Anton Corbijn gaf, naast U2 en Metallica, ook Depeche Mode een sterk imago. Met de groep rond Dave Gahan houdt de Nederlandse fotograaf er een heel speciale relatie op na. ‘Ik wil keer op keer bewijzen dat ik de juiste man voor hen ben.’ Een exclusief interview naar aanleiding van de release van de live-dvd ‘One Night In Paris’.

Door Peter Van Dyck

Depeche Mode – ‘One Night In Paris’ (Mute).

Anton Corbijn en Depeche Mode, ze hebben wat, samen. Corbijn was niet alleen de regisseur van One Night In Paris, hij was ook verantwoordelijk voor de vormgeving van de geregistreerde Exciter show. Het was al de derde keer dat de Nederlander als s tagedesigner voor Depeche Mode werkte. De visuele basisideeën komen daarbij telkens van hem, al heeft de groep wel zijn inbreng bij de uitwerking. Voor de Exciter Tour van vorig jaar zaten Depeche Mode en Corbijn snel op dezelfde lijn: het moest een vrij eenvoudige show worden. Met slechts hier en daar ‘een jungle van lichten’.

‘Toen ik Depeche Mode in ’86 voor het eerst live zag, had het iets futuristisch. Toen waren ze ook nog een echte synthesizerband. Nu veeleer een rockgroep.’

Uit de vorige tournee sprak al een sterk groepsgevoel. Vroeger verstopte de rest zich achter frontman Dave Gahan. ‘Dat creëerde een afstand tussen ons en Dave’, beseft muzikaal brein Martin Gore.

‘Wat ik met deze dvd absoluut wilde tonen, is de energie tussen Martin en Dave’, legt Corbijn uit. ‘Die twee hebben echt wel iets samen op het podium, en met deze film heb ik dat echt zichtbaar willen maken.’

Gore treedt tegenwoordig veel meer op de voorgrond. Hij geeft toe zich nu eindelijk comfortabel te voelen op het podium. ‘Met de jaren heb ik leren genieten van het performen.’

Je ziet in One Night In Paris een haast onvermoeibare Gahan, parmantig bewegend en met zijn microfoonstandaard zwierend, als zong hij bij AC/DC. Corbijn vindt dat de zanger, die enkele jaren geleden afkickte van een heroïneverslaving, energieker is dan ooit. ‘Hij was de enige die er op het einde van de tournee beter uitzag dan in het begin. Het is ongelooflijk, als je weet van hoe ver hij komt. Tijdens de Devotional-tournee was hij er beroerd aan toe. Nu leeft hij heel gedisciplineerd. Na elk optreden gaat hij meteen naar zijn hotelkamer. Hij wil niet meer in die val trappen van veel alcohol en drugs.’

De tournee van vorig jaar was een heel bijzondere, oordeelt Corbijn. De groep leek herboren. ‘Door de situatie met Dave is er even overwogen om niet langer te toeren. Wat ook speelt: Depeche Mode is niet meer dat groepje van die jongetjes uit Basildon. Ze wonen verspreid: de ene in Londen, de anderen respectievelijk aan de oost- en de westkust van de VS. De organisatie wordt moeilijker. Voor het geld hoeven ze het ook niet meer te doen. De motivatie is anders. Als ze zich nu nog aan een tournee wagen, willen ze er helemaal voor gaan. Dat voelde je dan ook op de Exciter Tour.

De set is mooi opgebouwd. Het begin van het concert is heel rustig en sober. Het groeit naar een eerste, kippenvel bezorgende climax toe via Waiting For The Night, samen met Freelove en It’s No Good een van de songs waaraan de zwarte achtergrondzangeressen Georgia Lewis en Jordan Bailey een forse scheut soul toevoegen. Vanaf dat moment spelen de achter de groep op een groot scherm geprojecteerde visuals een belangrijke rol in de sfeerschepping.

Voor It’s No Good draaide Corbijn een filmpje met de drie vaste groepsleden als hoofdrolspelers. ‘De video heeft niets te maken met wat er op het podium gebeurt. Je kunt dus eigenlijk op twee niveaus naar Dave, Martin en Andy kijken. Het is bijna alsof ik de band een beetje sar. Want heel wat mensen zijn tijdens dat nummer geneigd om eerder naar de filmbeelden dan naar het toneel zelf te kijken. It’s No Good is evenwel de enige visual waarmee ik een verhaal wilde vertellen. Alle andere beelden dienen louter om de songs wat kleur te geven.’

Tijdens In Your Room prijkt achter Depeche Mode een reuzenaquarium. Eén haai en twee goudvisjes zwemmen achter hun rug onafgebroken rondjes. ‘Iedereen zit natuurlijk te wachten tot de haai die goudvissen opeet. Tevergeefs’, lacht Corbijn.

‘De beweging van die vissen vond ik echt betoverend”, vertelt Gore. ‘Ik kreeg er maar niet genoeg van. Ik moest er tijdens dat nummer op letten dat ik niet constant naar het doek stond te kijken. Want dat kon wel eens overkomen als weinig respectvol.’ ( lacht)

Depeche Mode is de enige groep waarvoor Corbijn langspeelvideo’s heeft geproduceerd. Dat zegt veel over hun aparte relatie. Andy Fletcher noemt hem ‘bijna een groepslid’. Corbijn: ‘Met U2 werk ik langer, al zo’n twintig jaar, maar met Depeche Mode gaat het veel breder en dieper. Op een gegeven moment nam ik voor hen alle visuele taken op mij: van persfoto’s, hoezen en videoclips over de aankleding van het podium tot de merchandising. Ik mag toch wel zeggen dat ik voor hen van groot belang ben geweest. Als je naar hun video’s kijkt vóór ik erbij betrokken raakte: dat is een wereld van verschil. Ik ben hen ook dankbaar dat ze mij de mogelijkheid gaven om heel wat uit te proberen. Want eerlijk: ik wist zelf ook niet dat ik dat allemaal kon.’

‘Vóór Anton voor ons begon te werken, haatten wij video’s’, zegt Gore. ‘Clips draaien, was een ware verschrikking voor ons.’

‘Zij waren in die tijd lui op dat vlak’, herinnert Corbijn zich. ‘Waarom het zo goed klikt? Precies omdat ze mij destijds die vrijheid gaven. Ik wilde keer op keer bewijzen dat ik de juiste man voor hen was. Ik geloof heel erg in de kracht van relaties. Als je een solide relatie hebt opgebouwd, kan je veel meer realiseren. Neem nu U2: ik mag altijd met voorstellen afkomen, ze geven die altijd een kans.’

Brian Eno eerde in het fotoboek Star Trak het relativeringsvermogen van Corbijn. Wat hij zeker tot de beeldtaal van Depeche Mode heeft bijgedragen, is gevoel voor humor. ‘Dat is overigens opmerkelijk: in mijn clips heeft altijd meer humor gezeten dan in mijn foto’s.’

Hij draaide in ’83 zijn eerste clip: Beatbox voor Art Of Noise. ‘Zo logisch was die overstap niet. Nu mag dat misschien een trend zijn, maar toen deed geen enkele fotograaf dat. Ik had altijd heel intuïtief gewerkt en plots, met die clips, moest ik op voorhand een concreet idee verzinnen. Dat was een aanpassing. In het begin ging het heel moeizaam, vooral ook omdat ik toen uit budgettaire noodzaak zelf achter de camera moest staan.’

Hoewel hij intussen heel wat zijpaadjes heeft bewandeld, blijft hij toch nog altijd voldoening vinden in de job waarmee het allemaal begonnen is: de portretfotografie. ‘Ik vind dat heel mooi: iemand ontmoeten en dan foto’s nemen. Dat is voor mij de essentie: mensen ontmoeten. De eenvoud van die portretten spreekt me nog steeds aan. Sommige van mijn beroemdste foto’s zijn in vijf minuten gemaakt. Dat zijn dan toch wel heel goed bestede vijf minuten geweest. ( lacht) Met video’s ben je dagen of zelfs weken zoet. En toch blijven foto’s vaak langer bij.’

Corbijn noemt zichzelf veeleer verlegen. Heeft hij zich nooit geïntimideerd gevoeld als hij plots oog in oog stond met een ster? ‘Vroeger had ik daar wel last van, maar de camera heeft mij daar overheen geholpen. Die camera was een mooi excuus om met mensen in contact te komen. Langzamerhand, met het succes, is mijn zelfvertrouwen toegenomen.’

Door zijn reputatie krijgt hij wel eens het verzoek van een groep zoals Metallica om voor hen een nieuw imago te bedenken. Eigenlijk heeft hij veel macht. ‘Dat merkte ik na mijn werk voor Achtung Baby van U2. Dat betekende een hele ommezwaai voor die groep. Daarom kwam Metallica bij mij aankloppen. Zij wilden ook van imago veranderen. Ik zegde toe, op voorwaarde dat ze risico’s wilden nemen. Ik wilde ze niet in lang haar en T-shirts fotograferen: zo had ik ze al genoeg gezien.’

Als huisfotograaf zit je in de unieke positie dat je de verborgen kanten van je opdrachtgevers leert kennen. Zo ontdekte Corbijn dat Lars Ulrich, drummer bij Metallica, een groot kunstverzamelaar is. ‘Je vooroordelen verdwijnen vaak als sneeuw voor de zon.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content