‘KONGO’ VAN RWANDA – Met ‘Duizend heuvels’ schreef Koen Peeters een verrijkende, relativerende en vooral boeiende roman over Rwanda en zijn bewoners.

Koen Peeters, De Bezige Bij Antwerpen, 296 blz., euro 19,95.

Dat Koen Peeters ooit nog in Afrika zou belanden, lag voor de hand. Met zijn interesse in ons Belgische verleden en zijn antropologische blik kon hij niet langer bij Brussel of zelfs Europa blijven hangen, om maar een paar onderwerpen van zijn recentste boeken te noemen. Hij snakte naar het echte werk en met de roman Duizend heuvels heeft hij dat geleverd. Een roman? Jawel, maar dan wel een speciale, want als je over Rwanda wil schrijven, moet je eerst en vooral heel wat stereotype beelden uit de weg ruimen en dat betekent bakken vol informatie over je lezers uitstorten. Peeters praatte urenlang met Rwandezen, Witte Paters en antropologen, en dat merk je.

Het boek laveert dus ergens tussen geschiedenis, documentaire en roman, zonder dat deze drie elkaar in de flanken bijten. In een eerste deel gaat Peeters dieper in op het verleden van Rwanda, het land dat in tegenstelling tot de meeste Afrikaanse naties geen koloniale constructie is. Zo krijgt Peeters van een Witte Pater te horen dat een Rwandees niet echt onder de indruk was van het Belgische koningshuis met zijn – op dat moment – dynastieke lijn van drie koningen. ‘Wij zijn aan onze zevenentwintigste toe’, zei de man met een licht dedain in de stem. Ook de mythe dat Rwanda oorspronkelijk door landbouwers – Hutu’s – werd bewoond en dat de rondtrekkende koeienherders – Tutsi’s – een paar eeuwen geleden de grens oversijpelden en de macht overnamen, blijkt op niets te berusten. Tweeduizend jaar geleden leefden er al Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda en het onderscheid tussen de twee was niet zo duidelijk. Dat werd in feite pas beslecht door de koloniale overheerser die eerst de kant van de Tutsi’s koos, maar in de jaren vijftig opeens hun aloude macht ongedaan maakte door het bestuur van het land aan de Hutu’s over te dragen. Wellicht goed bedoeld aangezien de Hutu’s een grote meerderheid vormden, maar voor de stabiliteit van het land was het nefast. En zo benadrukt Peeters meer dan eens de onbedoelde gevolgen van de kolonisten. De Witte Paters wilden het goede doen, daar is hij van overtuigd, alleen gedroegen ze zich nogal eens als een olifant in een porseleinwinkel.

Naast een roman over de wijze waarop je na een genocide met kwesties als schuld en boete kunt omspringen, is Duizend heuvels ook een filosofische zoektocht naar wat waarheid is en hoe die gevonden kan worden. Hutu’s, Tutsi’s, Witte Paters, antropologen en Brusselse bannelingen vertellen allemaal hun verhaal, en die verhalen botsen nogal eens, net zoals de koloniale visie op de Rwandese, vooral literaire cultuur – Rwandezen maakten geen maskers, maar reciteerden wel ellenlange gedichten die het midden hielden tussen mythologie en geschiedschrijving – en die van de Rwandezen zelf. En Peeters geeft geen antwoorden, of juist wel, want dat er geen eensluidende waarheid is, is óók een antwoord. Dat kan voor ons westerlingen moeilijk te aanvaarden zijn. Wij willen onzekerheden uit de weg ruimen en de logica laten werken, maar soms levert die logica niet de beste resultaten op. En in die zin is Duizend heuvels een leerzaam boek, dat evenveel vertelt over Rwanda als over onszelf. MARNIX VERPLANCKE

SLEUTELZIN: Dit is een roman die vele geschiedenissen, levens en vooral waarheden wil vertellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content