Ben Van Alboom
Ben Van Alboom Freelance journalist

Hij vindt het interessanter om een beangstigend onderwerp voor zichzelf te laten spreken dan daar nog een flinke schep bovenop te doen. De eclectische filmmaker Barbet Schroeder over zijn nieuwe tienermoordthriller ‘Murder by Numbers’.

Door Ben Van Alboom

‘Murder by Numbers’. Vanaf 10 juli in de bioscoop.

‘More’ en ‘La Vallée’ uit op dvd (Warner Vision; Franse import)

In het directiekantoor van een intussen bankroete filmmaatschappij dreigde Barbet Schroeder er ooit mee zijn vingers af te snijden om het budget van Barfly, een film naar een scenario van Charles Bukowski, rond te krijgen. Zeven jaar leurden Schroeder en Bukowski toen al met hun tragikomische romance, en ze waren het grondig moe. Om de klus te klaren, had de filmmaker een kettingzaag van Black & Decker naar binnen gesmokkeld. Schroeder heeft het ding toen niet in gang moeten trekken.

De in Iran geboren filmmaker had toen al een stevige reputatie als producent, scenarist en regisseur opgebouwd in Europa. Met Eric Rohmer, die hij op de redactie van Les Cahiers du Cinéma had leren kennen, richtte hij begin de jaren ’60 het productiebedrijf Les Films du Losange op en produceerde vervolgens de zes contes moraux van Rohmer, waaronder Le Genou de Claire en L’Amour l’après-midi.

Zijn productiemaatschappij heeft intussen een portfolio bij elkaar gesprokkeld om u tegen te zeggen. Wim Wenders ( Der Amerikanische Freund), Marguerite Duras ( Le Navire Night), Rainer Werner Fassbinder ( Chinesisches roulette), Andrzej Wajda ( Danton), Agnieszka Holland ( Hitlerjunge Salomon), Jean Eustache ( La Maman et la putain) en Moufida Tlatli ( La Saison des hommes) vonden er allen onderdak.

Schroeder zelf begon zijn regiecarrière met de hippiefilm More. Later volgden onder andere films van Claude Chabrol, Jean-Luc Godard en Jacques Rivette. Voor Zabriskie Point van Michelangelo Antonioni vroeg de filmmaker Pink Floyd om het klankspoor van de film op te smukken. Drie jaar later deed hij hetzelfde in het poëtische La Vallée. Nadien blikte Schroeder nog twee ophefmakende documentaires in en het minstens even ophefmakende Maîtresse, waarin Gérard Depardieu valt voor de charmes van een sadomasochistische meesteres. Om de kosten te drukken, deed de filmmaker daarvoor trouwens een beroep op echte liefhebbers van latex en zweepjes. In ruil voor hun medewerking mochten ze elkaar in vervoering brengen.

Toen Schroeder na de opnames van Barfly in de Verenigde Staten bleef hangen, ging het echter bergaf met zijn tot dan toe opmerkelijke carrière. Met Jeremy Irons blikte hij nog wel het veelbesproken Reversal of Fortune in en ook zijn remake van Henry Hathaways film noir Kiss of Death was lang niet kwaad, maar met weinig geïnspireerde prenten als Single White Female, Before and After en Desperate Measures kon hij alleen nog zichzelf overtuigen van zijn kunnen.

De kentering kwam er twee jaar geleden met het rauw realistische La Virgen de los sicarios ( Our Lady of the Assassins). Schroeder, die zelf in Colombia opgroeide, schetst daarin een intens en politiek geladen portret van de liefde tussen een oudere man en een zestienjarige huurmoordenaar in de misdaadstad Medellin. ‘De opnames in Colombia waren een hel’, bekent de filmmaker. ‘Er was geen tijd om elke scène verschillende keren te draaien, want we wisten dat de drugkartels een prijs op ons hoofd hadden gezet. De set werd dan ook voortdurend bewaakt door politieagenten. Gelukkig draaiden we op video, zodat we goed opschoten.’

Wat heb je aan de digitale manier van werken overgehouden?

Barbet Schroeder: Ik weet nu hoe je met verschillende camera’s kunt werken. Het is behoorlijk ingewikkeld en je hebt er een ervaren fotografieleider voor nodig, maar de voordelen zijn enorm. Ook voor de acteurs is het een verademing, omdat je de opnameperiode kunt halveren. Het levert vaak intensere vertolkingen op. Daarom heb ik op de set van Murder by Numbers ook altijd met twee, soms zelfs drie camera’s gewerkt.

‘Murder by Numbers’ is gebaseerd op de beruchte moord van Leopold en Loeb, twee intelligente jongeren die iemand ontvoerden en later vermoordden in de hoop dat ze de perfecte misdaad hadden gepleegd.

Schroeder: Voor mij heeft deze film eigenlijk niets te maken met de zaak van Leopold en Loeb. De producenten dachten daar aanvankelijk anders over, maar daar heb ik mij niets van aangetrokken. Ik wou een film maken over de perfecte moord in het heden, zonder te verwijzen naar dingen die gebeurd zijn in het verleden of te verwijzen naar oudere films. Toen we de film aan het draaien waren, kwam in de Verenigde Staten trouwens een moord aan het licht die verdacht veel gelijkenissen vertoonde met de plot. En gisteren sprak ik met een Italiaanse journalist die me vertelde dat in zijn land onlangs net hetzelfde was gebeurd. Dat verbaast me niks, want iedereen heeft er al wel eens over nagedacht hoe je de perfecte moord kunt plegen. Het is een tijdloos gegeven. De zaak van Leopold en Loeb was tachtig jaar geleden ook geen alleenstaand feit, hè.

Het opzet doet denken aan ‘Rope’ van Alfred Hitchcock. Alleen vertonen jouw mannelijke personages nauwelijks homoseksuele trekjes.

Schroeder: De twee jongens erkennen hun homoseksuele gevoelens niet, hoewel je dat gegeven nooit helemaal kunt wegcijferen in een film waarin twee aantrekkelijke mannen zo’n intense band hebben met elkaar. De perfecte moord heeft overigens altijd iets erotiserend. Zolang alles goed gaat, overvalt je een gevoel van macht en wellust. Dat wordt in deze film benadrukt door het feit dat beide jongens verliefd menen te zijn op hetzelfde meisje. Homoseksualiteit is slechts een latent aspect van de plot.

Hoofdrolspeler Michael Pitt was onlangs nog te zien in het ophefmakende ‘Bully’ van Larry Clark, een film waar ‘Murder by Numbers’ eveneens gelijkenissen mee vertoont.

Schroeder: Clark snijdt inderdaad grotendeels hetzelfde thema aan. Zijn film is losjes gebaseerd op waar gebeurde feiten en verkent veelal dezelfde milieus. De tienerpersonages in beide films hebben misschien niet dezelfde achtergrond, maar ze gaan wel allebei op zoek naar dé manier om iemand van kant te maken en beschikken ook over de wilskracht om de moord daadwerkelijk uit te voeren. Het zijn eenzame jongeren die zich wanhopig met anderen proberen te vereenzelvigen door zich te buiten te gaan aan seks en geweld. Ingaan tegen de heersende moraal creëert ontegensprekelijk een intieme band.

Daarom zit je in beide films ook bijna te supporteren voor de moordenaars.

Schroeder: Iedereen hoopt dat ze niet gevat worden, want uiteindelijk zijn ze niet inslecht. Wanneer ze alleen zijn, doen ze geen vlieg kwaad. Pas als ze samenkomen, ontaardt hun gedrag. Dat is tragisch en daarom heb je er ook medelijden mee. Het verschil met Bully is dat mijn protagonisten uit welgestelde families komen, terwijl Clark doorgaans gebruik maakt van jongeren die in achtergestelde buurten wonen. De reden waarom ze zich zo profileren, is evenwel in beide gevallen dezelfde: thuis krijgen ze geen aandacht van hun ouders.

Dat klinkt misschien wat eenvoudig, maar de realiteit is niet anders: de meeste ouders denken dat ze hun kinderen goed opvoeden, terwijl ze eigenlijk de hele tijd aan hun eigen carrière lopen te denken. Als dat je ingesteldheid is, moet je niet aan kinderen beginnen. Een kind krijgen duurt negen maanden, een kind opvoeden duurt achttien jaar. Daar zijn ruim de helft van de ouders in de Verenigde Staten én Europa allang niet meer op voorbereid.

In de Verenigde Staten werd ‘Bully’ gecensureerd. Heb je zelf geen problemen gehad met de filmmaatschappij?

Schroeder: Ik vind het schandalig dat een film als Bully niet de kansen krijgt om een groot publiek te bereiken, maar dat is zeker niet de reden waarom er in Murder by Numbers geen gore scènes zitten. Het is gewoon mijn ding niet. Ik heb altijd al verontrustende films gemaakt zonder uitdrukkelijk gore of wansmakelijke scènes te tonen. Ik vind het veel interessanter om een beangstigend onderwerp voor zich te laten spreken, zonder daar zelf nog een schep bovenop te doen. Castle Rock Entertainment of Warner Bros hebben dan ook nooit druk op mij uitgeoefend om de film af te zwakken. Weet je, eigenlijk ben ik slechts drie fucks en een joint verwijderd van een mildere beoordeling van de Amerikaanse keuringscommissie. Nu is de film daar verboden voor jongeren onder de zeventien jaar zonder ouderlijke begeleiding, want er zitten zes fucks en een korte drugsscène in. ( Lacht) Belachelijk, niet? Het enige dispuut met de filmmaatschappij ging over het feit dat Ryan Goslings personage rookt. Pas toen we aangetoond hadden dat roken in het profiel van een psychopaat past, namen ze gas terug.

Heb je Michael Pitt gecast nadat je ‘Bully’ had gezien?

Schroeder: Met Sandra Bullock hadden we al een wervende naam voor de affiche, dus kon ik me permitteren om twee bekwame acteurs te kiezen, en niet noodzakelijk twee bekende koppen. Gelukkig maar, anders hadden de producenten mij waarschijnlijk tussen Josh Hartnett en Tobey Maguire laten kiezen. ( lacht)

Michael heeft gewoon netjes aan een auditie deelgenomen. Ik was onmiddellijk overtuigd van zijn kwaliteiten en daar had zijn vertolking in Bully uiteraard iets mee te maken. Hij is een voortreffelijke acteur die gemakkelijk een introvert personage kan neerzetten. Ik merk trouwens dat er tegenwoordig enorm veel jong talent in de Amerikaanse filmindustrie rondloopt. Vraag me niet waar ze plotseling vandaan komen, want vijf jaar geleden leek er bijna niemand te zijn. De komende jaren haken sommigen wellicht af, maar ik vermoed dat Michael en Ryan nog lang zullen meegaan.

Sandra Bullock speelt de rol van de detective die de jeugdige misdadigers op het spoor moet komen. Hoe ben je bij haar terechtgekomen?

Schroeder: Door de bank speelt ze alleen nog in films van haar eigen productiemaatschappij mee, maar dit keer kon ze simpelweg niet weigeren: degelijke vrouwenrollen zoals deze zijn in Hollywood meer uitzondering dan regel.

Sandra is een van de bekendste gezichten van het witte doek. Daarmee maakt ze deel uit van een lange traditie in de cinema: Marlène Dietrich, Grace Kelly, Marilyn Monroe, stuk voor stuk zijn het bekoorlijke vrouwen die het niet nodig hebben om pakken make-up over zich heen te krijgen. De glamour staat op hun gezicht te lezen en dát is waar de camera verliefd op is. Dat verklaart meteen ook mijn obsessie voor cinema: er bestaat geen groter genot dan naar het gezicht van een betoverende vrouw te kijken op een bioscoopscherm. Alleen jammer dat Sandra niet van close-ups houdt; wat dat betreft, heb ik water bij mijn wijn moeten doen. In feite pakt ze niet graag uit met haar uiterlijk – daarom kruipt ze ook zo vaak in de huid van onbeholpen personages. Het contrasteert met haar natuurlijke glamour. Waarschijnlijk ligt daar ook de sleutel van haar succes.

Was ze gemakkelijk te regisseren?

Schroeder: Oh ja! Ze stond bijvoorbeeld onmiddellijk open voor een idee van Ryan om haar op het einde van een bepaalde scène te likken. Tot dan toe had ik nog nooit een ster gekend die zonder aarzelen op zo’n geïmproviseerd en lachwekkend voorstel was ingegaan. De filmmaatschappij was razend, maar uiteindelijk moest ze toegeven dat de scène er krachtiger door werd. Voor Sandra was het anders geen bijzonder aangename ervaring, want we hebben de scène verschillende keren opnieuw moeten opnemen. Telkens opnieuw hing ze vol speeksel. Ryan verging het weliswaar nóg slechter: zijn tong hing voortdurend vol make-up. ( lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content