Mike Nichols bracht Tony Kushners visionaire epische drama ‘Angels in America’ naar het televisiescherm met een cast die je maar eens in je leven samenbrengt. Een gesprek met de regisseur, de dramaturg en de sterren over de nieuwste Amerikaanse klasseserie. DOOR David Ansen en Marc Peyser

© Newsweek, 2003 Vertaling en bewerking Bart Van Pottelberge’ANGELS IN AMERICA’

VANAF ZA 2/10 – 22.30 NED3

Toen Angels in America in 1993 op Broadway debuteerde, ging de theaterwereld helemaal door het dak. Eindelijk werd er een stuk gebracht dat er niet voor terugschrok dit leven – en ook het eeuwige leven – op de korrel te nemen met fascinerend taalgebruik en vakmanschap, en met subtiel sarcastische humor waar zelfs Oscar Wilde trots op zou zijn. De toen slechts 36-jarige schrijver Tony Kushner won er een Pulitzer Prize en twee Tony’s (de oscars van de toneelwereld, nvdr) mee.

Eind vorig jaar werd de zes uur durende en zestig miljoen dollar kostende televisieversie van Angels of America voor het eerst vertoond in Amerika, en vanaf zaterdag kan u de reeks ook bij ons bewonderen. Geregisseerd door Mike Nichols, pakt Angels in America uit met een droom van een cast, die wordt aangevoerd door Al Pacino, Meryl Streep en Emma Thompson. Met zulke acteurs kan deze Angels in America natuurlijk minstens de kwaliteit van het theaterstuk evenaren. Tegelijk brutaal, hilarisch en ontroerend is de film als een vuurhaard die niet ophoudt hitte en licht af te geven. Angels in America is politiek en gepassioneerd, en beter dan bijna al het andere op de buis.

We brachten de drie sterren samen met Mike Nichols, Tony Kushner en Justin Kirk, die de aidspatiënt Prior Walter speelt, voor een gesprek.

Hoe intimiderend was het succes van het toneelstuk toen jullie aan dit project begonnen?

Al Pacino: We zijn er allemaal met een klein hart aan begonnen.

Emma Thompson: Toch niet. Ik had dat gevoel niet omdat ik het theaterstuk nooit heb gezien. Dat was zowel een zegen als een vloek.

Justin Kirk: Emma was diegene die onze neuroses moest opvangen.

Thompson: Een serieus privilege!

Wat bedoel je met neuroses?

Kirk: Die verstikkende faalangst.

Mike, toen je besliste deze film te maken, schreef je de cast van je dromen neer.

Mike Nichols: En dit was hem zeker. Niemand die een rol aangeboden kreeg, weigerde. Dat was alleszins een goede start.

Thompson: Het doet ook wel eens deugd om eens niet de 35e persoon op de lijst te zijn. Dat komt niet veel voor.

Nichols: Ooit zei een actrice me: ‘Heel erg bedankt voor de rol. Normaal gezien moeten er vijf à zes mensen sterven vooraleer ik gecast word.’ (gelach) Maar wat dit stuk betreft, iedereen kende het en hield ervan. Het zijn ook echt fantastische rollen. En ik denk dat acteurs soms ook wel eens iets graag doen voor weinig geld.

Streep: Denk je? (gelach)

Nichols: Omdat het dan als kunst aanvoelt.

Tony, er is veel veranderd sinds ‘Angels’ voor het eerst verscheen. Het was een stuk over de jaren tachtig dat uitkwam in de jaren negentig, en nu zijn we tien jaar verder. Dat het onder meer over de bevrijdingsstrijd van homo’s gaat, maakt het een stuk van zijn tijd. Wat betekent dat voor de tv-versie?

Tony Kushner: Natuurlijk is de wereld enorm veranderd sinds het geschreven werd. Godzijdank. Ik vreesde een beetje dat dit negatieve gevolgen zou hebben voor de film. Ik dacht: Halen we niet gewoon oude koeien uit de sloten? Door de manier waarop Mike het echter verwerkt heeft, wordt het je nooit opgedrongen. ‘Dit was toen, toen de zaken er zo voor stonden.’ De serie hanteert de fundamentele concepten van theater: empathie en medelijden. Het zegt gewoon: ‘Dit soort lijden was het gevolg van dat soort verdrukking.’ Het is zoals in Een Poppenhuis van Ibsen, waar je onmiddellijk mee kan leven met Nora.

Je hoeft daarvoor niet in een prefeministisch tijdperk te leven. Je begrijpt haar omdat het stuk je haar doet begrijpen.

Ik schrok toch toen ik in je film het World Trade Center zag opduiken.

Nichols: De torens stonden er ook nog in de tijd van het verhaal.

Toch wel moedig van je. Er was een tijd dat mensen na 11 september beelden van de torens in films en televisieseries wegwerkten.

Kirk: Dat heeft wel niet lang geduurd.

Neen, maar je móést dat beeld niet maken.

Nichols: Ik vond het belangrijk dat het WTC er toen was en nu niet meer. Dat past ook in de manier waarop we dit filmproject zagen: wat was er toen, dat er nu niet meer is? En wat is er nu, dat er vroeger niet was?

Kushner: Aan de basis van de film ligt onder meer een gevoel van een Apocalyps. Die lijkt niet meer zo veraf.

Streep: Waarom dacht je dat dit zou lukken, Mike? Het stuk was naar mijn gevoel fantastisch. In zijn tijd en atmosfeer kon het de gemoederen oplaaien. Maar ik dacht dat die theaterervaring nooit of nergens door een ander medium bereikt kon worden. Het is zo moedig en ook zo roekeloos. Ik bewonder iemand die vertrekt vanuit het idee: ‘Ja, ik denk dat ik dat kan.’

Nichols: Zoveel verschilt het niet van de manier waarop jij een rol in een stuk of een filmscript leest. Er bestaat zoiets als instinctieve reacties. Iets in jou komt tot leven als je bepaalde stukken leest. En er is de ervaring die we allemaal hadden, denk ik, en die ons ook zo mooi samenbracht: het gevoel dat er te veel is om te begrijpen. Dat bewustzijn is ook bepalend gebleken voor de toon van elke werkdag. Je kan nooit – ík kan nooit – de volledige zes en een half uur begrijpen in één draaiperiode. Ik ben geen geleerde, hé. En we zijn er nóg niet uit.

Kushner: Na de première besefte ik dat het een echte film is. De taal is in de verste verte niet naturalistisch – het is hoogdravend; het is geschreven voor het theater. Maar het kostte schijnbaar zo weinig moeite om van het theaterstuk een film te maken.

Streep: Misschien waren we niet ambitieus genoeg.

Pacino: We zitten vast in dat web van naturalistisch taalgebruik.

Thompson: We zijn acteurs, hé. Het gaat er niet om zoals elk ander persoon te zijn. We moeten een voorstelling geven, en daarom was deze film een gelegenheid als geen ander.

Waarom liet je acteurs, zoals in het theaterstuk, verschillende rollen spelen?

Kushner: Toen ik Mike voor het eerst ontmoette, hadden we het hierover. Hij zei alleen: ‘Ik wil de dubbelrollen houden.’ Ik had nooit gedacht dat iemand dát in zijn hoofd zou halen. Ik wist meteen dat dít de aangewezen man was voor de verfilming. De dubbelrollen zijn eigenlijk een ode aan het artificiële van de vertoning. Dat boezemt mensen die met film bezig zijn schrik in. Je ziet dat het Emma is, maar alweer in een andere rol. Je weet dat het Meryl is als iemand anders.

Nichols: In Amerika – veel minder in Engeland – ontstond het idee dat acteren hetzelfde is als voelen. Dat is nonsens en zinloos. Het leidt ons tot een hoekje waar mensen onverstaanbaar maar wat zitten mompelen.

Het is de ultieme perversie van Lee Strasberg en ‘method acting’.

Nichols: Inderdaad, het ís een perversie.

Toen ik begon te kijken en de oude rabbi zag, dacht ik: op het theater werd deze rol door een vrouw gespeeld. Ik had geen idee wie deze schitterende oude man was. Enkel bij de aftiteling op het einde zag ik pas dat het Meryl was.

Kirk: Ook de gastacteurs stonden die dag versteld. Ze wisten dat Meryl meespeelde, en toen ze haar kostuum uitdeed, konden ze hun ogen niet geloven.

Nichols: Toen Meryl het applaus haalde na de première, had ik, nadat getoond werd welke rollen ze had vertolkt, zin om ook de gospelzingende zwarte vrouw op haar naam te schrijven. (gelach) En dan zou ik zeggen, just kidding.

Emma, vond je het moeilijk om al die personages te spelen in het bijzijn van de ‘queen of accents’?

Streep: (zucht)

Heb je niet graag dat mensen zo over je denken?

Streep: (met lichte irritatie) Het doet me weinig.

Je haat het.

Streep: Ja. Net alsof je zou zeggen: ‘Ik vind je zo goed door je voeten.’ Het is gewoon, het is zo… Ik weet dat niemand het beledigend bedoelt, maar het is wel zo. Als ik enkel mensen uit New Jersey zou spelen, dan zou ik niet echt een carrière hebben om mee uit te pakken. (gelach) In ieder geval zou het wel eerlijk zijn.

Laurence Olivier kon nooit overtuigend een Amerikaans accent neerzetten.

Nichols: Laat staan een joods accent.

Het accent van die hele generatie van Engelse acteurs was erbarmelijk. Maar zij groeiden ook niet op met televisie.

Thompson: Daar heb je het. Mijn moeder en vader volgden allebei een theateropleiding, en verwachtten altijd Shakespeare. Drie accenten werden van hen verwacht: RP – weet je wel, Received Pronunciation -, een plattelandsaccent en misschien nog Iers of Schots. Dat was alles wat je nodig had. Tegenwoordig moet je het accent van praktisch elk fucking postdistrict van de VS kennen.

Al, klopt het dat, toen Robert Altman ‘Angels’ jaren geleden al wilde verfilmen, hij jou ook als Roy Cohn zag?

Pacino: Ja, Altman contacteerde me.

Heb je Ron Leibman op Broadway Cohn zien spelen?

Pacino: Ik zag Ron en zag F. Murray Abraham. Ik weet nog goed welk effect ze op me hadden. Gelukkig is het lang genoeg geleden. Als je iemand een rol ziet spelen die ook jij zal doen, dan heeft dat bijna iets van een model. Zo ging het met mij bij America Buffalo. Of bij Pavlo Hummel. Het is als een bevestiging: ‘Iemand heeft het gedaan. Het kan dus gedaan worden.’ En zelfs al neem je het model niet klakkeloos over, het geeft je het vertrouwen dat het gedaan kan worden – en goed gedaan kan worden. Je hebt dus iets om voor te gaan.

Meryl, was werken met Al vergelijkbaar met werken met Dustin Hoffman of Robert De Niro?

Streep: Hetzelfde. Ze zijn al eender. (gelach) Het was super. We kennen elkaar nu al dertig jaar en toch hebben we nooit samengewerkt.

Waarom? Vermeden jullie elkaar?

Pacino: Zij werkt niet zoveel.

Streep: De hoofdactrices in zijn films zijn een stuk jonger. I’m kidding.

Justin, hoe voelde het om níét met Al Pacino te werken? Er zijn geen scènes met jullie beiden.

Kirk: Het is als een verschrikkelijke grap. Dan kan je eens een film maken met Al Pacino!

Al, denk je dat je met Roy Cohn een sympathiek mens hebt neergezet?

Pacino: Ik denk niet dat dat je uitgangspunt mag zijn. Ik denk dat het eigen is aan de karakterisering die Tony heeft neergeschreven. Het is onmogelijk om een karakter neer te zetten zonder tot het menselijke ervan door te dringen. Dat werk had Tony al verricht. Het is dan aan jou om jezelf in Roy te vinden en zien waar hij je leidt.

Thompson: Toen ik het script voor het eerst las, deed hij me denken aan Satan in John Miltons Paradise Lost. Daarin is Satan het aantrekkelijkste karakter.

Pacino: Ik speelde hem ooit (in The Devil’s Advocate, nvdr). Toen ik die rol deed, las ik ook Milton. Erg nuttig trouwens.

Thompson: Vind je dat niet vreemd? Het is lang geleden dat ik het nog eens gelezen heb, maar Cohn is min of meer als de Satan van Milton.

Kushner: Maar de grote valstrik is dat, als je verliefd wordt op de duivel, je de zondeval van de mens herneemt. Thompson: Je wil koste wat kost bij hem zijn. Erg fascinerend.

Nichols: Een van de belangrijkste taken van een acteur is je karakter zo goed mogelijk voor te stellen. Dat is ook wat Al, als een slechterik, doet.

Streep: Dat idee heeft me altijd aangesproken – een karakter beschermen tegen vooroordelen. Dat deden we alleszins met Hannah, de mormoonse moeder die verdwaald is in New York. Dit karakter is misschien iemand die je kan negeren. Op de luchthaven zie je miljoenen van zulke vrouwen in paarse jassen, met wit haar en gelaatstrekken die overgaan in hun kledij. Ze zijn als een wandelende fout. Ze zijn verdwaald, je kan ze niet vinden, en je zou ook niet in hen geïnteresseerd zijn. Maar Tony is geboeid door Hannah en in haar mogelijkheden, in de grootte van haar tocht. En die hier (wijst naar Pacino), je speelt een karakter dat zó onuitstaanbaar is, en… zelfs ik was ontroerd.

Echt waar?

Streep: Neen. (gelach)

Emma, hoe speel je een engel? Veel voorbeelden heb je niet.

Thompson: Neen. Je moet gewoon je verbeelding op hol laten slaan.

Pacino: Ze is de meest sexy engel die ik ooit heb gezien.

Thompson: Het is mijn Farrah

Fawcett-engel.

Had je controle over je kapsel?

Thompson: Ja hoor. Ik bekeek prenten met engelen. Toen herinnerde ik me een kerstkaartje van Elton John met een engel erop.

Nichols: Wat voor een inspiratie!

Thompson: Het was een van die wondermooie kleine renaissance-engeltjes met een leuke bos haar. En Mike, je wilde toch een echte engel.

Het ís een erg seksuele engel, die zowel Justin als Meryl verleidt.

Thompson: De seks! Het was zo mooi om te spelen. Deze soort seksualiteit is als vuur. Een deel van het stuk is volgens mij geweldig erotisch.

Er zijn shots die je slechts zelden op televisie tegenkomt, zoals dat lange, uitweidende shot dat van een elegante bar, waar Roy Cohn een kerel versiert via het raam over de straat naar het ruige ‘Rambles’- gebied in Central Park gaat.

Kushner: Wat ik zo leuk vind aan dat shot is dat het steeds verder inzoomt en dan even stopt voor het verkeer.

Nichols: Het feit dat dit niet alleen gelijktijdig gebeurde maar dat die twee zich ook nog eens zo dicht bij elkaar bevonden, fascineerde me. Niet erg ver van het Plaza-hotel neukte die kerel een andere man, en dat vond ik het meest cruciale stuk ervan. Soms moet je er eens bij stilstaan dat in New York slechts een kleine twintig meter liggen tussen het meest chique hotel en een jungle.

Mike, vind je dat je riskantere dingen kan doen op tv dan bij film?

Nichols: Toch wel. Dat heeft te maken met HBO (de Amerikaanse tv-zender die ook The Sopranos, Six Feet Under en Sex in the City uitzendt, nvdr). Zo eenvoudig is het. We houden van de vrijheid en kracht die er is op HBO. En welke kracht is dat? Economische kracht. Alles wordt gedicteerd door de markt – het feit dat een groep mensen biljoenen dollars kan verdienen door abonnementen te verzamelen. Deze economische basis verschaft ons die vrijheid.

Was het budget geen zestig miljoen dollar?

Nichols: Ja. Maar je hebt er wel zoiets als drie films voor – en met visuele effecten! Ongeveer 20 miljoen per film dus – wat véél is voor televisie. (gelach) Maar vergelijk dan eens met om het even welke Disney-achtige Cinderellaprent waar kleine blinkende dingetjes verschijnen naast elfen en dergelijke.

Thompson: Kijk je veel naar dat soort films?

Nichols: Ik heb een kleindochter, hé.

Kushner: Blinkende dingetjes en elfen. Dat is een goede omschrijving van onze film. l

Copyright Newsweek

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content