29 Jaar na ‘Grease’ draaft John Travolta eindelijk nog eens op in een musical. Met hoge hakken en een F-cup dan nog. La Travolta over korsetten, kinderen, wellustige blikken, ‘Hairspray’ en andere voor- en nadelen van het vrouw-zijn. ‘Vrouwen moeten topatletes zijn.’

Wellicht heeft alleen Rocky Balboa meer onwaarschijnlijke comebacks op zijn cv dan John Travolta. Op zijn 53e heeft hij het nog maar eens klaargespeeld: net op het moment dat hij weer in de vergeetput van Hollywood dreigde te sukkelen, scoorde de voormalige ster uit Saturday Night Fever, Grease en Pulp Fiction een onverwacht dikke hit met de nochtans behoorlijk flauwe midlifecrisiskomedie Wild Hogs, en daar komt volgens onze glazen bol volgende week nog een kaskraker bij met de musical Hairspray, een verrassend soulvolle verfilming van de flamboyante Broadwayhit naar de gelijknamige eighties-cultfilm – volgt u nog? – van thrashpaus John Waters.

Travolta speelt in dit swingende kitschspektakel vol jukeboxdeuntjes, brylcreamkapsels, rassenkwesties en andere sixtiesthema’s de rol van Edna Turnblad: de overbezorgde en overvoede moeder van Tracy, een rebelse tiener die dolgraag wil dansen in een lokale tv-show en daarvoor desnoods heel haar school in rep en roer zet. Hoewel de rol oorspronkelijk werd geschreven voor en vertolkt door Divine – de legendarische dragqueen uit de groteske pulpfestijnen van John Waters – brengt Travolta het er onder zijn fatsuit, dubbele kinnen en joekels van borsten verrassend koket van af. Wie vreesde voor een nichterige Hollywoodkarikatuur krijgt dan ook een oplawaai van Travolta’s vervaarlijk uitzwenkende, met siliconen opgepompte derrière.

‘Het probleem was niet zozeer dat ik een vrouw moest spelen’, legt Travolta uit. ‘Ik had al een keertje Barbra Streisand geïmiteerd in Saturday Night Live. Het probleem was dat ik met de 25-jarige Travolta moest concurreren: ik was bang dat iedereen de film zou vergelijken met Grease, tot ik besefte dat Edna daar niks mee te maken heeft. Het is een vrouw. Een kloeke, mondige dame met een maatje meer. Het type waar elke vent pak aan heeft, zelfs Danny Zuko.’

Hoe beviel de rol van vrouw je?

John Travolta: Het was niet makkelijk. Ik wilde Edna sexyer en échter maken dan in het Broadwaystuk of de originele film met Divine. Ik wilde vermijden dat het een campy dragqueenvertoning werd. Ik dacht ook: ‘Ik ga er echt voor. Ik ga denken en lopen als een vrouw in plaats van weer eens op dat afgezaagde vent-in-vrouwenkleren grapje te teren.’ Maar het lastigste was toch de dagelijkse transformatie. Het duurde maar liefst vier uur om alle make-up en siliconenprotheses aan te brengen. Na elke draaidag voelde het dan ook alsof ik uit de gevangenis werd ontslagen en eindelijk opnieuw mocht ademhalen.

Je respect voor het zwakke geslacht is dus toegenomen?

Travolta: Dat kun je wel zeggen. Ik wist wel dat mijn moeder altijd een beha, een korset en een gordelriem droeg, maar dat die dingen zó ongemakkelijk zaten … En dan heb je die kousen en naaldhakken nog. Vrouwen moeten echt topatletes zijn, gewoon om de dag door te komen. Ik kan je verzekeren: na de opnames strompelde ik compleet bekaf mijn trailer in. Als de vrouw in mezelf me al een ding heeft geleerd, dan is het wel dat ik geen driemaal zeven meer ben. De jaren beginnen te wegen.

Werd je anders behandeld als vrouw?

Travolta: Je merkt echt dat mannen anders naar je kijken, zelfs al weten ze dat je een verklede vent bent. Ze nemen je op van kop tot teen en je voelt dat ze al je rondingen aftasten met hun ogen, terwijl ze me als John meestal geen blik waardig gunnen. Daardoor word je je als vrouw bewuster van je lichaam, wat soms vervelend is, maar soms ook prettig voelt. Veel mannen – maar ook vrouwen – wilden bijvoorbeeld graag eens mijn borsten voelen en in mijn kont knijpen. Omdat ik dat als man nooit heb meegemaakt had ik daar ook weinig bezwaar tegen. Het voelde zelfs lekker om op die manier begeerd te worden, moet ik zeggen. Maar misschien is de vrouw in mij gewoon een slet (lacht).

Je hebt meer dan een jaar getwijfeld over de rol van Edna, en eerder had je ook al de rol van Richard Gere geweigerd in die andere succesmusical, ‘Chicago’. Last van een ‘Grease’-complex?

Travolta: Dat ook, maar de eerste reden waarom ik de producers van Chicago drie keer wandelen gestuurd heb, was dat ik niet goed begreep waar ze met de film naartoe wilden. Daarnaast vond ik de vrouwenrollen interessanter.

Had je achteraf geen spijt dat je voor ‘Chicago’ hebt gepast?

Travolta: Toen het een geweldige film bleek te zijn: reken maar. Ik heb trouwens ook gepast voor An Officer and A Gentleman, Breathless, Days of Heaven én American Gigolo, stuk voor stuk sterke Richard Gerefilms die ze mij eerst hadden aangeboden. Als ik niet zo kieskeurig was, was Richard misschien wel nooit aan de bak gekomen (lacht).

Dit is al je zoveelste comeback. Hoe ga je om met al die ups en downs in je carrière?

Travolta: De slechte films en verkeerde keuzes die ik heb gemaakt, hebben mijn leven nooit fundamenteel beïnvloed.

Wat niet wegneemt dat ik aangenaam verrast was toen Pulp Fiction me weer op de A-list van Hollywood zette. Wie had kunnen voorspellen dat een snotneus als Quentin Tarantino zo’n goeie regisseur zou blijken te zijn? Maar zelfs in mijn donkerste dagen heb ik er nooit aan getwijfeld dat ik wel weer op mijn pootjes zou landen. Of als acteur, of als piloot. Toen mijn films straight to video gingen eind de jaren 80, heb ik serieus overwogen om fulltime piloot te worden – ik vlieg al meer dan dertig jaar – maar het is Pulp Fiction dat me toen in de filmbranche gehouden heeft.

Het geheim achter een succesvolle film heb je ondertussen nog niet kunnen achterhalen?

Travolta: Toch wel: kwaliteit. Als een film goed is, zullen de mensen wel komen. Ze komen niet omdat ze jou als acteur zo geweldig vinden. Het gaat om de kwaliteit van het totale product. You got to deliver the goods. Al de rest is van geen belang: je mag nog gehypet worden, je werk beu zijn of in totaal verschillende dingen opdraven: als het goed is, zal de kijker het waarderen. Het probleem is dat je kwaliteit niet op voorhand kunt bestellen.

Is Hollywood veel veranderd sinds je debuutjaren met ‘Saturday Night Fever’ en ‘Grease’?

Travolta:(knikt) Tegenwoordig is die hele filmmachinerie zo goed afgesteld dat men perfect kan voorspellen wat een film zal doen aan de kassa. It’s frightening! De studio’s hebben zo’n puntensysteem met testscreenings en vragenlijstjes, waarbij elk punt goed is voor een miljoen dollar. Twee weken voor de release weten ze bijna op het miljoen af hoeveel de film zal opbrengen. Ze weten het trouwens ook als hij zal floppen. Vroeger niet: in de jaren 70 zaten producenten nog met ingehouden adem te wachten tot de eerste resultaten binnenliepen. Héél af en toe zijn er misschien nog verrassingen – zoals Wild Hogs, dat het beter deed dan verwacht – maar toch niet veel.

In je hoogdagen na ‘Pulp Fiction’ kreeg je 20 miljoen dollar per film. Is dat niet obsceen veel?

Travolta: Het is vooral onwerkelijk. Mijn vader verdiende 100 dollar per week en moest daarmee een gezin met zes kinderen onderhouden. Meestal had hij geen idee hoe hij al die monden ook de volgende week zou voeden. Ik heb dus ook een minder luxueus leven gekend en daarom weet ik: materïele spullen zijn alleen maar leuk als je mensen om je heen hebt met wie je ze kan delen. Ik heb een villa, een dure wagen en een vliegtuig, maar één glimlach van mijn kinderen is me meer waard dan al die dingen samen.

Je reist ook met een enorme entourage om je heen.

Travolta: Ik heb een chauffeur, een publiciste, een kapster, een chef-kok, een oppas voor de kinderen en een persoonlijke assistente. Aangezien ik veel werk en vaak weg ben van huis, heb ik graag vrienden om me heen. Ze zorgen dat ik kan relaxen en mijn beste werk leveren. Op die manier is het ook makkelijker om mijn gezinsleven met mijn carrière te combineren. Mijn vrouw Kelly (Preston, nvdr.) is ook actrice en dat maakt het niet makkelijker. Sinds ik vader ben (Travolta en Preston hebben een zoon van veertien, Jett, en een dochtertje van zeven, Ella Blue; nvdr.) maak ik altijd een prioriteit van onze kinderen, omdat ik zelf heb ervaren hoe aangenaam het is ouders te hebben die veel aandacht voor je hebben, zonder je daarom ook te verwennen.

Had je een gelukkige jeugd?

Travolta: Ja. Ik ben opgevoed in een nest van beatniks. Thuis luisterden we vooral naar jazz en mijn ouders hebben mijn artistieke interesses altijd aangewakkerd. Als kind deed ik vaak bekende acteurs na en ik gaf ook kleine playbackoptredens bij de platen die mijn ouders draaiden. Ik heb altijd graag geacteerd en zelf personages bedacht. Vandaar dat ik een karakteracteur ben geworden.

Je was amper 23 toen ‘Saturday Night Fever’ je in een klap bombardeerde tot tieneridool en sekssymbool voor alle smaken en kleuren. Ging je daar makkelijk mee om?

Travolta: In het begin vond ik al die aandacht als jonge kerel natuurlijk geweldig, maar uiteindelijk heeft het me bijna de das omgedaan. Ik heb daarna heel wat verkeerde keuzes gemaakt. Gelukkig heb ik toen Scientology leren kennen. In die periode heeft het echt mijn carrière en mijn leven gered. Als je bekend bent, moet je beseffen dat je een deel van je privacy voorgoed kwijt bent. Je hoeft je daarom niet per se op te sluiten in een versterkte burcht, maar je moet wél constant oppassen voor aasgieren en junks. Drugs kunnen het lelijkste in de mens naar boven halen.

Zijn er films waar je extra trots op bent?

Travolta: Ik ben trots op alle films die het publiek hebben geraakt. Soms komen er kinderen naar me toe die zeggen: ‘Hey man, ik vond je super in Grease.’ De hippe crowd blijkt vooral van Pulp Fiction te houden en wie daar tussenin zit, kiest meestal voor Saturday Night Fever. Blijkbaar scoor ik bij verschillende soorten mensen en heb ik toch een paar films gemaakt die hoop en vreugde uitstralen. Mijn persoonlijke favoriet is Phenomenon(sentimentele film over een Joe Sixpack die plots over een bovenmenselijke intelligentie blijkt te beschikken, deze ten dienste van de gemeenschap stelt en door velen als een freak wordt beschouwd; nvdr). Daarin gebruikt mijn personage zijn kracht om goed te doen. Hij denkt alleen aan de anderen. Eigenlijk lijk ik wel op hem. Ik voel dezelfde drang om anderen te helpen. En ik blijf trots op hetgeen mijn films aan de maatschappij hebben bijgedragen.

Zoals ‘Hairspray’ misschien? Edna toont dat mollige vrouwen zich niet hoeven te schamen om hun maatje meer en wel degelijk kunnen scoren bij de mannen. Zelf sta je trouwens ook niet bekend om je wespentaille.

Travolta:(slaat met beide handen op zijn buik) Het grote verschil met Saturday Night Fever zit hem inderdaad hier. Maar ik heb nooit zo met mijn lijf ingezeten. Ik weet dat ik een paar kilo’s te veel meezeul, maar ik hou nu eenmaal van lekker eten. En seks en eten zijn zowat de enige verslavingen waar ik maar niet van afgeraak. Geef toe: het had erger gekund.

Wanneer zien we je als J.R. in de filmversie van ‘Dallas’?

Travolta: Daar wordt volop aan gewerkt. Het staat vast dat ik J.R. Ewing zal spelen, maar ze moeten nog een meer komische invalshoek vinden. Allicht wordt het eind volgend jaar.

‘HAIRSPRAY’

Vanaf 22/8 in de bioscoop.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content