De wanhopige columnist

© © MAURO MAIOLO

P.B. GRONDA, auteur van onder meer Wanderland, Straus Park en Onder vrienden, duikt elke week in de populaire cultuur.

Tien jaar geleden schreef ik mijn eerste column. Dat was voor De Morgen, een sympathieke krant voor mensen met Volvo’s en meningen over Palestina, Obama en avocado. Ik was nogal jong en knalde zo hard mogelijk met stijlfiguren en beledigingen. Een column over Yves Leterme (gatver, ken je hém nog?!) werd ooit niet gepubliceerd omdat er te veel onbeleefde woorden in stonden, ik werd minstens twee keer met de dood bedreigd en mensen mailden me vaak omdat ze persoonlijk beledigd waren. Soms terecht, zelfs. Echt waar. Mensen voelden zich nog niet door alles en iedereen beledigd, heel de tijd. Belediging was nog niet gedevalueerd tot het niveau van lichte jeuk achter de neusvleugel.

Het was een tijd, zoveel wil ik maar zeggen, dat een columnist verondersteld werd de zaken toch wat harder aan te pakken dan de andere schrijvers in de krant. De columnist heeft namelijk het voordeel zomaar wat te kunnen vertellen, enkel en alleen omdat hij er een forum voor krijgt. Als het beweerde enige journalistieke waarde heeft en feitelijk klopt, dan is dat des te beter. Als het gewoon allemaal verzonnen is, of gebaseerd op dronken anekdotiek of een wel heel erg persoonlijk aanvoelen, hey, dan is het eveneens des te beter.

Nu ken ik sinds het jaar 2001 de Brusselse filmmaker en rockgod Marc Didden. Ook Marc werd – weliswaar pas na mij maar wie houdt het bij – columnist bij De Morgen en bleek daar al snel een parel tussen de zwijnen te zijn.

Hij bundelde onlangs heel wat van zijn beste columns in het boek De wanhopige optimist en deed daar gratis wat tips bij voor mensen die liever niet te veel andere mensen moeten ontmoeten en dus ook graag columnist willen worden. Hij zei onder meer: je hoeft niemand af te breken in de kolommen die je worden toebedeeld, want dat is niet lief.

Ook ik ben intussen die zachtmoedige mening toegedaan.

Ik heb me lang afgevraagd waarom. Werd ik gewoon zachter met de jaren? Misschien, maar ik denk het niet. Zijn er geen mensen meer die het verdienen om aangepakt te worden? Laten we serieus blijven. Is het gewoon te gemakkelijk omdat mensen niet echt kunnen reageren? Voor een stuk, maar gemakkelijk is ook plezant.

De echte reden werd me pas duidelijk toen ik van Marc hoorde dat hij het ook wel had gehad met die gifaanvallen vanuit je warme bureautje. Namelijk dat iedereen het nu doet. Twitter ontstond, sociale media ontploften, het politieke klimaat schoof op naar rechts populisme en de crisis gebeurde sinds 2006. Het maatschappelijke nut van de columnist als iemand die het ‘wel eens even zal zeggen’ is helemaal weg.

Vandaag is de taak van de columnist misschien net de gemoederen wat te bedaren. Om het overaanbod aan agressie, intolerantie, ergernissen en platte taal te milderen.

Het is alsof alle columnisten zich tien jaar geleden tegen elkaar op zaten te ergeren. Schuim op de bek, vuisten in de lucht. Tot ze opkeken van hun scherm en zagen dat de rest van de samenleving hen was voorbijgestoken, waarop ze elkaar aanstaarden en dachten: dit was nu ook weer niet de bedoeling.

Maar kijk. Nu is het te laat.

Tien jaar geleden ergerden columnisten zich met het schuim op de bek. Tot ze opkeken van hun scherm en zagen dat de samenleving hen was voorbijgestoken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content