Na 11 september ging Hollywood het ultra?geweld afzweren. Voortaan zouden romantiek en goed gevoel?komedies de dienst uitmaken. Maar dit was buiten de opmars van het nieuwe patriottisme gerekend. ‘Make war not love’, luidt nu de wapenspreuk.

Door Patrick Duynslaegher

De filmstad zat nog geen klein beetje verveeld met dit déjà vu-effect en verkondigde meteen dat zij zich zou bezinnen over haar verantwoordelijkheid als leverancier van explosieve sensaties en doemscenario’s waar booswichten de mosterd konden halen. Films die zelfs maar op een vage manier aan de terreuraanslagen herinnerden, werden in de koelkast gestopt. Scènes waarin het WTC figureerde werden geschrapt of geretoucheerd, zelfs al ging het om domme komedies als Serendipity of Sidewalks of New York. Huidige releases waarvan de timing een beetje ongelukkig bevonden werd (zoals Swordfish met John Travolta als een meesterschurk die aanslagen pleegt om het globale terrorisme aan banden te leggen) werden her en der uit roulatie genomen. Zelfs Bruce Willis verklaarde dat hij niet langer de superheld zou uithangen in cartoon-geweldspektakels.

Kortom: Hollywood zou nooit meer zijn wat het voor ‘nine eleven’ was geweest.

Nauwelijks vier maanden later blijft van al die vrome voornemens niet veel meer over. Hollywood stuurt meer dan ooit gewelddadige thrillers, terreurfilms en oorlogsprenten de wereld in, alleen dobberen die nu allemaal op de schuimende golven van het nieuwe patriottisme.

Business as usual

Je kon de ommezwaai al vrij snel zien aankomen. Welke films scheerden hoge toppen in het eerste weekend na de aanslag? Training Day en Don’t Say a Word: een ultragewelddadige politiefilm over ultracorrupte drugsbestrijders en een brutale gijzelingsthriller spelend in het getroffen New York. Insiders die voorspelden dat het publiek na 11 september troost zou zoeken in romantisch vertier en onschuldige komedies, sloegen de bal behoorlijk mis.

Het debat over de eigen schuld ebde snel weg; zowel van pers, media als entertainmentindustrie wenst het publiek weinig kritiek. Terwijl op de Broadway-podia America the Beautiful schalt en overal in het land de Stars & Stripes wapperen, is het in Tinseltown weer business as usual – met de nadruk op business.

Aanvankelijk zat Hollywood ook verveeld met een reeks oorlogsfilms die stonden te dringen om de komende maanden de multiplexen te veroveren. Deze oorlogsgolf had natuurlijk niets te maken met de aanslagen op New York en het Pentagon (de opnamen waren toen al lang voltooid of de productie was al opgestart) maar was een uitloper van de schaamteloze exploitatie van de WO-II-nostalgie die al enkele jaren aan de gang is en met Pearl Harbor een bedenkelijke apotheose bereikte.

Toen Amerika op 7 oktober begon met het droppen van bommen op Afghanistan, was de eerste reactie van Hollywood om zijn oorlogsartillerie nog even uit te stellen. Wie zou er nu zin hebben om in de bioscoop herinnerd te worden aan wat al op televisie tot vervelens toe werd uitgemolken?

Maar de filmstudio’s gingen de zaak helemaal anders bekijken toen bleek dat de oorlog in Afghanistan, ondanks alle onheilsberichten tijdens de eerste fase, veel controleerbaarder was dan velen hadden beweerd en sneller voorbij zou zijn dan de sceptici hadden voorspeld. Afghanistan werd helemaal geen nieuw Vietnam. De Taliban stortte vrij snel in elkaar. Amerikanen bleken in staat te zijn om zonder noemenswaardige verliezen aan eigen zijde een oorlog te voeren en te winnen. Door te doen waar ze goed in zijn – bombarderen – en het vuile werk aan anderen over te laten.

Films die op een of andere manier inspeelden op de actualiteit en het nieuwe patriottisme werden in ijltempo door de postproductie gejaagd en halsoverkop in de zalen gedropt.

Tussen Thanksgiving – het traditionele feest waarbij elk Amerikaans gezin gezwind de kalkoen aansnijdt – en Kerstmis kletterden de wapens op het witte doek: oorlog in Bosnië ( Behind Enemy Lines) en Beiroet ( Spy Game), een liefdeshistorie tijdens de tweede wereldbrand in Charlotte Gray, een mislukte militaire operatie in Somalië in Black Hawk Down, oorlog ook in de futuristische thriller Imposter.

Om uit te vissen of het publiek een boodschap zou hebben aan Spy Game, dat ons in flashbacks terugvoert naar Vietnam en Berlijn tijdens de Koude Oorlog, organiseerde Universal eind september proefvertoningen. Was het wel opportuun om, in het licht van de recente gebeurtenissen, films als Spy Game de eerstkomende maanden in de zalen te brengen? Tachtig procent antwoordde ja. Ook Fox repte zich om Behind Enemy Lines zo snel mogelijk uit te brengen.

Zielig mannetje

Het inspelen op de oorlogstrend had natuurlijk ook te maken met de verandering in perceptie van de terroristische dreiging. ‘Toen al-Jazeera een interview uitzond met Bin Laden, waren we allemaal de hysterie nabij’, zegt Marc Abraham, producer van Spy Game. ‘Onze eerste reactie was er een van: haal snel de kinderen van school en vlucht met zijn allen de bunker in. Maar eens duidelijk werd dat die kerel zich ergens schuilhield in een grot, we kennelijk zijn eerste militaire helper geëlimineerd hadden en Afghaanse mannen hun baarden begonnen af te scheren, zag hij er plotseling als een zielig mannetje uit.’

Hollywood ging er meteen van uit dat het publiek wel rijp was om beelden en verhalen te zien die tot voor kort absoluut ‘not done’ waren. ‘Vlak na de gebeurtenissen waren de meeste mensen doodsbang’, zegt Randall Wallace, scenarist-regisseur van het Vietnam-drama We Were Soldiers. ‘Maar die tijd is al voorbij. Ik geloof niet in een lange rouwperiode in de film. ‘Americans will be Americans’.’

Inderdaad, de taaie jongens die aanvankelijk verguisd werden voor hun aandeel in de escalatie van het geweld op het doek zijn terug – dit keer in uniform. Bruce Willis mag weer flink stoer doen in het WO-II-drama Hart’s War. Mel Gibson legt de Vietcong het vuur aan de schenen in We Were Soldiers. De Sunday Times bericht zelfs dat er een Rambo IV op komst is, waarin een oudere Sylvester Stallone per parachute boven Afghanistan gedropt wordt om de Taliban mores te leren.

Je kunt al die oorlogsfilms niet over dezelfde kam scheren. Zelfs al spelen ze allemaal in op het patriottische reveil, daarbinnen is de toon erg verschillend en is er ruimte voor kritiek of ambivalentie.

Terwijl Behind Enemy Lines een vrijblijvend videospelletje in de Balkan blijft, is Black Hawk Down bijvoorbeeld behoorlijk complex. Spy Games mag dan nog het conflict in het Midden-Oosten louter als spannende achtergrond gebruiken – zonder er ook iets zinnigs over te zeggen – de CIA wordt er niet bepaald in verheerlijkt.

Ook kan je de nieuwe oogst oorlogsfilms niet zomaar vergelijken met de vaandelzwaaiende WO-II-prenten die in de jaren ’40 de studio’s uitrolden en duidelijk bedoeld waren om de moraal op te vijzelen.

Niet dat de Amerikaanse regering Hollywood niet gevraagd heeft om mee te helpen de bevolking in de juiste stemming te brengen voor de oorlog in Afghanistan. Begin november al had in Beverly Hills een eerste ontmoeting plaats tussen entertainment-moguls en een delegatie van het Witte Huis, geleid door Karl Rove, politieke topadviseur van president Bush, met als agendapunt de oorlogsbijdrage van Hollywood. (Terwijl vóór de aanslagen Bush zich, anders dan zijn voorganger Bill Clinton, opvallend afzijdig hield van de Californische entertainment-wereld).

Verschillende studio’s stuurden gratis videocassettes en dvd’s naar troepen in het buitenland. Op Amerikaanse legerbasissen in Duitsland en Turkije werden militaire shows georganiseerd, zoals met Jennifer Lopez en de cast van Ocean’s Eleven. Studio-bonzen werden ook bereid gevonden tot het maken van boodschappen van algemeen nut, bestemd voor bioscoop en televisie. Maar tot regelrechte propagandaproducten zoals in de Tweede Wereldoorlog kwam het niet. Ook al omdat de situatie – ondanks de (manke) vergelijking met de verrassingsaanval op Pearl Harbor – totaal anders is. Bovendien krijgt Washington ongevraagd al heel wat onrechtstreekse propaganda in de vorm van prenten die ouderwets heroïsme en heldenmoed vieren.

Anders dan de oorlogszuchtige comicstripfilms uit de Reagan-jaren ( Top Gun; Iron Eagle) kan je de meeste nieuwe oorlogsfilms ook niet verwarren met een ‘Uncle Sam Wants You’-rekruteringsposter. Zowel Black Hawk Down als We Were Soldiers gaan over bloederige militaire operaties die levens kosten. ‘Ik hou van het feit dat Amerikanen eraan herinnerd worden dat de vrijheid een prijs heeft’, zegt Ridley Scott. Hij noemt zijn nieuwste film Black Hawk Down gewoon een illustratie van de oude militaire rechtvaardiging. ‘ This is what we do, this is why we go in, and we go in essentially with all the right intentions.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content