‘Dirty Pretty Things is een thriller’, benadrukt Stephen Frears. Dat is zeker waar, maar het zou ons verbazen mocht de gemiddelde bioscoopbezoeker de zaal verlaten met het idee dat hij een fijn avondje spannende cinema heeft meegemaakt. Gesprek met een serieuze regisseur tegen wil en dank.

Dirty Pretty Things Op 14 en 15/10 op het Filmfestival in Gent. Vanaf 22/10 in de bioscoop

Extra op www.focusknack.be Interviews met stephen frears uit ons archief.

In Dirty Pretty Things heeft de Britse cineast Stephen Frears het over een onderwerp dat dezer dagen veel te vaak de krantenkoppen ontsiert: het onmenselijke lot van illegale migranten. De film gaat over twee van hen, Okwe en Senay. Okwe (prima rol voor Chiwetel Ejiofor) is een Nigeriaanse dokter die in het zwart zijn brood verdient als taxichauffeur en nachtconciërge in een hotel, Senay (gespeeld door Audrey Amélie Poulain Tautou) is een Turkse jonge vrouw die als kamermeisje werkt in hetzelfde hotel. Daar doen ze op een dag een vreselijke ontdekking en komen ze een onguur handeltje op het spoor. Dirty Pretty Things heeft het onverschrokken over de minder fraaie kanten van onze wereld, en toch wil Frears vooral niet dat je hem een serieus filmmaker noemt. ‘Het is zowel een ernstig als een entertainend verhaal’, stelt hij, ‘maar dat vond ik er net zo interessant aan. Als ik liever de entertainende kant benadruk, is dat gewoon omdat ik vind dat je er in de eerste plaats voor moet zorgen dat bioscoopbezoekers met een tevreden gevoel naar huis gaan. Dirty Pretty Things is geen lezing over een belangrijk sociaal thema. Het is vooral een stevige thriller die de personages niet als slachtoffers of statistieken behandelt, maar als mensen van vlees en bloed.’

Frears heeft al meer dan genoeg watertjes doorzwommen om te weten wat hij wil. Op zijn 62e kent hij zijn eigen kwaliteiten en beperkingen door en door, en weet hij ook dat de filmbusiness te onvoorspelbaar is om met al te grote woorden uit te pakken. Soms worden de verhalen die hij kiest hits (zoals Dangerous Liaisons, The Snapper of High Fidelity), soms slaan ze veel minder aan (zoals Mary Reilly, The Van of The Hi-Lo Country). Zo zit het wereldje in elkaar en meer moet je er niet achter zoeken. Ergens siert die houding hem wel, maar het maakt een gesprek met de man niet bepaald makkelijk. Frears heeft een hartsgrondige afkeer van intellectualisme en vermijdt elke vorm van analyse of introspectie. De beruchte norsheid die hem lang tot de schrik van de filmjournalistiek maakte, heeft hij gelukkig afgeschud, maar een vlotte prater zal hij nooit worden.

‘Dirty Pretty Things’ gaat over de Onzichtbare Mensen, de mensen die we niet opmerken op straat of in hotels. Waren zij ook voor u onzichtbaar?

Stephen Frears: Ja, in die zin dat ik geen idee had van wie die mensen waren die ik elke dag op straat zag. Ik had ze wel opgemerkt, maar ik kende hun verhaal niet. Het script van Dirty Pretty Things maakte me voor het eerst duidelijk waar ze vandaan komen, waarom ze daar op straat lopen en wat er precies gaande is in hun leven. Al blijft het natuurlijk fictie. Eigenlijk was dat hetzelfde bij My Beautiful Launderette. Niemand had ooit aandacht geschonken aan die migrantenwereld, besefte dat er bij de Pakistaanse inwijkelingen ook middenstanders waren die goed hun brood verdienden. Daarvoor scheerde iedereen hen over dezelfde kam, maar Hanif Kureishi toonde dat de situatie veel complexer was dan dat.

Welke veranderingen ziet u als u ‘Dirty Pretty Things’ naast ‘My Beautiful Launderette’ legt?

Frears:My Beautiful Launderette ging in wezen over the Empire, het Britse Rijk, en over de inwijkelingen uit de landen die wij destijds ingepalmd hebben. De migranten in Dirty Pretty Things komen niet noodzakelijk uit onze voormalige kolonies. De enorme migratie die bezig is in de wereld, heeft zich pas de voorbije tien jaar doorgezet. Het leven in Europa is er een stuk complexer door geworden. Londen loopt nu vol Europeanen die hier werken.

Is het belangrijk dat de film zich in Londen afspeelt?

Frears: Niet echt. Dit verhaal zou zich ook in Parijs of Milaan kunnen afspelen. De situaties in mijn film gebeuren waarschijnlijk overal in Europa. Dirty Pretty Things is gesitueerd in Londen omdat de schrijver van het scenario en ikzelf toevallig Brits zijn.

De film toont wel een kant van Londen waar de gemiddelde toerist nooit komt. Kende u dat deel van de stad?

Frears: Nee. Ik had natuurlijk wel reportages en films gezien over drugs en prostitutie en zo, maar dit script is een stuk preciezer dan dat. Een verhaal schrijven over de onderbuik van Londen is niet zo moeilijk. Iedereen kan dat. Maar de details van dit verhaal maakten het interessant.

Steve Knight, de scenarist van ‘Dirty Pretty Things’, is ironisch genoeg ook de uitvinder van de quiz ‘Wie wordt multimiljonair’? Heeft u het daar met hem over gehad?

Frears: Ik moest even lachen toen ik dat vernam, ja. Steve wou eigenlijk alleen maar filmscenario’s schrijven en heeft die quiz verzonnen toen hij even zonder werk zat. Ik hoop dat hij er een pak geld mee verdiend heeft.

Het concept van die quiz is precies wat ‘Dirty Pretty Things’ op de korrel neemt, dat iemand op korte tijd heel veel geld kan verdienen.

Frears: Dat weet ik niet. Ik dacht dat het Steve’s bedoeling was om iedereen de kans te geven om rijk te worden. Dat is in feite democratisch. Maar aan de andere kant snap ik ook perfect wat jij bedoelt.

Wil u vooral een onderhoudende twee uur maken als u aan een film begint, of mikt u op iets meer?

Frears: Je probeert natuurlijk om meer te zijn dan vrijblijvend entertainment, maar je moet er zeker ook voor zorgen dat je film aangenaam blijft. Zeker in de wereld van vandaag. Als je film de mensen niet kan entertainen, ga je af als een gieter. Maar dat hoeft niet noodzakelijk ten koste te gaan van het onderwerp. Ik heb altijd het geluk gehad om verhalen te vinden die de twee kanten goed konden verbinden. Ik heb nooit moeten kiezen tussen ofwel entertainend ofwel ernstig.

U wordt niet graag een ernstig cineast genoemd?

Frears: Er is een geweldig citaat van Billy Wilder, die ooit antwoordde tegen een journalist die een van zijn films diep analyseerde: ‘Ik voel me gevleid door alles wat u daar zegt, maar ik vrees dat ik me verkeerdelijk voor iemand houd die het allemaal ernstig bedoelt.’ (lachje) Ik heb er niets tegen dat men mij ernstig noemt, hoor. Hoogdravend en gewichtig, daar heb ik het moeilijk mee. Ik wil vooral dat het publiek zich vermaakt. Daar val ik voor.

Het beeld in ‘Dirty Pretty Things’ van de mensheid is nochtans niet altijd even fraai…

Frears: Nee, maar we laten ook de mooiste kanten van de mensheid zien. Het gaat tenslotte over jonge mensen die elkaar door dik en dun blijven steunen en die samenwerken om de slechterik van het verhaal te verslaan. Dat vind ik bijna sprookjesachtig.

Het is me altijd opgevallen dat uw films constant schipperen tussen zwartgalligheid en ongebreideld optimisme.

Frears: Het hangt ervan af of het maandag is of dinsdag. (grijnst) Op sommige dagen word ik depri wakker, op andere zie ik de zon schijnen. Het is heel moeilijk om een consequente blik op de wereld te hebben. Ik vind het verbluffend dat mensen in een moeilijke wereld als de onze nog vrolijk en menselijk kunnen blijven. Dat ze kindjes blijven maken en verliefd worden. Het hangt allemaal samen.

U mag dan wel zeggen dat uw humeur van dag tot dag verschilt, maar een film maak je toch niet op een dag? Daar ben je al snel een vol jaar mee bezig.

Frears: Ja, en dat maakt het net interessant. Het is veel complexer dan optimistisch versus pessimistisch. Je kan dezelfde gebeurtenis door twee verschillende brillen bekijken en er twee compleet verschillende gevoelens aan overhouden. Als mensen me mijn mening vragen over de toestand van de Britse filmindustrie, vraag ik altijd of ze het vrolijke of het pessimistische antwoord willen. Ik heb ze allebei klaar. Dat vind ik ook niet tegenstrijdig. Het vormt één geheel.

Vandaar de titel ‘Dirty Pretty Things’?

Frears: Natuurlijk. Ik sta ervan versteld hoe miraculeus mensen kunnen zijn. Terwijl de wereld toch steeds slechter en grimmiger wordt, blijven de mensen intens menselijk. Ik kijk naar mijn kinderen, en hoewel ik weet dat ze hun eigen weg zullen moeten vinden in die moeilijke wereld, vervullen ze me toch met hoop.

Kan een film echt een invloed hebben op hoe iemand denkt?

Frears: Hoogstens een heel klein beetje. Ik ben niet compleet naïef, hoor. (lacht) Maar toen ik het script las, gingen mijn ogen wel open. Dat is een van de grootste genoegens die je als regisseur kan hebben, dat je de kijker een wereld kan tonen die hij nog niet kende. Daarom probeer ik bij elke nieuwe film ook iets te zoeken wat ik nog niet eerder heb gedaan, om dingen te leren die ik nog niet wist. Cinema moet het trouwens per definitie hebben van nieuwigheden.

Heeft u die nieuwsgierigheid naar mensen en werelden altijd gehad?

Frears: Ik denk dat ik nu nieuwsgieriger ben dan als kind of als jonge cineast. Medio jaren tachtig ben ik veranderd, toen ik vader werd van mijn derde en vierde kind. Opeens werd ik veel meer open.

Met welke ogen keek u daarvoor dan naar de wereld?

Frears: Met de ogen van iemand uit de conventionele blanke Britse middenklasse. Bloed-ernstig. Maar halverwege de jaren tachtig besloot ik die ernst op te geven. Het was rond die tijd dat ik voor het eerst samenwerkte met Hanif Kureishi. Hij zei me onlangs nog dat hij geschokt was door mijn visie. Hij had de indruk dat ik maar één ding van hem vroeg: ‘Maak het een beetje viezer!’ (gniffelt) Hij was een ernstig mens uit de ernstige theaterkringen, net zoals ik toen ik even oud was als hij, en plots had hij te maken met iemand die het liever wat vunziger wou. En Hanif moest vaststellen dat het heel bevrijdend werkte voor hem. Vraag me niet waarom ik hem dat vroeg. Naarmate je ouder wordt, heb je steeds minder de neiging om zo ernstig te doen en paradoxaal genoeg begin je je dan met meer serieuze dingen bezig te houden. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Uw volgende film had de misdaadkomedie ‘Monkeyface’ moeten worden, maar dat project viel in het water toen Catherine Zeta-Jones en Michael Douglas plots afhaakten. Voelt u zich in de steek gelaten?

Frears: Ik vind het allemaal eigenlijk eerder boeiend om mee te maken. Catherine en Michael hadden mij gevraagd als regisseur en ik had ja gezegd. Maar drie weken later trokken zij zich terug omdat ze niet tot een overeenkomst kwamen met de producerende studio. De precieze details zijn hier niet belangrijk. Nu vraagt iedereen zich af wat er met de film moet gebeuren. Toen Catherine en Michael nog aan boord waren, had het hele project een duidelijke structuur. Maar zonder hen heeft de film plots geen vorm meer en die heb je nodig om hem te maken. Ik weet niet of we die vorm ooit nog zullen terugvinden.

U heeft onlangs een tv-film gemaakt over Tony Blair voor Channel 4. Heeft u verrassende dingen ontdekt?

Frears: Ik heb niet ontdekt dat hij zich graag in vrouwenkleren hult, als je dat bedoelt. (grijnst) Als jij Tony Blair kunt uitleggen, dan ben je slimmer dan iedereen die ik al ontmoet heb. Hij is een totaal paradoxale figuur, vreselijk moeilijk te doorgronden.

Waarover heeft u dan een film gemaakt?

Frears: Over het feit dat hij vreselijk moeilijk te doorgronden valt. Toen hij de leider van Labour werd, was zijn bijnaam Bambi. Het jaar daarop noemde iedereen hem plots Stalin. Hij is een combinatie van beide. Dat heeft hij zelf al gezegd in een speech. Ik weet niet wat ik van hem moet denken. Nu is hij zowat krankzinnig geworden, wat het in zekere zin makkelijker maakt om hem te vatten. Hij heeft die tegenstrijdigheden jarenlang kunnen samen houden, maar nu zie je ze tegen elkaar botsen.

Verwacht u controverse rond uw film?

Frears: Ik denk dat de film sensationeel is omdat hij totaal niet sensationeel is. Er zitten geen geheimen in, alleen maar elementen die al bekend waren. Ik weet wel dat het een heet hangijzer is. Maar ik beloof je: als ik ooit een tweede deel maak over de oorlog in Irak en alles wat die heeft teweeggebracht, dan zal het een stuk sappiger worden.

Door Ruben Nollet Foto Piet Goethals

‘Ik vind het verbluffend dat mensen in een wereld als de onze nog vrolijk en menselijk kunnen blijven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content