Gerenommeerde collega’s als Robert de Niro en Al Pacino mogen hem dan de meest getalenteerde acteur van zijn generatie noemen, Sean Penn is in het verleden te vaak in verband gebracht met zijn aanvaringen met de justitie om in eigen land voor een publiekslieveling door te gaan. Door Paul Hegeman

‘The Pledge’, ‘The Mystery of Water’, ‘I Am Sam’

Die omstreden reputatie laat onverlet dat de 40-jarige acteur een van de meest vooraanstaande figuren in de Amerikaanse cinema is. Het is dat de oscar drie keer op het nippertje aan zijn neus voorbijging _ de reputatie van schreeuwlelijk heeft zo zijn nadelen _, anders zou de eigenzinnige acteur alle bestaande acteerprijzen in zijn zak hebben gestoken: van de Golden Globe ( Dead Man Walking, Carlito’s Way en Sweet and Lowdown) tot onderscheidingen op prestigieuze festivals als Cannes ( She’s So Lovely), Berlijn en Venetië. Overigens heeft hij een grondige hekel aan wat hij ‘groteske prijzencircussen’ noemt. ‘Ik laat nog liever zonder verdoving mijn edele delen weghalen’, schatert hij, ‘dan naar onzin als een oscarnominatie te gaan. Zowel de Globes als de oscars zijn doorgestoken kaart, pure oplichterij.’

Een rolmodel is Penn verder voor een nieuwe lichting Hollywood-acteurs, onder wie zich talent als Matt Damon, Edward Norton en Ben Affleck bevindt. En dat terwijl hij na elke voltooide film weer van de daken brult hoezeer hij de pest heeft aan acteren en dat dit ongetwijfeld zijn laatste film is geweest. Desondanks heeft hij momenteel liefst drie nieuwe films, waaronder de langverwachte van Kathryn Bigelow, The mystery of water en een virtuoze vertolking van een geestelijk gehandicapte in I Am Sam. Daarnaast vond hij ook nog even de tijd om naast Nick Nolte op de planken te staan in Sam Shepards stuk The Late Henry Moss en een derde eigen film te regisseren, The Pledge die op het festival van Cannes op gejuich is onthaald.

Van zijn eigen geesteskindje is Sean Penn het meest verrrukt, want hij beschouwt zichzelf in de eerste plaats als regisseur. Ik vertel hem hoezeer ik onder de indruk was van The Pledge: door de magnifieke vertolking van Jack Nicholson als de gepensioneerde politieman Jerry Black die een belofte heeft afgelegd om een kindermoordenaar in te rekenen, en door zijn fenomenale regie die een perfecte mengeling is van lyrisme en ingetogenheid. En vooral door de diepe gevoelens die zijn film oproept. Even straalt hij, om zich onmiddellijk te herpakken, bang als hij is om voor aanmatigend te worden versleten. Er zit iets hulpeloos en iets waakzaams in zijn helderblauwe ogen, alsof hij voortdurend op zijn hoede moet zijn. Wanneer een onaangenaam onderwerp ter sprake komt, trekken zijn gelaatstrekken zich samen en perst hij zijn lippen op elkaar. Het is die katachtige uitdrukking die we maar al te goed van zijn films herkennen.

Jack Nicholson

Over The Pledge raakt hij niet uitgepraat; hij laat er zijn gin tonic voor staan. Met opvallend zachte stem vertelt hij hoe hij op het idee kwam om van een betrekkelijk onbekende roman van de Zwitser Friedrich Dürrenmatt een filmadaptatie te maken. ‘Ik wilde na The Crossing Guard tot elke prijs opnieuw met Jack (Nicholson) werken. Ik had zo’n geweldige herinnering aan onze samenwerking. Wat me toen opviel, was dat Jack zoveel thrillers las. Ik heb toen aan mijn producer Michael Fitzgerald, die weet waar mijn voorkeur naar uitgaat, gevraagd om een thriller te vinden die het genre overstijgt. Hij vestigde mijn aandacht op de roman van Dürrenmatt. Wat me daarin vooral raakte, was het element van de man die met pensioen gaat. Dat deed me denken aan mijn grootvader. Hij was zijn hele leven lang bakker geweest, en eenmaal met pensioen werd hij al heel snel seniel en stierf kort daarop. Dat ontroerde me, evenals de belofte die Jerry Black doet, alleen maar om een nieuwe betekenis aan zijn gestagneerde leven te geven, en die hij kost wat kost wil naleven. De moordenaar en zijn misdaad zijn secundair: waar het me om gaat, is de lotsbestemming van die man. Ik hou ook van die dubbelzinnigheid in het verhaal, die maakt dat je je op een gegeven moment afvraagt of die man, wegens zijn belofte, uiteindelijk niet een ander kind in gevaar brengt.’

Eens te meer staat de vermoorde onschuld in het hart van Penns film. Hij vindt dat tamelijk voor de hand liggend. ‘Dat is toch een van de meest universele deugden, niet?”‘ klinkt het licht verontwaardigd. ‘Alles wat je op volwassen leeftijd met je meedraagt _ woede, pijn, existentiële nood _ is op een of andere manier gelieerd aan de corruptie van de onschuld. Iedereen probeert altijd terug te keren naar die tijd waarin hij nog onbedorven was. Erover praten, of schrijven, of filmen, kan een manier zijn om hem terug te vinden.’

Nerveus trommelt hij met zijn vingers, waarvan de nagels zwart omrand zijn, op tafel, op zoek naar een pakkende slotzin. ‘Ja,’ stelt hij resoluut, ‘het is van levensbelang om je onschuld terug te vinden. Als je daar eenmaal van afziet, kun je je net zo goed voor je kop schieten.’

Dat ook The Crossing Guard verhaalt van de moord op een kind is voor Penn geen reden om beide films met elkaar te verbinden. ‘Mijn dochters zijn mijn grote liefde en de ergste nachtmerrie voor een vader is dat zijn kind sterft of vermoord wordt. Lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat het een onderwerp is dat me ter harte gaat.’

Hoezeer Penn door zijn collega’s gekoesterd wordt, bewijst het surplus aan talent waarmee hij zich voor The Pledge heeft kunnen omringen. Chris Menges, die zijn eigen regiewerkzaamheden heeft onderbroken om weer eens achter de camera plaats te nemen. Hans Zimmer, Hollywoods meest gevraagde componist van het moment, die een voorbeeldige soundtrack heeft gecomponeerd. En al die grote namen, van Benicio del Toro tot Hellen Mirren en Mickey Rourke, die Jack Nicholson omringen in vaak piepkleine rollen. ‘Het zijn acteurs die ik bewonder, maar ik heb ze ook gevraagd omwille van de doelmatigheid, zodat aan het allerkleinste personage een maximaal gewicht gegeven kon worden. Jack regisseert in feite zichzelf: iedereen weet dat hij een geniaal acteur is, maar niet dat hij zich helemaal in dienst stelt van de film en zijn regisseur.’

Voor de vormgeving van zijn film liet Penn zich, op advies van Chris Menges, inspireren door een fotoalbum van Robert Frank. Landschappen hebben daarin een prominente plaats. ‘We hebben de film in Canada gedraaid, omdat ik per se wilde dat de film zich in een bergachtig gebied zou afspelen. Er moest een soort religieuze statigheid van afstralen; de natuur moest geciviliseerd zijn zonder aan authenticiteit in te boeten.’

Vader Penn

Penn beaamt dat men hem doorgaans veeleer als cynische rebel voorstelt dan als vurige verdediger van liefde en mededogen. ‘Wanneer de mensen je niet begrijpen,’ fulmineert hij plotseling, ‘dan proberen ze je meteen een etiket op te plakken. Ik spuug daarop. Ze projecteren hun eigen onzekerheid op jou. Iedereen denkt je te kennen, iedereen pretendeert ook zichzelf te kennen, maar in feite kent niemand zichzelf, laat staan een ander. Het is hetzelfde soort onbegrip dat mijn vader destijds ten deel is gevallen.’

Leo Penn, vader van Sean, was een van de slachtoffers van de heksenjacht van senator McCarthy, aan het begin van de jaren ’50. Beticht van zogenaamde communistische sympathieën kon hij zijn Hollywood-carrière wel vergeten en vond hij nog moeizaam emplooi als regisseur van tv-series. ‘Kun je je voorstellen’, briest Penn junior, ‘wat het betekent voor een man die voor zijn land gevochten heeft, die uit de oorlog terugkwam, de borst behangen met medailles, om vijf à zes jaar later te horen zeggen dat hij een communist is? Daar komt nog bij dat je aangeklaagd wordt door je collega’s. Je bent dan niet alleen slachtoffer van domheid en onrechtvaardigheid, maar je wordt op de koop toe ook nog verraden.’

Is het het lot van Leo Penn geweest die het politieke bewustzijn van zijn sensitieve zoon heeft doen ontwaken, die gezorgd heeft voor zijn onblusbare woede ten aanzien van het establishment en het showbusinessgebeuren, die hem een waarheidsdrang heeft gegeven die zijn acteren en zijn regisseren kenmerkt? Het heeft er alle schijn van. Hoe dan ook, sinds Penn naast het acteren ook regisseert, is hij een ander mens geworden, beter in staat om te relativeren. ‘Ik ben ooit in de val gelopen door mijn huwelijk met Madonna. Ik had in die tijd geen idee van wat me te wachten stond. Ik gehoorzaamde aan mijn instincten, aan de bezieling van het moment. Maar ineens sloeg alles op hol en was het te laat, voordat je het wist.’

Penn raakte vervolgens het spoor helemaal bijster. Ook de relatie met zijn nieuwe partner, de actrice Robin Wright, liep vervolgens op de klippen en gedesillusioneerd trok hij zich terug in een afgelegen stacaravan.

‘Ik heb die tijd ervaren als een ware nachtmerrie. Ik ben zelf opgegroeid in een vrij harmonieus gezin, met een vader die er altijd was. Aan dat beeld kon ik zelf ineens niet meer voldoen, ik wist totaal niet hoe ik daarop moest reageren. Dat heeft me zeker een jaar gekost. Geleidelijk kwam ik erachter dat ík niet gek was, maar de wereld om me heen. Ik speelde geen rol, maar al die mediahoeren in deze business. Die hebben me veel schade berokkend. Het is maar goed dat ik veranderd ben. Met mijn temperament en met de manier waarop de Amerikaanse media publieke persoonlijkheden fijnmalen, is het eigenlijk onmogelijk om een liefdesrelatie met een Hollywood-actrice te hebben. Soms voel ik me als aangeschoten wild: als ik nu twintig zou zijn, zou ik waarschijnlijk zo heftig van me afbijten, dat ik voortdurend in de cel zou zitten. Maar je leert te relativeren.’

Rustiger

Sinds enige jaren is het leven van Sean Penn in rustiger vaarwater terechtgekomen. Een leven vol chaos heeft naar zijn zeggen plaatsgemaakt voor een verwarde kalmte. Hij is inmiddels met Robin Wright herenigd en getrouwd. ‘Mijn motoren roesten in de garage, mijn flessen rijpen in de kelder en mijn voormalige vriendinnen staan in de kou’, dicht hij lachend. Het snelle Los Angeles van zijn jeugd heeft hij ingeruild voor een rustiger San Francisco. ‘Ik heb er nog even over nagedacht om naar Europa te vertrekken, omdat jullie mentaliteit me veel beter bevalt, maar uiteindelijk heb je een omgeving nodig waarmee je enigszins bekend bent. Ik voed mijn kinderen liever op in San Francisco dan in LA, omdat ze er meer onafhankelijk kunnen zijn. Ze kunnen er ongestoord naar de winkel fietsen. En ik kan er rustig schrijven, wat aan mijn huis klussen of met mijn twee kinderen dollen.’

Maar hoe zit het nu met zijn eeuwige voornemen om een punt te zetten achter zijn acteercarrière? ‘Dat komt eraan’, mompelt hij. Hij heeft het nog even nodig, om in zijn levensonderhoud te voorzien en er zijn regieprojecten mee te financieren. ‘Als ik mijn rekeningen kan betalen met regisseren en schrijven, dan stop ik onmiddellijk met acteren, omdat het een negatief effect op me heeft. Het stuurt me in obscure gebieden die ik liever wil vermijden. Oorspronkelijk was het een hartstocht, maar het is tot een obsessie verworden, een negatieve soort verslaving. Mijn manier om met acteren om te gaan, is in zekere zin contraproductief en soms op het destructieve af. En dat heb ik nooit met schrijven. Een schrijver heeft namelijk de vrijheid om op elk willekeurig moment, wanneer hij zin heeft en voelt dat de accu vol is, achter zijn computer te gaan zitten. Een acteur moet op afroep beschikbaar zijn en dat kan om zes uur in de ochtend zijn. Op een dag betaal je daar onvermijdelijk de prijs voor! Dit vak ontneemt me meer dan het geeft, het vreet mijn leven op. En geloof maar niet dat ik daarin zal berusten!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content