DE PORSCHE VAN HANK MOODY

Paul Baeten Gronda neemt deze zomer een frisse duik in zijn favoriete tv-series en komt elke week boven met een kleinood dat daar niet uit weg te denken valt.

Er zijn twee dingen die een schrijver nodig heeft. Het zijn niet een goede gezondheid en een sterke geest. Silvia Plath was zo bipolair als wat, Kafka stierf jong aan tuberculose, net als alle zusjes Brontë. Orwell had het aan zijn longen, Joyce zoop zichzelf halfdood en ongeveer honderd procent van alle schrijvers is depressief of het tenminste ooit geweest.

Heel leuke feestjes, onder schrijvers.

Nee, wat een schrijver nodig heeft, zijn een muze en een auto. En jawel, ook iets om tekst mee te produceren. Maar dat zou je eventueel nog kunnen omzeilen door je boeken aan iemand te dicteren, zoals Henry James deed in de negentiende eeuw.

Hoewel Hank Moody eigenlijk ook Henry James Moody heet, zal je hem niet snel een boek zien dicteren. Dat doe je gewoon niet. Je schrijft je shit zelf op, met een sigaret erbij en in je onderbroek. En wanneer het af is, speel je Warren Zevon en heb je een jointje en een whisky verdiend. De tekst is het hart en het lijf en de rest is nonsens en theater. En om het hart en het lijf te voelen, heb je dus enkel die twee dingen nodig.

Iemand zei me ooit: ‘Californication, daar gebeurt nu toch eens niks in.’ Een vrij beknopte doch correcte analyse en misschien meteen de reden waarom het programma een vrij goede simulatie is van een schrijversleven.

Eigenlijk probeert Hank voortdurend een balans te vinden tussen wat hij uit eigen beweging zou doen en wat er van hem wordt verwacht. Hoewel hij vaker uit dan in evenwicht hangt, is precies dat zoeken naar een bepaalde status quo iets wat veel schrijvers zullen herkennen. Zo niet zijn het misschien wel goede mensen, maar zeker slechte schrijvers.

Hank lacht met ongeveer alles. Dat is noodzakelijk. Het leven is te grotesk en tegelijk te kleinschalig om het serieus te kunnen nemen. Toch lacht hij helemaal niet als het over de echte liefde, zijn dochter Becca of het werk gaat. Dat zijn dan ook de elementen die hem tot schrijven aanzetten. Wat je niet serieus neemt, kan je ook niet kwetsen. En wat je niet kwetst, zet niet aan tot grootsheid.

Er is iets wat ik van de nochtans vrij fictieve Hank Moody leerde, en dat is: neem je auto en ga wat leven in de plaats van als een idioot achter je scherm te blijven zitten tot het komt. Op een dag wilde ik net zoals hij een oude Porsche cabriolet, wat resulteerde in een wrak en de bijna-dood van mezelf en mijn goede vriend Olivier Dewit.

Dit is het namelijk het probleem met oudere Porsches: rij ermee alsof je het niet meent, en ze knallen je zonder mededogen tegen een boom of een muur. Net zoals de muze.

De twee zaken die een schrijver nodig heeft, zijn de zaken die mogelijk zijn einde betekenen, maar die precies daarom de nodige afstand scheppen tussen het leven waarin wij elke dag een balans proberen te vinden en het leven dat ontstaat wanneer je uiteindelijk gaat neerzitten om het op te schrijven. Een auto en een muze. De rest is nonsens en theater.

HANK LACHT MET ONGEVEER ALLES. DAT IS NOODZAKELIJK. HET LEVEN IS TE GROTESK EN TEGELIJK TE KLEINSCHALIG OM HET SERIEUS TE KUNNEN NEMEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content