Haar debuutplaat ‘Kaleidoscope’ lag nog maar net in de winkel of ze werd al vergeleken met Prince. Met het album ‘Wanderland’ zet ze een tweede stap in de goede richting. Door Ben Van Alboom

Wanderland (Virgin Records)

Lola da Musica: duo The Neptunes/N.E.R.D, 7/11 23.55 – Ned3

Vijf exemplaren van ‘Wanderland’ liggen hier te wachten op een gegadigde. Briefkaart naar: Focus – Kelis, Raketstraat 50 bus 2, 1130 Brussel.

Sindsdien is er geen houden meer aan: Kelis tekende een platencontract bij Virgin Records en van haar debuutplaat Kaleidoscope zijn wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht. Haar gepolijste en funky ritmes sloegen duidelijk aan bij een groot publiek, maar ook U2-frontman Bono was onder de indruk. Nadat hij haar live aan het werk had gezien, kreeg ze een vaste stek in het voorprogramma van het Europese luik van de recente Elevation Tour.

Kelis (21) heeft ondertussen een opvolger klaar voor Kaleidoscope. Terwijl ze voor haar debuutplaat nog voornamelijk een beroep deed op anderen, pende ze voor Wanderland het gros van de nummers zelf. ‘Ik vind dat ik ondertussen verstandiger ben geworden. In elk geval ouder ( lacht). Toen ik aan de opnames van Kaleidoscope begon, was ik er nog niet klaar voor om zelf alles voor mijn rekening te nemen. Ik had ook geen idee welke richting ik met de plaat wou uitgaan. Dit keer was dat anders. Kaleidoscope was meer het eerste hoofdstuk van een boek: een introductie tot een groter geheel. Eens je aan het tweede hoofdstuk komt, word je meer bij het verhaal betrokken omdat de personages en hun gevoelens beter uitgewerkt zijn. Met Wanderland is dat niet anders.

Heeft het succes van je debuutalbum ervoor gezorgd dat je meer vrijheid kreeg om aan ‘Wanderland’ te werken?

Kelis: De platenfirma heeft me minder vrijheid gegeven. Of ze hebben geprobeerd me minder vrijheid te geven. Zolang niemand weet wie je bent, vallen ze je nergens mee lastig. Wanneer je echter plotseling miljoenen platen verkoopt, staan ze in rij om hun zegje te doen. Toen ik aan de nummers van Wanderland begon te werken, was iedereen zo vriendelijk om me er voortdurend op te wijzen hoe fantastisch Kaleidoscope wel klonk. Ze vroegen zich af of ik niet onder te veel druk stond om met minstens even sterke nummers op de proppen te komen. De ironie is dat ik helemáál geen druk voelde en zij juist degenen waren die zich zorgen maakten.

Hoe kritisch ben je voor jezelf?

Kelis: ( denkt lang na) Een eenvoudige vraag, maar ik weet niet hoe ik er moet op antwoorden. Ik ben tevreden met deze plaat omdat ik weet dat ik er alles heb uitgehaald wat binnen mijn bereik lag. Maar ik moet er nog mee leren leven dat wat ik doe beter tot uiting komt op een podium dan in een studio. Ik vóel me ook beter op een podium. In een studio lijkt het soms alsof ik opgesloten zit en dan gebeurt het wel eens dat ik klem kom te zitten. Je kunt het bijna vergelijken met seks. Een album maken is een soort voorspel: het voelt goed, maar ik bereik er nooit een hoogtepunt mee. Dat overkomt me op een podium dus wel. Figuurlijk, welteverstaan. ( lacht)

Dat je begeleidingsgroep louter vrouwelijke leden telt, heeft er niets mee te maken?

Kelis: Neen, want ik ben overtuigd heteroseksueel ( lacht). Ik ben overigens altijd al met een groep vrouwen op tournee gegaan. Het gekke is dat diverse artiesten dat ondertussen ook doen, maar toen ik er twee jaar geleden mee begon, kreeg ik vooral een hoop negatieve reacties. Niemand leek erin te geloven. Onzin natuurlijk. Maar ik ben wel niet zozeer op zoek gegaan naar de juiste muzikanten dan wel naar de juiste karakters. Uiteindelijk worden het je kamergenoten voor de volgende maanden. Natuurlijk moesten ze in staat zijn om een instrument te bespelen, maar ik vind het stukken belangrijker om met elkaar overweg te kunnen. Het moet in de eerste plaats op persoonlijk vlak klikken en dan pas ontstaat er chemie op het podium.

Toen ik je onlangs aan het werk zag, viel me op dat ‘Good Stuff’ geen deel meer uitmaakt van je set. Nochtans is dat het meest populaire nummer uit je vorige plaat.

Kelis: En ik ben het zelf ook nog niet moe, maar soms heb je gewoon even geen zin meer om telkens opnieuw met dezelfde nummers voor de dag te komen. Het vormt geen uitdaging meer. Morgen verandert dat misschien wel weer en speel ik het opnieuw met evenveel overtuiging. Telkens als ik het nummer op de radio hoor, voel ik me nog altijd geflatteerd ( lacht). Veel had toen overigens te maken met het feit dat ik nieuwe nummers wou uitproberen op het podium.

Ondertussen heb je wel covers van ‘Smells Like Teen Spirit’ (Nirvana) en ‘Sweet Dreams’ (Eurythmics) aan je set toegevoegd. Toch wel verrassende keuzes.

Kelis: Het leven zit vol verrassingen. Je moet er echter niets achter zoeken. Het zijn gewoon twee nummers die vroeger regelmatig op de radio te horen waren en mij om een of andere reden altijd zijn bijgebleven. Ze herinneren mij ook wel aan een periode in mijn leven dat ik het minder breed had en misschien koester ik ze daarom nog het meest. Stilletjes hoop ik bovendien dat mijn nummers minstens evenveel energie uitstralen als Smells Like Teen Spirit en Sweet Dreams.

Wanneer jij ze brengt, klinken ze in elk geval grappig.

Kelis: Bedankt. Dat meen ik overigens echt, want humor neemt in mijn leven een belangrijke plaats in. Voor mij is muziek overigens ook een manier om in de huid te kruipen van iemand anders. Een beetje zoals een actrice dat doet. Sommige nummers hebben iets autobiografisch, maar het gros vertelt gewoon een verhaal dat ik zelf heb verzonnen. Natuurlijk verwerk ik er bepaalde zaken uit mijn leven in, maar het blijft hoe dan ook fictie.

Heb je er al over nagedacht om ook op een andere manier verhalen te vertellen?

Kelis: Dat doe ik al. In mijn videoclips probeer ik telkens een verhaal te vertellen dat niet noodzakelijk bij de muziek aanleunt. Misschien moet ik ook wel eens aan een stripverhaal beginnen, want mijn vrienden vertellen me dat ik hen aan een stripfiguur doe denken.

Je favoriete koosnaam is ‘Thunder Bitch’. Is dat niet de perfecte naam voor een strippersonage?

Kelis: Neen, want het is helemáál niet mijn favoriete koosnaam. Een journalist heeft me in een artikel ooit eens zo genoemd en sindsdien is dat een eigen leven gaan leiden. De man had het trouwens niet slecht bedoeld. Veel mensen denken dat ik er prat op ga en dat is heus niet waar. Er bestaan zelfs fansites met die naam. Ik ben inderdaad vaak wat humeurig en de teksten van mijn nummers kunnen weleens agressief klinken. Ik hoop niettemin dat mensen er de humor van inzien.

Je hebt een uitgesproken imago. Is dat belangrijk voor je?

Kelis: Vind jij dan niet dat je een verantwoordelijkheid hebt om er elke dag opnieuw goed uit te zien en je op die manier ook goed te voelen in je vel? Ik ben me altijd al bewust geweest van wat ik aanhad of hoe ik eruitzag. Het maakt mij niet uit dat er nu plotseling meer mensen naar me kijken dan vroeger. Neem maar van mij aan dat vrouwen ook sexy ondergoed dragen, als ze geen vriend hebben ( lacht). Ze vinden het gewoon leuk en voelen zich er goed bij. Natuurlijk is het prettig om je op te kleden voor duizenden mensen, maar ik vind het minstens even prettig om me op te kleden voor mezelf.

Uit je muziek blijkt je voorliefde voor sciencefiction. Waar komt die fascinatie vandaan?

Kelis: Sciencefiction trekt me aan, omdat de mogelijkheden ervan oneindig zijn en niemand je achteraf op de vingers kan tikken omdat hij vindt dat het niet klopt. De toekomst is bovendien het enige waar niemand controle over heeft. Ik ben trouwens ook verslingerd aan sciencefictionfilms omdat ik ervan overtuigd ben dat ze een manier zijn om bepaalde technologieën aan het publiek te presenteren. Neem nu de oude Star Trek-films: je moet er eens op letten hoeveel snufjes aan boord van het schip ondertussen zijn ingeburgerd. Dat is heus geen toeval.

Op de website van je platenfirma word je net als Lenny Kravitz en Mariah Carey in het vakje ‘urban’ gestopt. Nochtans hebben jullie alleen jullie huidskleur gemeen.

Kelis: Je moet inderdaad zwakzinnig zijn om daarmee op de proppen te komen. Zulke dingen storen me enorm, maar als je onder contract staat bij een grote platenmaatschappij moet je weten wanneer je je mond moet houden. Je bent een onbeduidend onderdeel van een groter geheel. Af en toe krijg je de kans om je stem te verheffen en misschien luistert er dan wel iemand, maar als je het váák doet, krijg je geheid niets meer gedaan. De muziek en de industrie zijn twee totaal verschillende dingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content