In zijn stripreeks ‘Dallas Barr’ voorspelde hij de aanslagen van 11 september 2001 twee jaar voor datum. Nu hij de reeks afsluit, kijkt Marvano nog even in zijn glazen bol. ‘Hoe groot is het verschil tussen een chimpansee en een mens? Twee komma zoveel procent? Blijf daar in de toekomst toch met je poten af!’

laming Mark Van Oppen (52) maakt met zijn internationale pseudoniem Marvano al zijn hele carrière intelligente volwassenenstrips voor Franstalige uitgevers – net zoals William Vance van XIII, die binnenkort de Bronzen Adhemar in ontvangst mag nemen. Marvano kreeg die onderscheiding vier jaar geleden al. ‘Ik had ze veel liever nu gewonnen. Ik ben de laatste die er godverdomme geen geld voor gekregen heeft.’ (lacht) Zulke boude uitspraken zijn Marvano ten voeten uit. De eerste scheldfax die ik ooit naar aanleiding van een recensie mocht ontvangen, kwam van hem. En na een interview waarin hij XIII van William Vance had vergeleken met een citroen die uitgeperst werd, kreeg hij een telefoontje van zijn toenmalige publicist, met de vraag of hij nog aan een uitgever dacht te raken na zulke domme uitlatingen.

De Marvano die nu voor me zit, schopt minder wild om zich heen. De ijsbeer is een teddybeer geworden – wie had dat ooit durven denken!? Hij heeft er ook wel een paar gegronde redenen voor. Hij voelt zich duidelijk goed bij zijn huidige uitgeverij – die hij dus tóch nog gevonden heeft – én hij heeft zijn stripreeks Dallas Barr succesvol tot een einde gebracht.

Dallas Barr maakte hij samen met de Amerikaanse science- fictionschrijver Joe Haldeman, wiens naam onlosmakelijk verbonden is met Marvano’s carrière. Zijn debuut De eeuwige oorlog – ondertussen een onvervalste stripklassieker – was een verstripping van een boek van Haldeman. Marvano en Haldeman raakten intussen dik bevriend. ‘We zijn als broers voor elkaar. Die verstandhouding is vreemd, want Joe is toch een tiental jaar ouder en we hebben een heel andere achtergrond. Ik wens niemand toe wat Joe allemaal heeft meegemaakt ( in Vietnam met name, nvdr). Die ervaringen maken het ook al niet makkelijker om een hechte band te hebben. En toch is het zo.’

Dallas Barr is gebaseerd op Haldemans roman Buying Time (1989). Daarin beschrijft hij een nabije toekomst waarin een wetenschapper, Julius Stileman, een behandeling heeft ontwikkeld om mensen zó op te lappen dat ze tien jaar langer kunnen leven. Helaas: de behandeling kost handenvol geld, en is dus alleen geschikt voor de superrijken. Zij moeten er bovendien om de tien jaar hun hele bezit aan opofferen. In de strip maken Marvano en Haldeman van de gevolgen van die levensverlengende uitvinding een avonturenverhaal. Zo duikt er in het vijfde album, Anna van de 1000 dagen, een vrouw op die er ouder uitziet dan hoofdpersonage Dallas Barr, maar beweert dat ze zijn dochter is. Het zevende album sluit de reeks, die in 1996 van start ging, nu definitief af. Het imperium van Stileman wordt ten gronde gericht, en Dallas Barr zoekt nieuwe horizonten op. Het personage Garibaldi dat een einde maakt aan de macht van Stileman, lijkt uiterlijk verdacht veel op Marvano. Is de auteur zelf in zijn verhaal gekropen om het te saboteren?

Marvano: Toch niet. Voor ons part had de reeks gerust nog verder mogen gaan. Dat ze nu stopt, is een gevolg van de overname van de reeks. Dupuis heeft ze be- eindigd toen ik bij Dargaud Een nieuw begin heb gepubliceerd – daar konden ze bepaald niet mee lachen. Uitgeefdirecteur Yves Sente van Le Lombard is me daarna komen vragen om de vijf gepubliceerde albums over te nemen. We moesten ons dan wel plooien naar het concept van de collectie Polyptiek: een eindig aantal albums. Als Le Lombard met zo’n aanbod komt, stel je niet al te veel eisen. Nu, ik was op dat moment sowieso geen vragende partij om de reeks verder uit te rekken. Ik was toen al bezig met de boeken die ik nu voorbereid, twee albums die samen met mijn strip De zeven dwergen een triptiek zullen vormen. Dat Garibaldi op mij lijkt heeft een louter praktische reden: ik hoefde maar in de spiegel te kijken om hem te tekenen.

In ‘Dallas Barr’ hebben jullie op een lichte manier ethische vraagstukken aangesneden. Zijn er albums van de reeks die je nauwer aan het hart liggen vanwege het thema?

Marvano: Nee, alle zeven afleveringen liggen me even nauw aan het hart. Eigenlijk snijden we in Dallas maar één thema aan. En dat thema zit in al mijn boeken: (plechtig) de dingen en de tijd die voorbijgaat.

Als je het zo algemeen formuleert, is waarschijnlijk de hele wereldliteratuur tot dat thema te herleiden.

Marvano: Dat is waar! Er is die beruchte theorie dat elk verhaal eigenlijk te herleiden is tot zeven oerverhalen: Romeo en Julia, de Wandelende Jood, enzoverder. In de jaren negentig heeft een of andere koddig- aard die oerthema’s eens toegepast op de Amerikaanse films van na WO II. Hij heeft één film gevonden die al die zeven thema’s bevatte, en dat was Casablanca, uit 1942. Geen wonder dat die film de tand des tijds zal blijven doorstaan. Ik heb het er ook al met Joe over gehad. Hij zegt dan: ‘Ja, maar je kunt evengoed de hele wereldliteratuur reduceren tot niet één maar drie thema’s: de strijd van de mens met zichzelf, met zijn omgeving en met andere mensen.’ Het leuke aan sciencefiction is dat je een aantal huidige toestanden kunt overdrijven, en zo de mensen een spiegel kan voorhouden.

Een aantal thema’s uit ‘Dallas Barr’ zijn nu veel duidelijker in de maatschappij aanwezig dan toen de reeks startte – denk maar aan plastische chirurgie en terroristische dreiging.

Marvano: Wat dat betreft vind ik Dallas Barr4 de leukste. Daarin komt een beeld voor van een aanslag op een wolkenkrabber in New York. Dat was zijn tijd enkele jaren vooruit. Ik had in de tekst geschreven dat er meer dan 400 slachtoffers waren, en bij Dupuis vonden ze toen dat ik toch aan het overdrijven was. Achteraf gezien was dat wel een mooi moment.

Hoezo, ‘mooi’?

Marvano: Ach, het zat er gewoon aan te komen, maar niemand wou het zien. Ik wel, dus. Zal er ooit een terroristische aanslag met een kernwapen gebeuren? Ja, natuurlijk. Ik weet niet of het morgen of over honderd jaar zal gebeuren, maar het is zeker dat het zal gebeuren. In de jaren tachtig maakte Joe deel uit van een think tank van het Amerikaanse leger. Zijn taak was om allerlei doemscenario’s te verzinnen. Hij had toen al gezegd: New York is een heel grote stad, met drie of vier internationale luchthavens in de omgeving. Als een of andere lolligaard een klein vliegtuigje vol springstof steekt en het laat crashen op bijvoorbeeld het Witte Huis, dan heb je een probleem. Een gepensioneerde SAS-kolonel heeft ook ooit gezegd dat passagiersvliegtuigen geleide projectielen worden als de verkeerde aan het stuur zit. Neem die twee voorspellingen samen en zie wat er gebeurd is in 2001. It’s no rocket science, je ziet de dingen aankomen. Maar ik ben daarom nog niet tevreden als het ook echt gebeurt.

Je vindt het blijkbaar wel een belangrijke scène, want ze zat ook al in je overzichtstentoonstelling in Turnhout vier jaar geleden.

Marvano: Natuurlijk, dat moest, de gelijkenis is zó treffend. Het zijn exact dezelfde beelden als wat je in de werkelijkheid zag in NY. Genetische manipulatie is nog zo’n ramp die je ziet aankomen. Hoe groot is het verschil tussen een chimpansee en een mens? Twee komma zoveel procent? Blijf daar toch met je poten af! Als je dat niet doet, dan zijn de nare gevolgen voorspelbaar. Misschien niet meer tijdens ons leven, maar wel over enkele generaties. Je kunt niet zomaar alles ongestraft doen.

Ergens in ‘Dallas Barr’ zegt een personage dat de ethiek geen gelijke tred houdt met de wetenschappelijke mogelijkheden.

Marvano: Zeker nu niet, omdat de wetenschap zovéél mogelijkheden heeft. Als iemand ontdekt dat ze blauwe tomaten kunnen maken, dan zullen ze blauwe tomaten maken. Ook als niemand blauwe tomaten heeft gevraagd. Gewoon om het eens te proberen. Dat vind ik zo ergerlijk en schadelijk: er wordt niet nagedacht over eventuele gevolgen. Maar achteraf staat iedereen te jammeren dat er geen rode tomaten meer te krijgen zijn. De mensheid in zijn geheel – niet elk godvergeten individu – is een bende lemmingen geworden die zich ergens naartoe haasten, zonder precies te weten wáár naartoe. Dat vind ik dom. Die kritiek zit ook in andere van mijn boeken. Het gedoe met klonen komt bijvoorbeeld voor in De eeuwige oorlog.

Ook het gegeven van enkele slimmere eenzaten die van op de zijlijn de maatschappij ten onder zien gaan, komt vaak voor. Ben je een zelfvoldaan pessimist?

Marvano: Eigenlijk wel ja. (lacht) Ik ga er niet van uit dat de mensheid gedoemd is om ten onder te gaan, maar ik vind wel dat de mensen iets meer verantwoordelijkheid aan de dag zouden mogen leggen.

In ‘Dallas Barr’ is het niet altijd duidelijk welke kant jullie met de wereld uit zouden willen. Ik merk sympathie voor Stileman, een verlicht despoot, maar anderzijds lees ik in de laatste albums dat het systeem-Stileman alleen een status-quo heeft bereikt: de wereld heeft 100 jaar stilgestaan. Dan denk ik: het is blijkbaar toch niet zo eenvoudig.

Marvano: Natuurlijk hebben we sympathie voor Stileman. De wereld heeft een Stileman nodig. Misschien geen verlicht despoot, maar iemand met guts en verantwoordelijk- heidszin. Waar zijn de Churchills van deze tijd? Waar zijn de Franklin D. Roosevelts? Misschien zijn ze er wel, maar ze zitten in elk geval niet op de juiste positie om iets voor de wereld te doen. Het is alsof we geregeerd worden door een bende oenen.

Idealiseren we de politici van vroeger niet? Leefden die niet gewoon in een veel minder complexe wereld?

Marvano: Dat is ook waar. Plus: op momenten in hun leven waren dat ook oenen, maar door omstandigheden groeiden ze uit tot iets anders dan een oen. Dat zie ik met de wereldleiders van nu niet gebeuren. Neem de kleine Bush. Of om een minder karikaturaal voorbeeld te nemen: Tony Blair. Daarmee kun je toch niet onder de mensen komen. Je ziet ook niemand aanschuiven die wél iets voorstelt.

Ik heb het gevoel dat de ondertoon in de reeks zich gaandeweg ontwikkelt van sarcastisch en despotisch naar romantisch en democratisch. Klopt dat?

Marvano:(lachje) Voor een deel was dat ook de bedoeling. We beginnen met een situatie waarin Stileman God lijkt. Maar geleidelijk aan blijkt dat hij dat helemaal niét is. Hij is kwetsbaar – hij zegt het zelf in een van de albums: ‘Om mij ten val te brengen, heb je niet veel nodig. Je mag niet geïnteresseerd zijn in mijn koopwaar en oké, je moet de middelen hebben. Gelukkig zijn er veel machtige mensen die wel geïnteresseerd zijn in mijn koopwaar. ‘ Dat is een soort allegorie voor het dagelijkse leven. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop echtscheidingen worden uitgevochten. Wie is er altijd de pineut? Wie zich iets aantrekt van de kinderen. Of dat een man is of een vrouw, dat maakt niks uit. Als je ergens aan gehecht bent, al is het aan een BMW, dan ben je kwetsbaar. De ontwikkeling van Stileman was ook gepland. Hij moest zich ontwikkelen van God naar… nog iets beters dan God eigenlijk, want hij probeert de wereld te sturen in een richting waarvan hij denkt dat het de juiste is. En op veel vlakken blijkt dat ook een goede richting te zijn. Niet op alle vlakken, maar dat is onmogelijk. We proberen altijd de mensen aan het denken te zetten. Zomaar een leuk verhaaltje vertellen, volstaat niet voor ons.

Het valt op dat je vaak gebruik maakt van complimenten van collega’s. Op ‘Sarabande’ bijvoorbeeld plakt een reclamesticker met een aanbeveling van Moebius. Maar ook met uitspraken van Van Hamme of Delporte pak je wel eens uit. Zijn die complimenten belangrijk voor je?

Marvano: Ze doen deugd. En ze zijn belangrijk omdat je er moed uit haalt.

Heb je die erkenning nodig? Tenslotte verkoop je geen half miljoen boeken.

Marvano: Ik vermoed van wel. Als je daar belang aan hecht, wat ik ook wel doe, dan zal dat uit frustratie over beperkte verkoop zijn. (glimlach) Ik heb ooit lang geleden Liberace (bekend Engels pianist en een extravagante koning van de kitsch, nvdr) in een tv-show gezien. Een criticus pakte hem aan omdat hij zijn muziek kitsch vond. Hij vroeg Liberace hoe hij daarmee kon leven. Waarop die hem van top tot teen bekeek en zei: ‘Boohoo, I’m crying all the way to the bank.’In The Simpsons zit ook zo’n fragment waarin Rainier Wolfcastle wordt geïnterviewd over zijn laatste film, die heel slecht is. De journalist vraagt : ‘How do you sleep at night?’ Waarop Wolfcastle antwoordt: ‘On a big pile of money with many beautiful women.’ Dat is het zo’n beetje natuurlijk. (lacht) Als je dat niet kunt, dan moet je het met goede kritiek doen. Een gebrek moet gecompenseerd worden. Je moet toch van iemand horen dat je goed bezig bent.

Door Gert Meesters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content