‘The Fellowship of the Ring’ vanaf 19 december in de bioscoop.

‘The Fellowship of the Ring’ vanaf 19 december in de bioscoop.

Halfelf ’s morgens in een bioscoop in Manhattan. Het is makkelijk te raden wie hier niet is om Kevin Costner de Cubaanse rakettencrisis te zien bezweren in Thirteen Days. Een man met tatoeages en een ‘Frodo Lives’-T-shirt komt duidelijk voor de trailer van The Lord of the Rings.

Drie jaar geleden lekte het nieuws uit dat New Line Cinema plannen had om The Lord of the Rings van J.R.R. Tolkien te verfilmen, een trilogie over zwaarden en tovenarij, hobbits met pluizige pootjes, onsterfelijke elfjes, dappere dwergen, gemene orks, het duistere land van Mordor en een buitengewoon kwaadaardige en krachtige Ring.

Sindsdien is de obsessie bij de Tolkien-adepten alleen maar gegroeid. Een personage uit het drieluik zegt op een bepaald moment: ‘Het verstand in mijn wakkere hoofd vertelt me dat een groot onheil is geschied. Maar hoop en vreugde is op komst, dat kan geen enkel verstand weerleggen.’ En daarom is Eric Negron, 30 jaar oud en werknemer in een tatoeagesalon, hier in deze filmzaal. Hij bracht de nacht door in de hal van de bioscoop: de vriendelijke eigenaar liet hem op het vasttapijt aan de kassa slapen.

De Lord of the Rings van New Line is niet de eerste poging om de trilogie op het witte doek te toveren. Tolkien (die in 1973 overleed) wees eerder al een bewerking naar een geanimeerde versie af. Die bevatte immers barbaarsheden als het omschrijven van ‘lembas’ – het bovennatuurlijke voedzame brood – als ‘voedselconcentraat’.

De versie van Ralph Bakshi ( Fritz the Cat) uit 1978 combineerde animatie met ‘rotoscopie’, waarbij stukken film met levende acteurs waren aangebracht op animatiepapier. Om het met de woorden van een Tolkien-personage te zeggen: ‘Het is een zeer kwade herinnering.’ Zelfs de meest sceptische fans geloven niet dat Peter Jackson, de regisseur van de langspeelfilm van New Line, het er slechter kan afbrengen. Noch meent iemand dat het ontslag van de directeur van New Line, Michael De Luca, de productie op de een of andere manier heeft beïnvloed.

Geruchten, spionnen in Nieuw-Zeeland (thuis van Jackson en tevens de locatie voor de film) en vooral het geflirt van New Line met de harde kern van de Tolkienfans op het internet zorgen ervoor dat de buitenwereld af en toe hints krijgt over wat Jackson, regisseur van onder andere Heavenly Creatures en The Frighteners, met hun geliefde epos aan het uitspoken is. (In minder dan een week werd de officiële website www.lordoftherings.net 62 miljoen keer bezocht) Van één ding zijn ze zeker. Het was de juiste beslissing om de drie delen over drie films te spreiden.

De kostprijs? De producers willen alleen kwijt dat het budget van 260 miljoen dollar (300 miljoen euro) ‘verhoogd’ werd. Het eerste deel, The Fellowship of the Ring, komt eind dit jaar wereldwijd in de bioscoop, voor de volgende delen, The Two Towers en The Return of the King is het wachten tot 2002 en 2003. De spanning wordt er dus een tijdje ingehouden, als je niet weet dat alles uiteindelijk toch goed afloopt. Toen de trailer uitkwam en de eerste glimp van de personages en de kostuums kon worden opgevangen, stelden de meeste fans hun oordeel nog even uit. Via e-mail wilde een zekere Mr. Onderheuvel (een schuilnaam voor Frodo Balings, het hoofdpersonage, vertolkt door Elijah Wood) duidelijk vermijden dat dit artikel zou laten uitschijnen dat de Tolkien-fanatici de film barslecht vinden en dat ze Peter Jackson zouden willen kruisigen. ‘Velen onder ons kunnen amper wachten tot de films uitkomen – en ik ben er zeker van dat er evenveel nu al beslist hebben dat ze waardeloos zullen zijn.’ We kunnen natuurlijk niet garanderen dat deze Mr. Onderheuvel niet Peter Jackson zelf is.

In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, zal The Lord of the Rings niet echt wedijveren met die andere verfilming van een Britse fantasy-roman, Harry Potter and the Sorcerer’s Stone, die rond dezelfde tijd in de zalen komt. Beide films zullen een stormloop naar de kassa veroorzaken: mensen die naar de ene gaan kijken, zullen ook de andere zien. Het magische universum van J.K. Rowling is grappiger, eigentijdser en minder primair dan de Midden-aarde van Tolkien, die de ruige landschappen van de Finse en Noorse saga’s combineert met de groene grasvelden uit de Arthuriaanse romantiek en de knusse dorpjes van het Engeland van voor de industriële revolutie. De personages van Tolkien hebben een diepgang, die de goede of de boosaardige cartoonfiguren van Rowling nooit proberen te bereiken. Tolkiens sub-Shakespeariaanse grandeur is onweerstaanbaar, tenminste als je je gevoel voor ironie even aan de kant zet.

Tolkien schreef de trilogie tussen 1937 en 1949, maar het boek werd pas in het midden van de jaren ’60 een bestseller, toen het aangeprezen werd door de aanhangers van de Engelse dichter W.H. Auden. De aantrekkingkracht ligt gedeeltelijk in het respect voor het natuurlijke en het organische: de slechteriken hakken bomen om en vervuilen de planeet met datgene wat William Blake (die enkele van zijn mythische wezens orks noemt) ‘donkere satanische molens’ noemde. Meestal zijn de mensen er echter dol op – de verkoop is de voorbije drie jaren telkens verdubbeld – vanwege de schaamteloze heroïek en de zeer sterke geloofwaardigheid. Midden-aarde dateert al van 1915, toen Tolkien zich als student – die later specialist ‘Middeleeuwen’ werd in Oxford – amuseerde met het uitvinden van een taal, gebaseerd op het Fins. Daarna volgden andere talen, verhalen om hun oorsprong te verklaren, volkeren om die verhalen te beleven en nauwkeurig in kaart gebrachte landschappen om die volkeren te herbergen.

Sommige aspecten van de trilogie hebben de tand des tijds minder goed doorstaan : de dienaars van de Vijand zijn doorgaans donker of zwart, en de puurheid van bloed en afstamming bepalen iets te vaak de karaktereigenschappen van de personages. Tolkien is bekritiseerd omdat hij geen vrouwen toeliet in zijn wereld, maar die discriminatie is minder groot dan men op het eerste gezicht zou denken: de aardige maar tevens vastberaden elfenkoningin Galadriel (Cate Blanchett in de filmversie) bezit één van de goede Ringen, en de Vrouwe Eowyn van Rohan (Miranda Otto) kleedt zich zowaar als een man en hanteert zelfs het zwaard in een cruciaal gevecht. Arwen Avondster (Liv Tyler), die in het boek niets anders doet dan wachten op Koning Aragorn (Viggo Mortensen) om hem te huwen, zal (nogmaals, naar het schijnt) het zwaard opnemen tegen de enge Ringschimmen.

Als de Tolkienisten al ontstemd zijn door de politieke correctheid van Arwen, valt dat in ieder geval niet echt op. En hoewel ze het helemaal niet graag horen dat de mysterieuze, opdringerig vrolijke woudbewoner Tom Bombadil geschrapt is, geven ze toe dat Tom eigenlijk een zijsprongetje is in de oorspronkelijke plot. De slechte tovenaar Saruman (Christopher Lee) sterft op een andere manier dan in het boek en de ontsteltenis bij de fans is nog groter vanwege een foto, die via het internet verspreid is, waarop de goede tovenaar Gandalf (Ian McKellen) op een wiel met spijkers gespietst ligt. Van zoiets is al helemaal geen sprake in het boek.

Tot nu toe lijkt de strategie van New Line om – in tegenstelling tot de bijna paranoïde geheimhouding van LucasFilms bij de Star Wars-reeks – af en toe wat nieuws te lekken naar het doelpubliek nogal wat ontevredenheid op te wekken. Maar de liefhebbers van Tolkien – de oude heer noemde ze zijn ‘betreurenswaardige cultus’– kunnen ook ernstige mensen zijn. Tolkiens zoon Christopher houdt bij hem thuis in Frankrijk een everzwijn in de tuin om ze af te houden en als hij naar Engeland reist, doet hij dat onder een valse naam (waarschijnlijk niet Mr. Onderheuvel).

Dat brengt ons terug bij onze man Eric hier, die net uit de bioscoop buitenkomt na precies één minuut en zesenveertig seconden. Daarvoor betaalde hij negenenhalf dollar (11 euro) en bracht hij de nacht door op een tapijt dat naar popcorn ruikt. Een aantal anderen, die zichzelf omschrijven als ‘freelance filmmakers’ en ‘onafhankelijke entertainment-specialisten’, vonden de acteurs (onder wie ook Sean Bean als Boromir, Ian Holm als Bilbo, Orlando Bloom als Legolas, John Rhys-Davies als Gimli) goed gekozen. (‘Ik vreesde een beetje voor Elijah Wood, maar zelfs hij komt geloofwaardig over.’) Ze vinden wel dat de trailer op verhalend vlak ontgoochelde (‘de magie beklijfde daardoor niet echt’) en dat die van The Phantom Menace beter was. Eric daarentegen bevindt nog steeds in Midden-aarde: ‘Die orks waren gewoon niet te doen, man’.

Copyright Newsweek. Vertaling: Gerry Meeuwssen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content