Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Bijna vijfhonderd pagina’s lang snijdt Donna Tartt je met haar derde roman de adem af. Helaas eindigt Het puttertje met een lange zucht van frustratie. De elegante doodsreutel van een Amerikaans talent.

Openingsscènes: Donna Tartt beheerst ze tot in de puntjes. Denk aan de proloog van De verborgen geschiedenis, waarin een moord uit de doeken wordt gedaan en meteen ook de naam van de daders vermeldt – zonder een greintje spanning uit haar roman te wissen. Of de galgenscène uit De kleine vriend. Tartt grijpt je bij de lurven en sleurt je ongenadig mee, haar verhaal in.

Het is niet anders bij Het puttertje. De dertienjarige Theodore Decker overleeft als bij wonder een terreuraanslag op een museum en gaat aan de haal met een zeventiende-eeuws schilderij. Blijven dood in het puin achter: zijn moeder, en de antiekhandelaar Welty, van wie hij nog de laatste woorden aanhoort. Als halfwees – zijn alcoholische vader is met de noorderzon verdwenen – komt hij terecht bij een bevriend gezin, de Barbours, een vrolijk getikte bende. Vooral met de begaafde Andy kan Theodore het vinden en het lijkt erop dat hij een nieuwe thuis heeft gevonden. Tot zijn vader plots opduikt, schijnbaar ontnuchterd en vastbesloten zijn verloren jaren met Theodore in te halen. Aan zijn zij: de del Xandra. Theodore wordt meegesleept naar een buitenwijk van Las Vegas en spendeert er diep ongelukkige jaren. Alleen de vriendschap met Boris, een wereldwijze Russische jongen met een zwak voor drugs en wodka, verdrijft Theodores eenzaamheid. Dat, en de stiekeme blikken op Het puttertje, het gestolen schilderij dat voor Theo een symbool van zuiverheid wordt, een oase in die neonverlichte zandbak vol weed en alcohol en gokverslaafde ouders.

Later komt Theodore bij Hobie terecht, zakenpartner van Welty, en een genie in het restaureren van antieke meubels. Alleen mankeert hij een neus voor zaken, iets waar Theo hem wel mee kan helpen. Dankzij een aantal dubieuze verkopen redt hij het antiekzaakje van het failliet, en ook op persoonlijk vlak is er sprake van een hausse: een verloving lonkt, en voor het eerst in zijn leven kiert iets van geluk binnen. Alleen nog afraken van die vervelende pillenverslaving, en van de opdringerige Lucius Reeve, een gehaaide oplichter die tuk is op dat ene schilderij dat op die ene fatale dag spoorloos uit die museumzaal verdween…

Tartt zet al haar personages briljant neer – een ander woord is er niet. Dankzij lange, minutieus geschreven passages wekt ze Theodore en zijn kompanen tot leven, en op cruciale momenten zet ze een naaldhak op je keel en moet je naar adem snakken. Zo goed ze in het eerste deel schrijft, zo belabberd is haar einde. Tartt weet plots niet meer wat aan te vangen met haar verhaalstof en grijpt dan terug naar beginnerstrucjes. Gebrek aan drama? Bwa, we laten iemand doodvallen. Het zoveelste heikel moment voor Theo? Hupakee, de redder in nood stond om de hoek te wachten tot hij op scène mocht. Eentonigheid? Een last-minutereisje en wat gangsterclichés frissen de boel wel op. Maar toch, dat eerste deel, die eerste vijfhonderd verbluffende pagina’s: meesterlijk. Alleen, een half boek is geen boek, en Tartt verdoemt zichzelf met Het puttertje tot de trieste galerij van eeuwige beloftes.

HET PUTTERTJE **

Donna Tartt, De Bezige Bij (originele titel: The Goldfinch), 927 blz., ? 24,90.

RODERIK SIX

CENTRALE ZIN …in het vonkje bewustzijn dat me restte dacht ik het grootse geheim van het sterven te doorgronden; geen pijn, geen angst, de pracht van onthechting, als een keizer opgebaard op het dodenschip…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content