Eindelijk! We dachten dat we het nooit meer zouden mogen schrijven, maar eerstdaags landt de derde plaat van Das Pop dan tóch in de winkelrekken. Bent Van Looy over de lange lijdensweg naar het heden en de fouten uit het verleden. ‘Onze eerste demo’s klonken beter dan onze eerste platen.’

Uitgeblust. Afgepeigerd. Uitgemergeld. Kortom: total loss. Zo zouden wij ons voelen na de hobbelige, schier eindeloze marathon die Das Pop de voorbije vijf jaar heeft afgelegd. Honderden cd-r’s van je nieuwe plaat uitsturen naar Britse platenfirma’s, tientallen showcases spelen in Londense achterafzaaltjes; en dat allemaal om een internationale platendeal te forceren die je na anderhalf jaar alweer kwijt bent: het heeft bij Bent Van Looy geen noemenswaardige sporen achtergelaten.

Oké, we ontmoeten hem op de warmste dag van het jaar. En ja, we bevinden ons op een zonovergoten terras in hartje Gent. Maar Bent Van Looy stráált. Hij straalt zoals in onze verbeelding alleen glimwormen in Tsjernobyl stralen. Maar Das Pop is dan ook back with a vengeance: zonder een spatje verbittering en mét een internationale platendeal onder de arm.

Bent Van Looy: Ik ben blij, ja. Licht euforisch zelfs. ’t Is misschien een beetje makkelijk om er nu romantisch over te doen, maar eigenlijk ben ik best content over ons parcours van de voorbije vijf jaar. Het was een hindernissenparcours, akkoord. Maar dat we het hebben aangedurfd om weer van nul te beginnen, dat we die hele rit als groep hebben overleefd en dat we ons doel – een internationale platendeal – uiteindelijk toch maar mooi hebben bereikt: daar ben ik apetrots op.

Veel muzikanten raken mettertijd vervreemd van hun vroegere werk. Voel jij nog enige verwantschap met deze vijf jaar oude plaat?

Van Looy: Tuurlijk wel. Vergelijk het met ouders en hun kinderen: het is toch niet omdat de kinderen het huis uit zijn dat de ouders ze minder graag zien. We hebben de plaat de voorbije jaren ook niet onaangeroerd in een kluis laten liggen, hé. We zijn eraan blijven vijlen en schaven. Daardoor klinkt ze in mijn hoofd nog altijd fris. Ook belangrijk: we hebben onszelf als groep verboden nieuwe nummers uit te werken tot Das Pop zou worden uitgebracht. Dat embargo hield ons gemotiveerd om die ‘oude’ plaat niet te laten vallen.

Om nog even terug te komen op die artistieke zelfvervreemding: te oordelen naar Das Pop zijn jullie toch op z’n minst van jullie eerste twee platen vervreemd geraakt?

Van Looy: Dát wel, maar daar zit de productie voor veel tussen. Onze nieuwe plaat laat de ruwe, ongepolijste Das Pop horen van vóór onze eerste twee platen. Die livedynamiek hebben we herontdekt toen we na het vertrek van Tom (Kestens) en Lieven (Moors) weer op onze basisbezetting als trio terugvielen (inmiddels is de groep alweer versterkt met drummer Matt Eccles, nvdr). Op I Love en The Human Thing hoor ik vooral een groep die iets te gretig de mogelijkheden van een opnamestudio aftast. We wilden te snel te veel uitproberen, waardoor we de arrangementen van onze songs niet meer in de hand hadden. Als ik de demo’s van onze eerste platen nu beluister, vind ik ze beter dan de versies die op plaat staan.

Ik vond indertijd ook dat de complexloze popgroep die in 1998 de Rock Rally won iets te snel was doorgegroeid naar een hightech studioband. Het leek wel alsof jullie met de eerste plaat al meteen de derde wilden maken.

Van Looy: Exact! Dat was ook onze bedoeling: die debuutplaat gewoon overslaan en meteen een gedurfde tweede of derde plaat maken, niet klein en bescheiden beginnen maar meteen met grootse arrangementen uitpakken – een geluidje links, een belletje rechts. Alleen zijn we daardoor te ver doorgeschoten, zijn we de songs uit het oog verloren. Ik ben blij dat onze derde plaat veel strakker is, veel kaler ook. Dat is voor een groot deel de verdienste van Soulwax.

Hebben jullie bij de keuze voor Soulwax als productieteam rekening gehouden met hun internationale renommee? Omdat de credit ‘produced by Soulwax’ bij grote labels weleens interesse zou kunnen wekken?

Van Looy: Nee, totaal niet. Onze samenwerking is spontaan tot stand gekomen. Ze waren onze plaat aan het producen voor we er zelf erg in hadden. (lacht) Maar dat neemt niet weg dat we op de cd-r’s die we naar Britse labels stuurden af en toe in het groot hun naam hebben vermeld. (lacht) En natuurlijk hebben Stephen en David hier en daar een goed woordje voor ons gedaan. Dat soort troeven móét je uitspelen, want een envelop met een cd’tje doen ze bij platenfirma’s allang niet meer open. Zeker niet als er een Belgische postzegel op plakt.

De plaat zou aanvankelijk ‘Postcards from Fuckland’ heten. Wat moet ik me bij die plaats precies voorstellen?

Van Looy: Fuckland is een fictief land dat een gemoedstoestand weerspiegelt. Een state-of-mind waarin Reinhard, Niek en ik ons bevonden toen we de eerste demo’s aan het opnemen waren. Fuckland staat symbool voor een broeierige plaats, tegelijk angstaanjagend én opwindend maar in ieder geval zéér rock-‘n-roll. Ik heb me een tijdlang écht in zo’n Fuckland gewaand, een soort niemandsland waar in alle betekenissen van het woord een hoop gefuckt wordt. (lacht)

Daarover gesproken: precies een jaar geleden stond jullie plaat op verschijnen toen Das Pop van platenlabel Ugly Truth werd doorgesluisd naar RCA. Was Das Pop het slachtoffer van de economische crisis?

Van Looy: Ik weet niet welke factoren allemaal hebben meegespeeld, maar in ieder geval organiseerde Sony een herschikking van zijn sublabels, waardoor we dus plots bij een labeltje terechtkwamen waarmee we hoegenaamd geen voeling hadden. Er ontstonden vanzelfsprekend wrijvingen, waarop we wederzijds hebben beslist om er de stekker uit te trekken. Als we Das Pop bij RCA hadden laten verschijnen, was de plaat gigantisch geflopt: omdat ze de plaat heel slecht zouden hebben gepromoot of zelfs helemaal niét.

Een gemakkelijke beslissing was het natuurlijk niet. We stonden op enkele weken van de release, we hadden al zolang gewacht en we wilden natuurlijk niet blijven zitten op die plaat. Vergeet ook niet dat we met de groep een appartement in Londen hadden gehuurd, we hadden ons echt zwaar geëngageerd. Maar gelukkig zijn ze bij RCA zeer correct geweest. We kregen onze plaat integraal in handen – inclusief de opnames die we op kosten van Ugly Truth hadden gemaakt – en ook voor de tour support die ze ons anderhalf jaar lang gegeven hebben, kregen we geen rekening gepresenteerd. In deze business heet dat bijzonder genereus. Achteraf bekeken hadden we dus niet te klagen. Integendeel. Noem mij één Belgische groep die zo’n grote financiële ondersteuning heeft gekregen en met zoveel grote namen heeft kunnen toeren: je zal lang mogen zoeken.

Jullie zijn bij het afwerken van ‘Das Pop’ aan heel wat wensen en eisen van Ugly Truth moeten tegemoetkomen. Hebben jullie achteraf veel van die ingrepen teruggeschroefd?

Van Looy: Nauwelijks. Ten eerste hebben we alle voor ons belangrijke aspecten nooit uit handen gegeven. Artwork, mastering, mixing: daarover hebben we altijd het laatste woord gehad. Ten tweede waren de opmerkingen die ze ons bij Ugly Truth hebben gegeven over andere creatieve aspecten altijd zeer pertinent, vond ik. De plaat is er veel beter door geworden. Ik herinner me nog hun eerste reactie toen we onze plaat gingen voorstellen. ‘Goed, heel goed zelfs, maar kan je niet nog een hit schrijven?’ Ik vond dat een terechte vraag. En vooral: een uitdaging. Een paar dagen later ben ik hen in een repetitiestudio in Londen ‘mijn hit’ gaan voorstellen. En weer kreeg ik te horen: ‘Zeer fijn nummer, maar kan er niet nog een aanstekelijke bridge in?’ Dat brugje heb ik daar ter plekke geschreven. En zo is Never Get Enough ontstaan. Het is raar: ik werk helemaal niet graag in opdracht, maar als ik word uitgedaagd door mensen die weten waar ze mee bezig zijn, ben ik kennelijk tot iets meer in staat. Zij het dan in het geval van Never Get Enough tot een popsong à la The Jackson Five. (lacht)

Nu je het zegt: ‘Fool for Love’ heeft iets van XTC’s ‘Making Plans for Nigel’.

Van Looy:(enthousiast) Er staat ook een écht plagiaatnummer op de plaat! Ik heb het zelf pas veel te laat ontdekt. Onlangs trok ik thuis een ouwe cd uit de kast die ik al járen niet meer beluisterd had, en báf: één van de nummers op die cd is identiek aan een nummer op onze nieuwe plaat. Zonder het te beseffen is die melodie indertijd door mijn hoofd gefloept en heb ik dat nummer gewoon opnieuw geschreven. Helaas: ik kon er niks meer aan doen, het nummer was al gemixt en gemasterd. Benieuwd of ik ontmaskerd word!

‘DAS POP’

Op 21/9 uit bij N.E.W. S

DAS POP LIVE

3/10 Petrol, Antwerpen, 13/10 Het Depot, Leuven en 16/10 Minnemeers, Gent

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content