‘DIT KON OP VELE MANIEREN MISLUKKEN’

JOKE DEVYNCK als Katrien Deschryver. 'Tot zover de typecasting.'

Het Goddelijke Monster trekt registers open die televisieseries uit veiligheid liever gesloten laten. Het is melodrama, tragedie, misdaadverhaal en groteske komedie in één – met garnaalvissers die plots opduiken, doden die zich onder de levenden mengen en een hoofdpersonage dat koppig zwijgt. En het strafste van al: het blijkt nog te werken ook.

Net zoals het gelijknamige boek van Tom Lanoye opent de serie met een knal. Katrien Deschryver, nakomeling van een rijk West-Vlaams geslacht, schiet op vakantie in de Provence per abuis haar man dood. Een malheur. Die man, Dirk Vereecken, was de creatieve boekhouder van het tapijtenimperium van haar nonkel Leo. Dirk neemt zijn geheimen niet mee in zijn graf: ze staan netjes genoteerd in atomaschriftjes in de kluis van zijn kantoor. Wanneer de morsige onderzoeksrechter Dedecker ze vindt, zet hij er zijn tanden in als waren ze eclairs met verse pudding. Hij wenst niets anders dan de totale ondergang van de familie Deschryver, die hij verantwoordelijk acht voor alles wat fout loopt in het apenland waar hij de gerechtigheid bedrijft.

Er is veel dat de monstertrilogie bijna onverfilmbaar maakt. De permanente wisseling van stijlen die Lanoye hanteert, of het heen-en-weer zappen tussen de reële wereld en een surreëel universum bevolkt met toeristische plaatjes als de garnaalvisser, de Gilles van Binche of zeevruchtenpralines. En toch, toen regisseur Hans Herbots in 2002 Boze Tongen uitgelezen had, het boek waarmee Lanoye zijn monstertrilogie besloot, schreef hij een e-mail. ‘Geachte heer Lanoye. Ik wil uw boek verfilmen. Zijn de rechten nog vrij?’ Erwin Provoost, toen nog producent bij MMG, zette hij in kopie. Dat was het begin van wat na bijna tien jaar Het Goddelijke Monster geworden is.

‘Ik was zowel gegrepen door de tragiek van de personages als door de achtergrond van het verhaal’, vertelt Herbots. ‘Dit waren de jaren 90, de jaren waarin ik ben opgegroeid en die toch bepaald werden door een vreemde paranoia, een permanent klimaat van achterdocht. Eerst was er de CCC die zo-maar bommen legde, dan de ongerichte terreuraanvallen van de Bende van Nijvel en toen kwam er het kindermisbruik bij. Het was die mix van sterke persoonlijke verhalen en de eigentijdse geschiedenis van ons land die het voor mij zo uniek en boeiend maakte. Precies daardoor hadden we ook snel het gevoel dat we de vertelling larger than life moesten verbeelden. Eerst moesten we natuurlijk Tom overtuigen.’

PURE SOAP

Anderhalf jaar heeft dat gekost. ‘Dit kon op zo veel manieren mislukken’, aldus Lanoye. ‘Wat had je aan straf televisiedrama toen ik die boeken schreef? De laatste jaren zijn we overspoeld door Amerikaanse topseries, maar toen had je enkel Twin Peaks. En dat was cult. Als de monstertrilogie verfilmd werd, moest het voor een groot publiek zijn. Ik worstelde ook met de vraag in hoeverre ik erbij betrokken moest zijn. Er was een vaag plan dat ik de scenario’s zou schrijven, maar ik wilde niet nog eens vijf jaar van mijn leven aan de monstertrilogie geven. De dag waarop ik besliste het hele ding los te laten, was een opluchting. Op die dag werd ik van schoonmoeder de grootste supporter.’

Lanoye raadde scenarist Rik D’hiet – vooral bekend van Flikken – aan om respectvol respectloos te zijn. Om bij te fantaseren waar nodig, te knippen als het moest en vooral ijzersterke televisie te maken. ‘Tom dacht aanvankelijk aan een soap’, herinnert D’hiet zich. ‘Al snel beseften we echter dat het genre te arm was om de complexiteit van de romans te vatten. Net zoals een film te compact was om het geheel tot zijn recht te laten komen. Een reeks was de beste optie. Ik heb de 1302 bladzijden van de trilogie geanalyseerd, daarbij heb ik genoteerd wie er aan bod kwam, wat die daar deed, waarom die daar opdook en wat er later met die man of vrouw gebeurde. Zo heb ik de gaten ontdekt die we moesten opvullen. Dat was een van de moeilijkheden: Tom is aan het eerste boek begonnen zonder te weten hoe het derde zou eindigen. Dat is de vrijheid van een auteur: hij kan het zich permitteren losse draden te laten liggen. Op tv werkt dat niet. We hebben sommige gebeurtenissen gedramatiseerd – zoals de dood van het broertje – en andere duidelijker geïnterpreteerd – zoals de psychoses van Katrien waarin ze de garnaalvisser ziet of de Gilles. Zelf ben ik vooral blij dat we de vele lagen uit het boek naar het scherm hebben vertaald.’

Op tien jaar tijd kan veel veranderen. MMG werd Eyeworks, het fonds voor prestigedrama werd afgeschaft en onder een andere vorm weer opgericht en vooral: de kwaliteit van tv-reeksen schoot de hoogte in. Tien jaar geleden klonk het op de VRT dat een flashback op één te moeilijk was, nu is een reeks zonder nauwelijks denkbaar. ‘De kracht van Het Goddelijke Monster is de tijd die we hebben kunnen nemen’, stelt Herbots. ‘Niet zozeer in het aantal draaidagen – die bleven al bij al beperkt tot elf per aflevering – maar wel in de voorbereiding en de afwerking. Voor mij is het duidelijk: tien jaar geleden had ik dit op deze manier niet kunnen maken. De reeks is een samenvatting van alles wat ik al gedaan heb – van de humor in Urbain over het drama van Falling en de speciale effecten in Windkracht 10 – en van alle invloeden die ik de voorbije jaren ondergaan heb. Van de uitgepuurde waanzin van Almodóvar over de strakke stijl van Michael Mann tot het vrolijk dwingende van Amélie Poulain. Ik heb er zelfs aan gedacht personages te laten zingen zoals in sommige scènes in Dancer in the Dark. Het moest erin zonder dat het een ratjetoe werd. We wisten dat het een dunne lijn was: erop of eronder. Ook voor de acteurs. Het is niet makkelijk om uitvergroot te spelen als je niet weet hoe dat zal overkomen.’

‘Buiten alle verwachtingen’, is alvast het oordeel van Lanoye. Twee weken geleden zat hij een marathonzitting van tien afleveringen uit. ‘Dit heb ik nog niet zo vaak gezien. Misschien zijn er mensen die zich afvragen of we in tijden van crisis geen gewone series moeten maken. Dan krijg ik uitslag van de ergernis. In tijden van crisis is dit de enige mogelijke weg: risico’s nemen. Doen wat niemand doet. Hans, Rik, de acteurs en alle andere medewerkers zijn daarin geslaagd.’

VROUW MET KORT HAAR

Het is misschien het meest typische aan Het Goddelijke Monsters: er werden weinig typische keuzes gemaakt en de atypische keuzes werden rigoureus doorgetrokken. Alleen al in de cast. Niemand van de productieploeg dacht in eerste instantie aan Joke Devynck als het kille kindvrouwtje Katrien Deschryver. Sommigen hadden een blonde vrouw in het hoofd, anderen een zwartharige, maar dat ze lang haar moest hebben, stond vast. Devynck is allesbehalve een kindvrouwtje en liet haar haren zelfs kort knippen. ‘Tot zover de typecasting’, grijnst Devynck. ‘Ik heb daar altijd discussies over, maar nu kan ik niets meer zeggen. Ze hebben buiten de lijntjes gekleurd. Ik denk dat ze zowat iedereen opgebeld hebben. Ik wist dat ze een ander type vrouw zochten, maar ik wist ook dat ik die Katrien Deschryver goed aanvoelde. Al sinds ik het boek gelezen had.’

‘Ik ben zelf in West-Vlaanderen opgegroeid. Alles was zo herkenbaar voor mij. ‘Zwiegt en doe veurt. ‘ De beklemming van schuld, boete, berouw. Een onverwerkt verleden dat doorzindert. Dat laatste was voor mij de kapstok: hoe kindertrauma’s ontstaan. Rik D’hiet had het over Katrien die symbool staat voor België, voor goed en kwaad, voor de zondebok. Dat was te abstract. Als je in de meeste scènes waarin je speelt niets mag zeggen, heb je heel duidelijke emotionele ankerpunten nodig. Anders drukt je gezicht niet uit wat het moet uitdrukken. Nu, voor mij bleef het vreemd. Die stilte. Dat zwijgen. Dan merk je hoe moeilijk het is om je tijd te nemen en om de stilte te laten spelen.’

De rest van de cast kwettert er lustig op los in het West-Vlaams, of beter: het Kortrijks. ‘ Skieten‘, zeggen ze daar. Vijf kilometer verder is dat: ‘Sjchieten’. Ook over dat West-Vlaams als voertaal is lang gediscussieerd. De opnames waren al in het algemeen Nederlands begonnen, toen beslist werd om een dialectcoach in te schakelen. ‘Als Amerikaanse acteurs dat kunnen, waarom Vlaamse niet’, dacht Hans Herbots. Iedereen kreeg een luister-cd met de West-Vlaamse versie van zijn tekst mee naar huis. ‘Tot in de montagekamer hebben we eraan getwijfeld’, stellen producenten Peter Bouckaert en Gunter Schmid. ‘Al snel bleek echter dat het dialect de juiste kleur gaf en dat het bijdroeg aan de echtheid van de personages.’ Bovendien zou Jan Eelen in De Ronde precies hetzelfde doen: algemeen Nederlands vermengen met de spreektaal van de streek. ‘Toen wisten we dat de uitzending van Het Goddelijke Monster niet te lang op zich mocht laten wachten’, zegt Herbots.

DE BUREAU VAN LONDERS

De crisis trof de reeks. Gepland voor het voorjaar van 2011 werd ze uitgesteld tot het najaar 2013, misschien wel voorjaar 2014. Een omroep rekent pas af als een reeks wordt uitgezonden. Uitstellen is besparen. ‘Dat was een schok’, vertelt Bouckaert. ‘Als je visueel en stilistisch zo op de tijd zit, misschien wel een beetje vooruit bent, is het altijd de vraag hoe vernieuwend je na drie jaar nog zal zijn. Bovendien leek de reeks perfect aan te sluiten bij de politieke context van nu. We zijn vijftien jaar verder, de vraag is hoeveel er precies veranderd is?’ Van voorjaar 2011 werd het najaar 2011. Achteraf gezien kon het niet beter zijn. Bouckaert: ‘De aflevering waarin we de Witte Mars in beeld brengen, wordt uitgezonden net vijf dagen voor de vijftien verjaardag van de echte mars door Brussel.’

De reconstructie van die optocht was productioneel en ook regietechnisch een van de taaiste stukken van de reeks. ‘We hadden vijfhonderd figuranten nodig’, herinnert Schmid zich. ‘Uiteindelijk hebben we er tweehonderd bij elkaar gekregen.’ Er waren niet enkel praktische hindernissen. ‘Vooral Franstalige Brusselaars begrepen niet waarmee we bezig waren’, aldus Schmid.’ ‘Over de Witte Mars maak je een documentaire, vonden zij, geen fictie. Dat getuigde van een gebrek aan respect.’

Perceptie, het is een vreemd ding. Onvoorspelbaar ook. Want precies de man die zich het meest zorgen kon maken over hoe zijn winkel in de reeks werd voorgesteld, toonde zich tot zeer veel bereid. Ghislain Londers, de voorzitter van het Hof van Cassatie, gaf uitzonderlijk de toestemming om in het Brusselse justitiepaleis te filmen. Hij stelde zijn bureau ter beschikking en gooide de nodige ramen en deuren open. Schmid: ‘Dat was straf. Zelfs toen er weer iemand uit het justitiepaleis was ontsnapt, trok hij zijn toestemming niet in.’ Alleen dat maakt Het Goddelijke Monster uniek: er zal niet meer zo snel fictie gedraaid worden in het justitiepaleis. Toch niet bewust.

HET GODDELIJKE MONSTER

Zondag 4/9, 21.25 – één.

DOOR TINE HENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content