Ben Van Alboom
Ben Van Alboom Freelance journalist

Zondag 24 maart neemt de meest gegeerde gouden man van de Amerikaanse filmindustrie zijn intrek in het fonkelnieuwe Kodak Theatre in Hollywood. Een nieuw gebouw, een nieuwe categorie en twee gigantische olifanten moeten ome Oscar weer wat presentabel maken.

Door Ben Van Alboom

In 1929 bood de balzaal van het Hollywood Roosevelt Hotel plaats aan welgeteld 250 genodigden om de eerste Academy Awards bij te wonen. Dat lijkt weinig, maar de uitreiking was toen niet veel meer dan een veredelde banketbedoening waar toevallig een aantal prijzen van eigenaar wisselden. Intussen zijn de oscars uitgegroeid tot een mediacircus waar iedereen maanden op voorhand al mee bezig is. Het aantal categorieën steeg bovendien van 13 naar 25 en ook de meerwaarde voor het commerciële succes van een film ging elk jaar gevoelig omhoog.

En omdat de oscaruitreiking tegenwoordig in de eerste plaats een financiële aangelegenheid is – de organisatoren slaan geld uit televisierechten en sponsoring, de filmmaatschappijen stoppen miljoenen dollars in verkiezingscampagnes en het prijskaartje van nieuwe genomineerden neemt al vlug buitensporige proporties aan – kon er al eens een nieuw gebouw van af. Het immense Kodak Theatre in het kloppende hart van Hollywood is inmiddels al de veertiende locatie waar de jaarlijkse modeshow plaatsvindt. Onder het wakende oog van twee meterslange olifanten – als aandenken aan D.W. Griffiths baanbrekende meesterwerk Intolerance – kunt u er op 24 maart immers de nieuwste creaties van Versace, Dior, Ralph Lauren en Valentino aanschouwen.

Binnenin zullen Shrek, Monsters Inc. en Jimmy Neutron: Boy Genius de categorie Beste Animatiefilm feestelijk inhuldigen. Daarmee maken de organisatoren een einde aan de discriminatie van het genre dat in het verleden slechts een enkele keer genomineerd werd in de categorie Beste Film. ( Beauty and the Beast moest in 1991 het onderspit delven voor The Silence of the Lambs.) Voorwaarde voor het terugkeren van de categorie is wel dat er jaarlijks minimum acht lange animatiefilms gemaakt worden, want de schrik zit erin dat het gouden hebbeding anders aan belang inboet.

Maar zijn de oscars ook écht belangrijk of gaat achter het opzet alleen maar een boosaardig complot schuil om de filmkritiek de mond te snoeren? Telkens we een rotfilm aan stukken rijten, het werk van een onbenullige filmmaker kraken of het streven van een omhooggevallen actrice in de kiem smoren, is er altijd wel iemand in de buurt om ons op andere gedachten te brengen. Want als het op oscars aankomt, lijkt iedereen wel een wandelende reclamecampagne. Rocky, Out of Africa, Driving Miss Daisy, Forrest Gump, Braveheart, geen kwaad woord erover, want ze hebben toch wel een oscar in de categorie Beste Film op zak. Om nog maar te zwijgen over Iedereen beroemd! Man, wat een film, want een nominatie alleen al duidt op grote klasse.

Prijzen zijn heilig. Wie ze uitdeelt, doet er niet toe. Of het terecht is, nog veel minder. Met zo’n zesduizend stemgerechtigden zijn ze op dit moment. Stuk voor stuk zijn het mensen die er zelf hun brood mee moeten verdienen: producenten, regisseurs, acteurs, componisten, enzovoort. Maar lang niet iedereen uit de filmindustrie mag meestemmen. Die eer is weggelegd voor those who have achieved the highest level of distinction in the arts and sciences of motion pictures.

Met andere woorden: de gemiddelde leeftijd van de stemgerechtigde leden komt dicht in de buurt van de doorsneebewoner van een serviceflat. Het is dan ook geen wonder dat gehandicapten, mentaal gestoorden en de melodietjes van Walt Disney het keer op keer goed doen. Om nog maar te zwijgen over de holocaust, want de afgelopen zes jaar gingen zomaar even vier documentaires over de terreurdaden van de nazi’s met een oscar aan de haal.

Het stemgedrag van de leden wordt daarenboven ook nog eens bepaald door twee factoren waar de organisatoren zelf geen vat op hebben en het publiek evenmin een boodschap aan heeft: de schare prijsuitreikingen die aan de oscars voorafgaan en het geld dat de filmmaatschappijen over hebben om een oscar binnen te rijven. Hoewel daar enkele jaren geleden regels voor op papier zijn gezet, worden die door de grote spelers continu met de voeten getreden. Het campagnegeld (advertenties, commercials, feestjes, enzovoort) liep dit jaar zelfs op tot ruim tien en soms zelfs vijftien miljoen dollar per film. En dan moet u weten dat het totale productiebudget van een film als In the Bedroom nog geen twee miljoen dollar bedroeg.

Moraal van het verhaal: geniet van het doorkijkjurkje van Jennifer Lopez, hou de klok in de gaten als Russell Crowe aan zijn ontvangstspeech begint en kijk eens goed rond hoeveel mensen in de zaal zitten op het moment dat de oscar voor beste kortfilm wordt uitgereikt. Maar neem het gedoe alstublieft niet ernstig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content