HET POE-TENTIEEL VAN CORMAN. ROGER CORMAN MAAKTE BEGIN JAREN ZESTIG EEN CYCLUS ROND EDGAR ALLEN POE. ZIJN VERFILMINGEN ZOUDEN VERPLICHTE KOST MOETEN ZIJN VOOR ALLE VLAAMSE REGISSEURS DIE JARENLANG AAN HUN FLUTSCENARIO’S ZITTEN TE PRUTSEN.

(MGM DVD; BEHALVE DE TRAILER, GEEN EXTRA’S)

The Fall of the House of Usher 1960 *** Tales of Terror 1962 *** The Raven 1963 ***

Roger Corman is de koning van de exploitation-cinema en godfather van het Nieuwe Hollywood: Francis Ford Coppola, Jonathan Demme, Peter Bogdanovich en Martin Scorsese hebben allemaal in zekere mate hun carrière aan hem te danken. Begin jaren zestig maakte de regisseur voor rekening van zijn productiemaatschappij American International Pictures een opmerkelijke cyclus Edgar Allan Poe-verfilmingen, waarvan er nu drie op dvd zijn uitgebracht in de aantrekkelijk geprijsde Big Deal reeks van Fox/MGM. Corman had al 23 spotgoedkope quickies op zijn actief toen hij zijn zinnen zetten op Poe. Zijn vrije bewerkingen van Amerika’s grootste huiverschrijver kosten iets meer en de opnamen sleepten iets langer aan, maar met budgetten van 200.000 dollar en een draaitijd van vijftien dagen blijven het laaggeprijsde doch hooggetalenteerde B-films. Nog meer dan in zijn vroegere films overstijgt Corman de financiële en materiële beperkingen door het inventief gebruik van kleur, kostuums, decor en Cinemascope-formaat.

Corman was heel gedreven in het creëren van sfeer en look, terwijl hij de acteurs aan hun lot overliet. Wat de dubieuze prestaties verklaart van de jongeren (onder wie een piepjonge Jack Nicholson) die mogen opdraven naast een aantal oudgedienden uit het horrorarsenaal: Vincent Price, Peter Lorre, Boris Karloff, Basil Rathbone.

Volgens Corman behoorde de wereld van Poe tot het rijk van het onderbewuste, vandaar dat hij de kunstmatige contouren van de studio verkoos boven echte locaties. Toen AIP-baas Sam Arkoff het finale script van The Fall of the House of Usher las, riep hij verontwaardigd uit: ‘There’s no monster in the picture.’ ‘Het huis is het monster’, luidde Cormans antwoord. Inderdaad, de huiver draait volledig om het in spinnenwebben getooide, met schimmel overwoekerde en in dichte mist gehulde vervallen huis dat de laatste telgen van de incestueuze Ushers wil vernietigen.

Voor het drieluik Tales of Terror putte Matheson uit drie kortverhalen. In Morella wordt Price vermoord door zijn dochter, die bezeten is door de geest van zijn overleden vrouw. The Black Cat opent met een grappig wijnproeversduel tussen Lorre en Price, maar wanneer de dronken Lorre ontdekt dat zijn vrouw (Debra Paget) aan het rotzooien is met Price, worden ze in zijn kelder ingemetseld. In The Case of M. Valdemar beleeft een hypnotiseur (Rathbone) de schrik van zijn leven – wat hij prompt met de dood bekoopt.

Behalve in de openingsscène waarin Price het gedicht van Poe voorleest, heeft The Raven haast niks meer met het origineel te maken. Wat primeert is een burleske krachtmeting van een ’triumviraat van de terreur’. Voor de rol van de boosaardige tovenaar die een duel aangaat met zijn tweederangs magiër Price, werd de op rust gestelde Karloff weer op actief gezet; Lorre is de dronken knoeier die door Karloff in een raaf werd getransformeerd. Het originele script bevatte enkele komische accenten, maar toen de acteurs begonnen te repeteren en zagen hoe absurd de Grand Guignol-vertoning wel was, werd de zelfspot er duimendik opgelegd. Lorre die geen dialogen kon onthouden, improviseerde er duchtig op los en Corman, nooit te beroerd om halverwege de opnamen van koers te veranderen, pikte daar gretig op in.

Patrick Duynslaegher

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content