‘De critici hebben het moeilijk met mij omdat ik niet voor één gat te vangen ben’, meent Nicolas Cage. Het klopt in elk geval dat hij al zowat het hele spectrum van de filmwereld bestreken heeft.

DE EERSTE

Hij staat nog op de generiek als ‘Nicolas Coppola’, zijn personage heeft geen eigen naam (nooit een goed teken) en hij komt nauwelijks in beeld, maar Cage maakte in 1982 wel zijn officiële bioscoopdebuut met de scholierenkomedie Fast Times at Ridgemont High. Prima film trouwens.

DE MAFSTE

Cage heeft al vaak genoeg bewezen dat hij uitstekend een dramatische rol kan neerzetten (zie verder), maar hij is op zijn best als hij los door het dak mag gaan. En dat deed hij nooit meer dan in Vampire’s Kiss (1988), een horrorkomedie over een reclamemaker die denkt dat hij in een vampier verandert.

DE MEEST ONDERSCHATTE

Het lijkt misschien vreemd Raising Arizona (1987) bij ‘onderschat’ te klasseren – het gaat tenslotte om een film van de gebroeders Coen. Maar er zijn weinig acteurs die erin slagen om onvervalste slapstick zo veel menselijkheid mee te geven.

DE MUZIKAALSTE

Racing with the Moon (1984), Valley Girl (1983),Captain Corelli’s Mandolin (2001), Peggy Sue Got Married (1986), The Family Man (2000), een reclamespot voor Japanse gamemachines (Pachinko), Cage laat graag zijn vocale talenten zien. Zijn muzikale moment de gloire blijft de cover van Elvis’ Love Me Tender op de eindgeneriek van Wild at Heart(1990).

DE GÊNANTSTE

In Deadfall (1993), een no budget-film die Cage ooit maakte met zijn neef Christopher Coppola, toont hij dat zijn geflipte stijl ook grenzen heeft. Maar zijn fake Italiaanse accent in de sentimentele draak Captain Corelli’s Mandolin spant toch de kroon.

DE SUBTIELSTE

Nicolas Cage kan enkel hysterisch doen, zegt u? Wat dan te denken van Adaptation(2002), waarin hij op fenomenale manier zowel een gedeprimeerde schrijver met writer’s block speelt als diens succesvolle (en fictieve) tweelingbroer. Een dubbelvertolking die op dezelfde hoogte staat als wat Jeremy Irons in Dead Ringers liet zien.

DE MEEST OSCARWAARDIGE

Diepe drama’s over mensen met een fysiek gebrek, de Academy lust er wel pap van. Geen wonder dus dat Cage in de smaak (en de prijzen) viel met Leaving Las Vegas(1995). Zijn vertolking als een scenarist die naar Las Vegas trekt om zichzelf letterlijk dood te drinken staat ook als een huis.

DE BESTE

Cage’ carrière is zo divers dat het moeilijk is om er één hoogtepunt uit te pikken. Met een pistool tegen het hoofd dan toch Face/Off(1997), omdat die de lekkerste portie mixed nuts opdient. Spektakel, John Woo-actie, donkere humor, pure waanzin en (opnieuw) een fantastische dubbelvertolking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content