus had hij wellicht ook mij in gedachten. Ik heb mijn inzinking indertijd proberen op te vangen met drugs, maar gee: draaide dat even anders uit! Al die trips hebben mijn leven en vooral mijn geest overhoopgehaald. Beloof me één ding, youg man: begin nooit ofte nimmer aan drugs. Ze maken alles wat je liefhebt kapot!

Je bent er een stuk beter aan toe dan pakweg vijftien jaar geleden, maar toch lijkt er nog een schaduw over je te hangen.

Wilson: (op de wijs van ‘Yesterday’) Suddenly, there’s a shadow hanging over me, I’m not half the man I used to be… De jaren zestig: man, those were exciting times. De creativiteit hing in de lucht. Maar het waren geen makkelijke tijden om je hoofd erbij te houden, met alle drugs die ze je overal toestopten. Achteraf bekeken denk ik wel eens: ‘Was het nu zo moeilijk, Brian, om gewoon neen te zeggen?’

Ik heb het altijd een beetje ironisch en ook wel tragisch gevonden dat iemand die zoveel good vibrations de wereld heeft ingestuurd zélf met zoveel bad vibrations te kampen heeft gekregen.

Wilson: Bad vibrations are bad, man! Ik ben blij dat ik de mensen good vibrations kan bezorgen. Ik word er zélf blij van.

Waarvan word je tegenwoordig nog zoal goedgezind?

Wilson: Van pianospelen. Ik speel nog elke dag op de piano: liedjes van mezelf, maar ook van Phil Spector en The Beatles. The Long And Winding Road en Let It Be, zulke dingen. Weet je wat ik ook een mooi nummer vind? Midnight’s Another Day. Het staat op mijn nieuwste plaat. Zeker eens naar luisteren, it’s a beautiful tune.

Zijn de songs op je nieuwe plaat ook thuis op de piano ontstaan?

Wilson: Allemaal. Ik ga aan de piano zitten tot mijn hersenen er een melodie uitgooien. Het komt allemaal uit Brian’s brain.

Vorig jaar werd de veertigste verjaardag van ‘Pet Sounds’ gevierd, volgens velen het magnum opus van The Beach Boys. Ben je het daarmee eens?

Wilson: Het is een goeie plaat, ja. Maar persoonlijk vind ik Love You het beste album van de Beach Boys en SMiLE mijn beste soloplaat.

Er is al veel inkt gevloeid over de wisselwerking tussen The Beatles en The Beach Boys in de jaren 60. Hun ‘Rubber Soul’ zou jou tot ‘Pet Sounds’ hebben geïnspireerd, wat dan op zijn beurt voor The Beatles weer het te kloppen voorbeeld was toen ze ‘Sgt. Pepper’s’ opnamen. Hoe concreet was die wisselwerking eigenlijk?

Wilson: O, héél concreet. Paul McCartney belde me een keer op om te zeggen hoe fantastisch hij Pet Sounds wel niet vond. Een geweldig compliment, want Paul is een hele grote meneer. Hij zei: ‘And now we’re gonna kick your butt’. En ik: ‘Wat?’ Waarop hij weer: ‘We’re gonna kick your butt’ Dus zei ik: ‘Go ahead and try!’

En wat dacht je toen je ‘Sgt. Pepper’s’ voor het eerst te horen kreeg?

Wilson: Niet slecht, maar Pet Sounds is beter. Ha-ha-ha!

Wat doe je eigenlijk als je niet aan het opnemen of het toeren bent?

Wilson: Pianospelen. Fitnessen. Op het strand liggen. Naar de film gaan met mijn kleinkinderen. En wandelen. Ik wandel héél veel, zo’n zeven kilometer per dag. Goed voor de benen én voor het hoofd. Bijna elke dag kom ik na zo’n wandeling weer thuis met een nieuw liedje in mijn hoofd.

Ik weet dat je doof bent aan je rechteroor. Het heeft me altijd verbaasd hoe jij zo’n complexe close harmonies kunt schrijven en arrangeren als je gehoor bij wijze van spreken in mono werkt.

Wilson: Zal ik je eens wat zeggen, young man? Ik zou niet eens weten hoe stereo klinkt. Echt waar. Als ik muziek aan het maken ben, weet ik dus eigenlijk niet hoe jij die muziek gaat horen. Misschien is dat wel mijn grote geheim. Er zouden meer dove mensen moeten zijn! Of toch halfdove mensen. Ha-ha-ha!

Drie jaar geleden heb je geld ingezameld voor de slachtoffers van Hurricane Katrina. Wie meer dan 100 dollar stortte, kreeg een persoonlijk telefoontje van jou. Hoeveel mensen heb je uiteindelijk moeten bellen?

Wilson: Vijfhonderd! Ik was bijna ook doof aan mijn linkeroor. Ha-ha-ha! En wat ze me allemaal niet vroegen! Rare vragen ook, hele rare vragen.

Ben je al op een volgende plaat aan het broeden?

Wilson: Ja, een conceptalbum. Geen idee wat voor een plaat het wordt, ik heb alleen nog maar een titel. Paradise Island: A Rock Fantasy gaat-ie heten. (terwijl er op de achtergrond gemompel opklinkt) Ik vrees dat ik eens moet inhaken.

Een slotvraagje dan: hoe wil je graag herinnerd worden?

Wilson: Als een goeie kerel die fantastische muziek heeft gemaakt. Túú-úút…

Euhm, Brian. Ik hoor dat je niet écht hebt afgelegd, hoor.

Wilson: Sorry, het was maar een geintje. Always freaks people out. Ha-ha-ha! Bye bye now, and take care!

Jij ook. En thank you for the music!

Túú-úút!

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content