‘DE REALITEIT IS NIETS VOOR MIJ’

© © BILL PHELPS/BILL PHELPS/CORBIS OUTLINE

Sinds het succes van tearjerker The Notebook tornt Ryan Gosling op tegen zijn status van Hollywoodbink.

In de abstracte actiethriller Drive vindt de veelgevraagde acteur eindelijk de perfecte balans tussen kunst en commercie. ‘Hokjesdenken is zo passé!’

In een recente YouTubehit zie je twee kerels vechten op een zebrapad in New York. Verschillende voorbijgangers proberen tevergeefs een einde te maken aan de worstelpartij. Plots verschijnt een hip uitziende kerel in een mouwloos T-shirt en een opgerolde jeans op het toneel en haalt het duellerende duo probleemloos uit elkaar. ‘Look, it’s the guy from The Notebook!’, merkt een vrouwelijke stem op. Einde filmpje.

Hoewel Ryan Gosling dit jaar alleen al drie bioscoopreleases heeft – romcom Crazy, Stupid, Love, politiek drama The Ides of March en Canneshit Drive – blijft zijn vertolking in The Notebook hem achtervolgen. De romantische kaskraker uit 2004 maakte hem tot de Leonardo DiCaprio van de jaren 00. Zelfs zijn de hemel in geprezen vertolkingen in onderwijsvraagstuk Half Nelson (2006), Anthony Hopkinsmysterie Fracture (2007) en relatietragedie Blue Valentine (2010) konden daar niets aan veranderen.

De op 12 november 1980 geboren Canadees kwam op zijn twaalfde bij The Mickey Mouse Club terecht, de tv-show waarin ook Britney Spears, Christina Aguilera en Justin Timberlake hun debuut maakten. Als puber bemachtigde hij kleine rollen in verschillende feuilletons en films. Een eerste hoogtepunt was zijn vertolking van een Joodse neonazi in Sundancefenomeen The Believer (2001).

Hoewel het Gosling sindsdien professioneel voor de wind gaat, staat hij in Tinseltown nog steeds te boek als buitenbeentje. Een reputatie die hij cultiveert door in interviews rondleidingen langs zijn favoriete spookhuizen te geven en bizarre eisen te stellen – op de cover van een recent nummer van het Amerikaans Esquire staat hij niet één, maar twee keer.

Met Drive heeft Gosling eindelijk zijn draai gevonden in Hollywood. Samen met Deens arthouse-icoon Nicolas Winding Refn bouwde hij een glad actieproject om tot een abstracte cinematrip die foutloos over het parcours tussen kunst en commercie sjeest. Zijn personage, een stuntchauffeur die ’s nachts bijklust als ‘getaway driver’, is met zijn blitse jasje, dansende tandenstoker en verraderlijke kalmte een van de coolste motherfuckers uit de recente filmgeschiedenis.

De Gosling die we ontmoeten in Cannes is in zijn nopjes. Gehuld in een aan het voorgenoemde videofilmpje herinnerende outfit begroet hij ons hartelijk op een van de vele privéstranden die de mondaine badstad rijk is. Naast een nerdy brilmontuur en enkele bizarre tatoeages – ‘Een wolvenklauw die een hart laat vallen, de cover van een boek dat mijn moeder vroeger voorlas en nog vele anderen’ – valt vooral zijn gelukzalige glimlach op.

Drive is de eerste film waarover ik honderd percent tevreden ben’, klinkt het enthousiast. ‘Eerst zou het een dure prent met Hugh Jackman worden, maar toen hij het schip verliet, benaderden de producers mij. Omdat ze koste wat het kost met mij wilden samenwerken, mocht ik de regisseur kiezen. Ik ging voor Nicolas. Hij ontdeed het scenario van alle blockbusterfranjes. En ik begon me als een bezetene voor te bereiden.’

Gosling hing een maand rond met Darrin Prescott, stuntchauffeur extraordinaire die onder meer The Matrix Reloaded, Spider-Man 2 en The Bourne Ultimatum op zijn cv heeft staan. ‘We hadden een vast ritueel. Elke dag troffen we elkaar op de parking van een verlaten kerk. Hij had telkens een nagelnieuwe Chevrolet Camaro of Ford Mustang bij. Daarmee scheurden we rond tot er rook uit de motorkap kwam. En wanneer de takelwagen het wrak had weggesleept, gingen we naar huis.’

Was jij voordien al een wegpiraat?

GOSLING: Sinds ik in Los Angeles woon, is autorijden een van mijn favoriete bezigheden. Voor alle duidelijkheid: het gaat om een nachtelijke hobby. Als je je overdag op de baan begeeft, sta je binnen de kortste keren in de file, maar als de zon onder gaat, verandert L.A. in een autoparadijs. Raampje naar beneden, je favoriete album in je cd-speler en cruisen maar! De brede banen, het bonte kleurenpalet en het lage aantal tegenliggers verheffen zulke ritten tot een transcendentale ervaring. Zelfs Nicolas had de smaak snel te pakken. Als we niet met de film bezig waren, smeekte hij om een toertje te maken.

Was dat zo verbazingwekkend?

GOSLING: Nicolas is een autoanalfabeet. Of het nu gaat om een Mercedes, BMW of Ford: voor hem zijn het bakken met wielen. De man heeft zelfs zijn rijbewijs nooit gehaald.

Waarom wilde je dan dat hij ‘Drive’ regisseerde?

GOSLING: Simpel: omdat hij de beste is. En als je mij niet gelooft, zal hij je wel overtuigen . (Lacht)Valhalla Rising, Nicolas’ vorige film, bezorgde me een van de meest memorabele bioscoopervaringen van mijn leven. Ik zag de prent in een kleine bioscoop in L.A, en de zaal was tot de laatste plaats bezet. Iedere aanwezige was razend benieuwd. Op de serieuze, zware toon van het eerste deel werd met het nodige respect gereageerd. Op het moment dat het hoofdpersonage de buik van zijn beste vriend opensnijdt, veranderde de sfeer drastisch. Sommigen barstten in lachen uit, anderen hielden hun handen voor hun ogen. Nog nooit zag ik een arthousefilm zulke uiteenlopende reacties losweken.

Wat deed je denken dat Refn interesse zou hebben in jouw B-thriller?

GOSLING: Hokjesdenken is passé. Rasartiesten maken geen onderscheid tussen arthouse-, B- en popcorncinema. Kijk maar naar Nicolas’ oeuvre. Hij gooit alle geldende conventies op één hoop en komt bij een soort ‘cinéma pur’ uit. Die radicale onbevangenheid maakt zijn films zo uniek.

Zaten jullie meteen op dezelfde golflengte?

GOSLING: Na één minuut was duidelijk dat we zielsverwanten waren. Dat lijkt misschien goedkope promopraat, maar het is de waarheid. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt met een regisseur. Vanaf onze eerste ontmoeting praatten we honderduit over de meest uiteenlopende onderwerpen: kunst, muziek, politiek, noem maar op.

Euhm, jullie gezamenlijk filmproject?

GOSLING: Daar hadden we het ook over. (Lacht) We besloten al snel dat we het ietwat banale scenario moesten oppimpen met een mythische onderlaag. Zo ontstond het idee om mijn personage te benaderen als een weerwolf die zijn lot probeert te ontlopen. Hij gaat als loner door het leven om geen slachtoffers te maken tot zijn affectie voor zijn buurvrouw en haar zoontje hem dwingt zijn ware gezicht te tonen.

Naar het einde toe komt je personage bijzonder agressief uit de hoek. Waarom zijn die gewelduitbarstingen zo expliciet?

GOSLING: Filmgeweld is iets ongelooflijk interessants. Het kan de meest diverse reacties teweegbrengen. Bij de officiële voorstelling in Cannes begonnen de aanwezigen te joelen wanneer mijn personage flink met een hamer tekeergaat. Een dergelijk cinefiel publiek reageert zo primair omdat ze beseffen dat het geweld overdreven wordt weergegeven.

Een heldere uitleg, maar geen antwoord op de vraag.

GOSLING: Natuurlijk zullen sommige kijkers zich aan dat geweld storen, maar wij vinden die scènes onontbeerlijk. Ontdoe een sprookje van zijn gruwelijke details en je houdt een slap aftreksel over.

Een ander opvallend element is de onmiskenbare eightiesfeel van Cliff Martinez’ dromerige synthesizerscore, de felroze letters tijdens de beginkredieten en jouw Stalloneachtige poses.

GOSLING: Nicolas en ik raakten maar niet uitgepraat over het oeuvre van John Hughes. We vinden allebei dat Pretty in Pink en Sixteen Candles nog beter waren geweest als de personages de ultragewelddadige toer waren opgegaan. Een messteek hier, een kopstoot daar… Maar ik wijk af. (Lacht) Het leek net iets te vanzelfsprekend om ons te spiegelen aan de cinema van de jaren 70, het decennium van de klassieke ‘driver’-films. Daarom lieten we ons voornamelijk inspireren door eightiesproducties als Blue Velvet en Purple Rain, films waarin de muziek en de cameravoering minstens even belangrijk zijn als het scenario.

Wanneer het gesprek wegvloeit van Drive, stelt Gosling zich beduidend terughoudender op. Op de vraag wat hij heeft moeten doen voor het indrukwekkende sixpack dat hij in Crazy, Stupid, Love etaleert, antwoordt hij: ‘Gymnastiek en ballet, niets meer.’ Over The Ides of March wil hij enkel kwijt dat het om een klassieke monsterprent gaat. Bovendien stapelt het aantal ‘I don’t know’s’ en ‘I guess so’s’ zich op.

Goslings gedrag wordt alsmaar grilliger. Als we naar zijn groep Dead Man’s Bones vragen, verklaart hij plechtstatig dat ze na de release van hun tweede album ook in Europa zullen toeren. Over de reden waarom hij de titelrol in de bioscoopbewerking van westernserie The Lone Ranger weigerde, is hij kort: ‘Ik stelde voor om de gemaskerde held als een openlijke homo te spelen. De Disneybonzen gingen niet akkoord.’

Pas als we over zijn rebelse rollen ná The Notebook beginnen, vindt hij zijn tweede adem: ‘Ik ben ondanks alles heel trots op die film. Hij deed me inzien dat het hoog tijd was om onbetreden paden op te zoeken. Laten we een kat een kat noemen: de grote commerciële producties die Hollywood dezer dagen maakt, interesseren me geen bal. De superheldentrend kan me gestolen worden. Doe mij maar een origineel project zoals Drive.’

Hoe rijm je die drang tot originaliteit met je casting in de op stapel staande remake van scifiklassieker ‘Logan’s Run’?

GOSLING: Ik zei pas toe nadat Nicolas (Refn opnieuw, nvdr.) als regisseur was aangenomen. Met hem zou ik zelfs de platste komedie maken. Ik verwacht onnoemelijk veel van dat project. Het wordt Nicolas’ eerste bigbudgetprent. Als je weet wat voor wonderen hij heeft verricht met tien miljoen dollar of minder – Drive is zijn duurste prent tot nu toe – mag je je schrap zetten voor iets heel speciaals.

Er komt maar geen einde aan je lofzang op Refn.

GOSLING: Wat wil je ook? Hij is als een baseballspeler die altijd voor een homerun gaat. De kans bestaat dat hij op zijn bek gaat, maar proberen zal hij. Middelmaat staat niet in zijn woordenboek. De meeste regisseurs – ook sommigen met wie ik in het verleden heb samengewerkt – zijn veel te snel tevreden. Ze kloppen braafjes hun uren en gaan naar huis. Nicolas stopt pas met werken als de film volledig klaar is – of als hij dood neervalt. (Lacht)

Tot slot: vanwaar die fascinatie voor spookhuizen en weerwolven?

GOSLING: Je moet weten dat ik een groot deel van mijn jeugd in een pretpark doorbracht (The Mickey Mouse Club werd opgenomen in Disney World; nvdr.). Zoiets tast je kijk op de werkelijkheid aan. Hoewel ik nu dertig ben, blijven pretparken en kermissen de enige plekken waar ik volledig tot rust kom. De dagdagelijkse werkelijkheid is niets voor mij.

DRIVE : Vanaf 2/11 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

‘Ik ben er intussen dertig, maar alleen in pretparken en kermissen kom ik volledig tot rust.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content