Op 16 augustus is Elvis Presley 25 jaar dood. Dat hij desondanks nog steeds voortleeft in de harten van miljoenen, is haast een axioma geworden. Elvis is een mythe, een icoon, een legende. Zelfs degenen die niet echt weten waarom, doen mee aan de eeuwige hype.

Door Peter De Potter

Wat betekent Elvis Presley voor mijn generatie? Weinig, want onze erfenis is haast Elvis-loos. Mijn leeftijdgenoten en ik hadden tijdens onze apenjaren geen weet van Elvis Presley in de hitparade of in de cinemazalen. Zijn poster hing niet tegen onze slaapkamermuur en zijn vestim(‘²entair voorbeeld volgden we al helemaal niet. In 1977 was ik 7 jaar oud en mijn kennis van de popgeschiedenis reikte niet verder dan ABBA, de Hollandse meisjesgroep Luv’ en het sprekende tekenfilmkuiken Calimero. De dag dat Elvis stierf, die staat me wel nog bij. Ik bezocht wel eens een tante, de enige uit mijn familie die net als ik grammofoonplaten kocht, en het is vooral haar reactie op het nieuws die nog in mijn geheugen gegrift staat. Ze huilde net niet, sprak van ‘miljoenen’ mensen die in Amerika aan het rouwen waren geslagen en beweerde dat ongeveer even veel mensen naar de plaats van zijn heengaan waren getrokken. De beelden op de televisie, nog geheel in zwart-wit, zetten haar jammerende woorden kracht bij. Het leek me heel sinister, die massa opgeschrikte mensen in gepaste zwarte kleren, ook al omdat ik toen nog in de waan verkeerde dat in Amerika enkel indianen leefden. Ik herinner me ook nog dat mijn tante heel stil zei dat het weliswaar verschrikkelijk nieuws was maar dat ze het nog erger had gevonden als ‘haar’ Will Tura er in de plaats van Elvis het bijltje bij had neergelegd.

Wie Elvis was, daar kwam ik pas veel later achter. Zijn beeltenis bleef maar opduiken, in muziekbladen, in modetijdschriften, in documentaires, in weekendfilms. De generatie die er na mij is bijgekomen, ontsnapt ook niet aan The King. Nu staat hij weer in de hitparade, met een remix van zijn A Little Less Conversation, gemaakt door de Nederlandse DJ Junkie XL. Dat het bijdetijds opgefokte deuntje de megaverkoop vooral aan voetbal te danken heeft – Nike gebruikte het nummer als soundtrack voor de aan het WK gelinkte reclamefilmpjes – is niet eens zo belangrijk, toch niet volgens rabiate Elvis-fans. In de meest recente clip van Eminem, de beroemdste rapper van het moment, duikt Presley ook al op, zij het in de vorm van een imitator. In die video is een Elvis te zien die op het toilet zit en alles nalaat wat bij dat ritueel hoort, behalve doorspoelen. Ja, de tijden veranderen.

Je kan niet echt cynisch doen over het feit dat Presley nog steeds zo in leven wordt gehouden. Zijn populariteit wordt immers niet enkel door een slimme platenmaatschappij aangewakkerd en het zijn evenmin zijn erfgenamen die elk jaar dwingend op een herdenking aandringen. Neen, dat Elvis een icoon is geworden, heeft hij aan zichzelf te danken en aan zijn bij leven en werken al mythische levensloop. Elvis Presley werd indertijd beroemd zonder dat iemand daartoe de toestemming had gegeven en hij verwierf de status van heilige zonder uitdrukkelijke zegen van Daarboven. Zoiets vergeet Amerika, en bijgevolg de rest van de wereld, niet. Het is geen publiek geheim dat Presley allesbehalve een intellectueel was en bovendien stamde hij uit een uiterst arme familie uit Tupelo, Mississippi. Maar hij wou in iets uitmunten en het liefst in zingen zoals zijn blues- en gospelhelden dat konden. Dus creëerde hij Elvis Presley, superster, seksgod, wilde weldoener, zonder in den beginne te weten wat die termen inhielden. Eigenlijk wilde hij het liefst zijn mama trots maken en veel geld verdienen: als je die twee dingen bereikte, dan had je iets betekend in het leven. Hij had zijn uiterlijk mee, dat moet gezegd. Nu vinden we het wat overdreven als geschiedschrijvers poneren dat zijn heupwiegen en bekkenschokken een seksuele revolutie in gang zetten. Hoewel: filmbeelden van een jonge, in extase dansende Elvis zijn nog steeds stuitend, omdat hij heel duidelijk maakte met welk doel hij zijn onderlichaam het liefst gebruikte, of zou willen gebruiken. We geloven de bij dat soort fragmenten obligate voice-over op zijn woord als die zegt dat ‘zoiets voor die tijd ongehoord was’.

Toch hield iedereen zonder bijbedoelingen van Elvis omdat hij ondanks zijn latere buitenproportionele verwezenlijkheden een gewone jongen bleef. Hij ging het leger in, net zoals elke andere Amerikaanse knaap, en met zijn eerste cheque kocht hij een auto. Hij richtte een huis in voor zijn gezin en at het liefst cheeseburgers. Hoe rijker hij werd, hoe meer hij dat liet zien – zo kon iedereen meegenieten en samen met hem dromen van nog meer dollars. Dat de kranten berichtten dat hij ook daadwerkelijk het ene na het andere dure cadeau (een bolide, een huis) aan zijn vrienden en andere have-nots schonk, ontroerde iedereen, zelfs degenen die van zijn muziek wegrenden. Elvis Presley was van en voor het volk en had dus dezelfde wensen én tekortkomingen. Presley was een van de eerste beroemdheden die een volstrekt publiekelijk leven leidden – vooral omdat hij dat zelf wou – en dus toonde hij dat the American Dream wel degelijk kon uitkomen. Elvis verhief zich nooit boven zijn medemensen – iedereen associeert hem nog steeds met de bloemenkransen en sjaaltjes die hij tijdens optredens rond de hals van zijn fans hing. Met elke stijgende platenverkoop versierde hij zichzelf met nog meer goud en met glimstenen bezette kostuums, ornamenten die symbool stonden voor dank u wel. Presley gaf alles wat hij in zich had, dat herhaalde hij voortdurend in interviews. Dus als hij naar adem hapte om die ene lang aangehouden noot nog langer en zuiverder dan tevoren uit te zingen, dan zag niemand daar aanstellerij in, wel gulheid, overwinning zelfs. Geen wonder dus dat telkens hij tijdens zijn langdurige carrière nog maar eens een comeback maakte, het volk een wonder verwachtte, zoals bij een boksmatch of een sporttoernooi waarbij alles tegen zit maar er uiteindelijk toch nog een goede afloop komt.

Elvis zorgde ook verrassingen, zij het niet om zijn aanhang te manipuleren. De grootste verrassing was dat zelfs hij op de ondergang kon afstevenen, door toedoen van drugs, minnaressen, vreetbuien, megalomanie en slechte vrienden en managers. Toen hij op 42-jarige leeftijd ongewild ten gevolge van een overdosis medicijnen stierf, was hij nauwelijks nog een schim van zijn vroegere, vitale zelf. Toch nam niemand hem zijn vroege dood kwalijk. Met gebogen hoofd realiseerde men zich dat zelfs goden niet onfeilbaar waren en dus nam men zich voor om hem tot het einde der tijden te vereren. Hij had immers nooit een vlieg kwaad gedaan en alles in dienst gesteld van zijn wereldwijd publiek. En zijn liedjes en films, die waren door de band genomen altijd de moeite waard geweest, niet?

Als toenmalige bewonderaars nu nog een brok in de keel krijgen bij het horen van krakers als Love Me Tender (1956), Are You Lonesome Tonight? (1960), Can’t Help Falling In Love (1961) of In The Ghetto (1969), dan komt dat door Presleys viriele stem en hijgend passionele vertolking maar nog meer door visioenen van wat niet heeft mogen zijn. Doordat Elvis’ sprookje niet met een happy end eindigde, willen zijn fans er voor zichzelf toch een mooi slot bij verzinnen en er tijdens dat helingproces zelf beter van worden. Daarom bestaan er nog steeds duizenden Elvis-imitators, van alle leeftijden, rassen, zelfs geslachten. De echte Presley heeft ze vele keuzes inzake looks nagelaten: sommigen kiezen voor de rockende Elvis-met-vetkuif, anderen voor de croonende Elvis-in-net-kostuum, maar de meesten gaan voluit voor de triomferende Elvis-in-Las Vegas, compleet in wit, tot halverwege de borst opengeritst broekpak, gouden kettingen, spiegelbril, zware bakkebaarden, vergulde microfoon en met koper beslagen ceintuur. De imitators krijgen ook vaak een ander platform dan een achterzaaltje of een podium van een playbackshow aangereikt. Onlangs maakte de Amerikaanse documentairefilmer John Paget de prent Almost Elvis, waarin hij tientallen nep-Elvissen opvoert. In een interview merkte hij op dat Elvis-imitators een verkeerd begrepen subgroep uitmaken. Ze weten volgens hem zelf ook wel dat ze nooit de status van de echte Elvis zullen bereiken maar hun liefde voor de zanger is zo enorm dat ze zelfs hun vege lijf in de strijd gooien om een zo groots mogelijk eresaluut voor hem te creëren. Pagets film onthult nog een ander fenomeen, dat van de Sideburn Chasers, vrouwelijke groupies die Presley-imitators achterna zitten, niet eens omdat ze, ook uit praktische redenen, alle hoop op vleselijk contact met de echte Elvis hebben laten varen.

Sommige imitators hebben het lef iets van hun eigen persoonlijkheid te laten doorschemeren in hun act. De meest amusante is nog steeds de Mexicaanse, in Los Angeles wonende El Vez, de Latino-kloon van een door testosteron en diamanten bezeten Presley. El Vez is Elvis-goes-Mexico, glitterpakken en brillantine gecombineerd met sombrero’s en een Chico-accent. Hij zingt nummers van Elvis waarin hij referenties naar andere popidolen én zijn afkomst verwerkt maar bovenal is El Vez zo camp als een roze geschilderde deur. Hij neemt platen op met veelzeggende titels als G.I. Ay! Ay! Blues en maakt van zijn optredens hitsige, hilarische revues. ‘Ik ben veel knapper dan de echte Elvis ooit was’, is zijn motto maar zijn imitatie is evenzeer pastiche als hommage. Iemand zou Helmut Lotti dringend het webadres van de overigens volstrekt homoseksuele El Vez moeten geven, wie weet wat er van komt.

Maar een ersatz -Elvis op elke hoek van elke straat in elk werelddeel is voor bepaalde fans nog steeds niet genoeg. Ze willen de echte Elvis, want die is toch niet echt dood. Hij laat zich alleen moeilijk lokaliseren. Al 25 jaar is ‘Elvis Is Still Alive’ een veelgebruikte kop op de voorplaat van roddelbladen en blijft het spotten van Elvis op de parking van een pompstation of achter een gordijn van een villa een internationale sporttak. De nog ergens in leven zijnde Presley houdt de massa evenzeer bezig als de berichten en typische foto’s van UFO’s en het mag dan ook geen wonder heten dat de twee fenomenen al vaker aan elkaar gelinkt zijn. In riooltijdschriftjes en op het internet krioelt het van beweringen, compleet met bewijsvoeringen, dat Elvis door buitenaardse wezens ontvoerd is of eigenlijk al van bij de geboorte een alien was, begiftigd met transformatiekrachten. Ze zouden de echte Presley veel plezier hebben gedaan, al die ko(s)mische scenario’s. Hij hield wel van een grapje (om zijn meest tranige nummers live te zingen, droeg hij soms een apenmasker, zo leert ons zijn biografie) maar nog meer was hij verzot op spirituele, pseudo-wetenschappelijke zelfhulpboeken. In een interview met TV Guide bekende Larry Geller, Presleys toenmalige paranormale goeroe en tegelijk zijn kapper, dat Elvis zoveel mediteerde en contact met de andere wereld had dat hij mensen door handoplegging kon genezen. Elvis zou ook een ontmoeting met Jezus Christus hebben gehad, want die laatste was aan hem verschenen tijdens een autorit door de woestijn van Arizona. Elvis was meteen het klooster ingegaan, ware het niet dat de toen lopende tournee nog moest worden afgewerkt.

Elvis Presley liet een reputatie achter maar ook twee vrouwen: een (ex-)echtgenote, Priscilla Presley, en een dochter, Lisa Marie Presley. Nadat ze in mei ’67 met The King was getrouwd, stal Priscilla meteen het hart van geheel Amerika door haar man precies negen maanden later een dochter te schenken. Zes jaar na dato scheidde ze van haar beroemde echtgenoot, omdat ze er niet was geslaagd zijn levensstijl (broodjes spek met pindakaas en jonge meisjes) te veranderen. Na de dood van Presley ontpopte ze zich wel tot een gewiekste zakenvrouw inzake Elvis-memorabilia en ging ze met succes aan de slag als actrice. De bewering dat ze dat vak niet helemaal beheerste, is subjectief: ze speelde vier jaar lang de rol van Jenna Wade in de waanzinnig populaire soapserie Dallas en later zwijmelde ze aan de zijde van Leslie Nielsen in de lach-of-ik-schiet-comedy The Naked Gun. In beide gevallen acteerde ze houterig en koel maar in een dusdanige mate dat haast niemand de grens tussen zelfspot en onkunde kon onderscheiden. Hetzelfde kan worden opgemerkt bij de levensloop van dochter Lisa Marie, want qua vreemde publiciteitstunts vindt die enkel haar gelijken bij haar ouders. De geruchten over boulimie, depressies en een nakende zangcarrière waren niets vergeleken met haar plotse huwelijk met Michael Jackson, in 1994. Als lid van de Scientology Church kwam ze Michael een handje toesteken om de roddels over zijn vermeend kindermisbruik te temperen maar zelf verklaarde ze in interviews dat het dikke mik was tussen hen en dat ze ‘een geweldig seksleven’ hadden. Ironisch of gelukkig genoeg bleef het huwelijk kinderloos en Lisa pakte zestien maanden later haar biezen, richting een fotoshoot voor het modehuis Versace en daarna de obscuriteit. Naar verluidt zou ze zich nu in een opnamestudio verschuilen, alwaar ze haar eerste langspeelplaat bijeenzingt.

Het valt af te wachten of ze zich met even schimmige figuren zal omringen als destijds haar vader. Waarschijnlijk wel, want dat is tegenwoordig de conditio sine qua non van de Amerikaanse entertainmentwereld. Het zou overigens overbodig zijn haar aan te raden het mediatieke voorbeeld van haar daddy te volgen, want sinds Elvis zichzelf tot icoon bombardeerde, heeft iedereen die het enigszins wil maken in de glitterindustrie zijn blauwdruk gefotokopieerd. Elvis (op aanraden van zijn legendarische, geldgeile manager Colonel Parker) was een van de eersten die begreep dat schijnwerpers dienen om er middenin te gaan staan, op ieder moment en op welke manier dan ook. Dus maakte hij – bij wijze van spreken dan – tijdens elk halfuurtje vrijaf een single, een elpee, een film. Het maakte weinig uit of op kwaliteit werd toegezien – fans wilden producten en producten kregen ze. Zelfs zijn allergrootste bewonderaars moeten toegeven dat Presley bij leven en zingen lak had aan eeuwigheidswaarde. Dat blijkt nu nog: wanneer de Elvis-story voor de miljoenste keer wordt naverteld, dan gaat het vaak in de laatste plaats over zijn songs en films. Wel wordt hij accuraat gecrediteerd als uitvinder van de overtreffende trap en dat is waarschijnlijk de echte reden waarom hij nog steeds zo wordt vereerd in de Westerse beschaving. Meer, groter, rijker, duurder: dat is de essentie van Elvis en die hebben we allemaal onthouden. En toch zeggen we nog steeds ‘die arme man’, uit medelijden met hem. Het hoeft dus niet te verwonderen dat Graceland, zijn zelfingerichte villa in Memphis die overloopt met luxe uit de jaren ’70, een bedevaartsoord én een symboolplaats is geworden. De duizenden toeristen die er ieder seizoen samentroepen, krijgen er zijn kingsize sofa en dito privé-jet te zien. Maar ook zijn graf, wat alles weer tot realistische proporties terugbrengt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content