De wasbeer

Eerste zin De wasbeer waarvan sprake zal zijn in deze wonderlijke vertelling, was voor zijn leeftijd tenger en klein gebouwd – ofwel wegens ondervoeding, ofwel om redenen waarover hij maar niet kon nadenken.

Een wasbeer gaat solliciteren bij een bank. ‘Weet u iets af van aandelen?’ vraagt de directeur. ‘Hoe zit het met uw talenkennis? En kan u persoverzichten maken?’ Het zijn vragen waar de wasbeer stil van wordt en de bankdirecteur wanhopig. Tot die er een stapeltje papier bij haalt, de wasbeer zijn muil laat opendoen, er het stapeltje tussen steekt en hard op de neus van het diertje slaat. ‘Nee, ‘ zegt de directeur wanneer hij de elf onregelmatig aangebrachte gaatjes ziet, ‘als perforator deug je ook al niet.’ En dus wordt de wasbeer genadeloos uit het raam gegooid.

Aleksandr Skorobogatov toont in zijn nieuwste roman nog maar eens dat hij altijd een Rus zal blijven, ook al woont hij inmiddels al 27 jaar in Vlaanderen. En gelukkig maar, want dat komt de Vlaamse literatuur alleen maar ten goede. Waar Skorobogatov in zijn vorige roman Cocaïne volgens velen te ver ging in zijn delirische uitwijdingen, waardoor amper nog te snappen was dat die in feite over het weinig benijdenswaardige lot van de hedendaagse immigrant ging, houdt hij hier de teugels een stuk strakker. De wasbeer gaat weliswaar over een wasbeer, is een ode aan de traditie van dierenfabels en volksvertellingen die de Russische literatuur rijk is, maar in feite gaat het natuurlijk over ons, over dat tengere en kleingebouwde wezen uit de openingszin dus. De wasbeer gaat over wat het betekent om een mens te zijn en getergd te worden door het bestaan.

En dan blijkt alleen humor van het absurde Daniil Charms-type soelaas te bieden tegen de tranen. Zo worstelt de wasbeer met de ethische kwestie of hij vlooien mag doden – het zijn toch ook levende wezens? – of lees je een tussentitel als ‘En plots begint het volgende hoofdstuk’, waarna plots het volgende hoofdstuk begint. Op zijn tocht door de wereld, immer getooid met zijn spoorwegkepie met gouden kokarde, probeert de wasbeer als Icarus te vliegen en als Adam komt hij samen met zijn uit de opgezette toestand herrezen geliefde in het paradijs terecht, waar hij een potje gaat golfen met God. Spits, volstrekt onvoorspelbaar, maar jammer genoeg ook wat buiten proportie.

De wasbeer ***

Aleksandr Skorobogatov, De Geus, 544 blz., ? 22,50.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content