Met ‘Far from Heaven’ en de aanstormende natuurrampfilm en visuele spijkerbom ‘The Day after Tomorrow’ staat acteur Dennis Quaid meer in de schijnwerpers dan ooit. Het is ooit anders geweest. Na succes en respect te hebben verworven in Hollywood eind jaren ’80, belandt hij in het zwartste gat. Alcohol- en cocaïneverslaving, verguisd door de filmwereld, zijn vrouw op iedere cover in de armen van, godbetert, Russell Crowe. De parabel van de barmhartige Samaritaan is nu eenmaal één van die boodschappen die Tinseltown nooit begrepen heeft. Door Earl Dittman

In ‘The Day after Tomorrow’ van Roland Emmerich speel je klimatoloog Jack Hall, die tijdens een universele klimaatsverschuiving miljoenen mensenlevens, maar vooral dat van zijn zoon, moet redden. Deed je iets speciaals voor de rol?

Dennis Quaid: De film eiste niet echt een intense voorbereiding, omdat de film de eigenlijke ster is van het project. Het is zo’n sciencefictionepos waar mijn aanwezigheid eerder toevallig is. ( lacht) Roland Emmerich is een groot regisseur. Het is niet mijn traditionele smaak, maar ik hield van Independence Day wegens de dolle rit waartoe de film het publiek uitnodigde. En The Day after Tomorrow zal een end of the world-film worden met erg veel actie. Hoe zou je zo een film naast je links kunnen laten liggen? En, geef toe, waarom zou ik ook research doen? De wereld lóópt op haar einde, niet? ( lacht)

Hoe verliepen de opnamen?

Quaid: Verschrikkelijk. De opnamen vonden plaats in Montréal tijdens een van de koudste winters ooit. Daar waren we dan, een film aan het maken over de volgende moordende ijstijd, en het was er altijd en overal verschrikkelijk koud. We konden er echt niet aan ontsnappen. Op den duur herkenden we enkel mensen aan de kleur van hun jas in plaats van aan hun gezicht. Wat de productie zelf betreft, ik heb in een aantal special effects-films meegespeeld, maar nog nooit in een van dit kaliber. We moesten het filmen overleven van een film over overleven. Als we op de ene set niet door een sneeuwstorm moesten, waren we op de andere waarschijnlijk aan het bevriezen door de immense stortvloeden, hagelstormen, overstromingen of orkanen. Terwijl je gekleed loopt in vier of vijf lagen kleren, blazen reusachtige windmachines valse sneeuwvlokken naar je toe tegen honderd twintig kilometer per uur. Dat vliegt dan allemaal in je mond, in je neus, en in je ogen, terwijl je maar probeert je ogen open te houden. Het was soms echt surreëel op de set. Na het zien van deze film word je geheid een fan van het weerbericht. Elke rampenfilm die je ooit hebt gezien, is vervat in dit non-stop globaal meteorologisch cataclysme.

Sinds ‘Far from Heaven’ uit 2002 ben je bekender dan ooit. Hoe voel je je nu?

Quaid: De laatste tien jaar heb ik vooral geprobeerd mijn carrière opnieuw op te bouwen. Na de behandeling tegen mijn cocaïneverslaving, stopte ik een aantal jaren met werken om de brokstukken van mijn leven samen te rapen. Het was geen lange periode, maar Hollywood heeft maar een kort geheugen. Hoewel men wist dat ik hulp had gezocht, was men blijkbaar vergeten dat ik heel wat filmtickets kon verkopen. Ik moest dus vechten om echt goede scripts te vinden. Daarom nam ik gewoon het beste van wat me aangeboden werd, zoals Wilder Napalm en Undercover Blues. Anderzijds waren er zoveel films waarin ik wilde meespelen, maar waarvoor men me gewoon over het hoofd zag. Dat was echt frustrerend. Het is dus echt leuk om weer terug te zijn. En het feit dat het de tweede keer is, maakt het allemaal nog veel mooier. Toen het succes vroeg in mijn carrière kwam, was ik niet in staat om ermee om te gaan. Ik liep zo met mijn hoofd in de wolken, dat ik nooit eens stil stond bij het succes en genoot van mijn beroep.

Wat herinner je je nog van je verslaving?

Quaid: Dat ik helemaal in het geniep leefde met mijn cocaïneverslaving, en het zelf niet besefte. Ik had een aantal zeer goede films gemaakt in de jaren tachtig, zoals The Right Stuff, The Big Easy en Great Balls of Fire. Tijdens mijn drugsverslaving dacht ik dat ik onzichtbaar was. Gelukkig kwam ik vlug tot het besef dat Hollywood niets te maken wilde hebben met screw-ups, en dat ze mijn grillen niet blijvend door de vingers gingen zien. En, meer dan wat anders, realiseerde ik me dat ik mijn privé-leven om zeep aan het helpen was. Ik was mijn vrouw aan het verliezen en mijn zoon Jack, twee van de meest belangrijke mensen in mijn leven. Ik wist dus dat ik iets drastisch moest doen vooraleer ik alles zou verliezen.

Was leven in de schaduw van Meg Ryan wel zo zorgeloos als je het altijd liet uitschijnen?

Quaid: Nadat ik uit het afkickcentrum ontslagen was, bracht ik meer dan tien jaar door op zoek naar goede rollen. Maar het was des te meer frustrerend omdat ik was getrouwd met iemand die de rollen zomaar op een zilveren schotel kreeg aangeboden. Ze kon elke rol krijgen die ze wilde, terwijl ik thuis naast de telefoon zat, en hoopte op om het even welke rol. Ik kan er nu wel om lachen, maar toen dacht ik echt dat mensen me met Mr. Ryan zouden aanspreken. Back on track geraken, was emotioneel en psychologisch des te moeilijker. Het was dus bijlange niet zo zorgeloos.

Was je geschokt toen je in alle dagbladen je vrouw tijdens de opnamen van ‘Proof of Life’ in de armen van Russell Crowe zag?

Quaid: Ik denk dat zoiets zien iedereen zou schokken. ( lacht) Maar we wisten toen al dat het gedaan was, nog voor de foto’s verschenen. Ik wil dus niemand met de vinger wijzen. Het deed me inzien dat ons huwelijk voorgoed voorbij was. We zijn nu nog steeds goede vrienden, en we hebben samen een zoon. Maar dat er ooit nog vonken tussen ons zullen overspringen en we weer samen zullen komen, zoals ze in de tabloids beweren… Ik heb geen idee waar ze dat halen. Het kwam zelfs zover dat er familieleden waren die me belden om te vragen of wij tweeën weer samen waren. Nu kan ik er- mee lachen. Enkele jaren geleden vond ik het echter vernederend. De kranten zaten er ook bijna altijd naast.

Wat hielp je door die periode?

Quaid: Mijn zoon. Ik wist dat hij op me rekende en ik wilde hem niet teleurstellen. Zelf had ik een enorm liefdevolle vader. Heel zijn leven stond in het teken ons te voeden, en ons te leren wat het betekende om een man te zijn. Dat was ik mijn kind dan toch schuldig.

Zijn er al tekenen dat je zoon ook films wil maken?

Quaid: Ja. Hij maakt zijn eigen films thuis. Action hero movies. Hij schrijft zijn eigen scripts en hij tekent stripverhalen. Op een dag vroeg ik hem of hij wel wist wat hij aan het doen was. ‘ You’re storyboarding‘, zei ik. Hij wist niet eens waarover ik het had. Maar ik zal hem nooit pushen. Als hij ooit dierenarts wil worden, mij om het even. Dat is toch wat ík wilde doen toen ik 15 was. Ik heb uiteindelijk toch voor dramaturgie gekozen. Daar waren veel meer meisjes. Way more girls in drama. ( lacht)

Waarom toneel en niet sport?

Quaid: Omdat in het middelbaar onderwijs de toneelklas de enige klas was die airconditioning had in de hele school. Het is veel te vochtig in Houston om American football te spelen. Het was puur een zaak van comfort. ( lacht) In Texas was het baseballteam eigenlijk een ritueel waar je door moest. Ik was echter te klein voor sport in het middelbaar. Ik kwam er ooit voor uit hoor, maar werd uitgelachen omdat ik te klein was. Ik was het ook beu om geslagen te worden. Daarom belandde ik uiteindelijk in de toneelklas.

Was het dan een droom om uiteindelijk baseball te kunnen spelen in ‘Any Given Sunday’ (1999) en ‘The Rookie’ (2002)?

Quaid: The Rookie was echt een droom die uitkwam voor mij. Ik bereikte een natuurlijk hoogtepunt wanneer ik de bal perfect wierp. Wanneer het echt goed zit, voelt het als boter. Het is een van de gemakkelijkste dingen ter wereld, als het lukt tenminste. Met golf is het net hetzelfde. Daarom houd ik ook zoveel van golf. Ik houd van het geluid wanneer je de bal raakt. Het is het mooiste geluid ter wereld.

Waar word je nog opgewonden van?

Quaid: Sex, money, and rock-‘n-roll. (lacht) Neen, serieus. Behalve films maken, word ik graag verliefd. Het gevoel verliefd te zijn, is onvergelijkbaar. Dat windt me erg op. De golfbal in één keer in de hole krijgen, is ook fantastisch. En met een straalvliegtuig vliegen… Voor een tijdje toch.

Had je nog één van die drie ervaringen onlangs?

Quaid: Ik had niet lang geleden nog een hole in one, en ik heb nog gevlogen. Een lange tijd geleden, sinds The Right Stuff, werd ik piloot. Ik heb mijn eigen straalvliegtuig. En verliefd worden… daaraan ben ik aan het werken.

Met iemand die we kennen?

Quaid: Ik denk het niet. Maar ik laat je alles weten van zodra alles in kannen en kruiken is.

Wat is de grootste leugen die ooit over jou werd geschreven?

Quaid: Tijdens het filmen van Far from Heaven stond ik ooit op het punt de New York Post te vervolgen. Ik ging ooit naar huis voor een weekend om mijn zoon te zien in Los Angeles, en bleef ook maandag en dinsdag. Toen ik terugkwam op woensdag, was er een artikel waarin stond dat ik de nacht in de New Yorkse bar Hogs and Heffers had doorgebracht, dat ik dronken was, en dat ik me aan het vermaken was met een aantal strippers of zoiets. Op dat moment was ik echter bij mijn zoon in LA, en bracht ik hem naar school. Zulke berichten schaden mijn professionele integriteit omdat ik afwezig zou zijn geweest zonder toestemming. Ik heb gedreigd hen te vervolgen zolang ze het bericht niet rechtzetten. Ik weet niet waarom ze zulke dingen durven drukken. Het voelt alsof ze zich om een of andere reden op je willen wreken als zoiets gebeurt. Vraag het maar aan Bill Clinton. ( lacht)

Vele mensen stonden ervan versteld dat je een homoseksuele man speelde in ‘Far from Heaven’, Todd Haynes’ hommage aan de melodrama’s van Douglas Sirk.

Quaid: Far from Heaven is zó eerlijk. Het vertelt levensecht wat er met die mensen gebeurt, en wat er door hen heen gaat. Ik heb nooit getwijfeld aan de rol van Frank. Nooit, omdat het zo’n fantastische rol was. Het was de rol die ik de laatste jaren zo hartstochtelijk heb gezocht. Het toonde dat ik meer kon spelen dan gewone actiehelden. De rol stond bovendien veel dichter bij mij dan je zou denken. Ik leefde zelf ook met een groot geheim, mijn cocaïneverslaving. Net zoals Frank probeerde ik niet te zijn wie ik was, en was het verschrikkelijk wanneer ik uit mijn rol viel. Maar, in tegenstelling tot mijn verslaving, is Franks homoseksualiteit natuurlijk geen ziekte, hoewel iedereen dat wel dacht in de jaren ’50, de tijd dat het verhaal zich afspeelt. Hun geheime leven brengt zulke pijn en schaamte. Het is des te tragischer omdat het ook gewoon om liefde gaat. Het probleem met vele mannen die even oud of ouder zijn als ik, is dat we in een andere tijd zijn opgevoed. Toen kon je nog niet gewoon kleur bekennen. Was je homoseksueel, dan trouwde je, deed je alsof je verliefd was op je vrouw, kreeg je kinderen, en leefde je een grote leugen. Godzijdank, vandaag, hoewel de wereld helemaal niet perfect is, worden veel kinderen, vooral in dit land, opgevoed met de gedachte iedereen te accepteren en te zijn zoals je bent. Mijn idee over homoseksualiteit is dat liefde liefde is. Je kunt er nu eenmaal niets aan doen als je je aangetrokken voelt tot iemand. Dat ik daarna niet genomineerd werd voor een oscar als Best Supporting Actor, vond ik niet verwonderlijk. De concurrentie was hard in dat jaar. Ik was gewoon blij dat ik gegroeid was als acteur, en een rol speelde die niemand van me had verwacht. Zelfs mijn beste vrienden hadden nooit verwacht dat ik ooit een andere man zou kussen op film.

Na ‘The Day after Tomorrow’ komt ‘The Alamo’ in de zalen. Voelde je geen trots tijdens het maken van die film, over een kleine groep Texaanse revolutionairen die weerstand bieden tegen een leger Mexicanen?

Quaid: Natuurlijk. Ik ben een Texaan, en mijn hele Texaanse trots kwam naar boven tijdens het draaien van The Alamo. De media maakte jammer genoeg weer heel wat heisa omtrent mezelf, Billy Bob Thornton en Jason Patric, over wie de rol van Davy Crockett zou spelen. That was bull. Ik speel Generaal Sam Houston. Aangezien mijn thuisstad naar hem is genoemd, was ik ook meer dan gelukkig om old Sam Houston te mogen spelen. Maar bovenal was het weer prettig om met regisseur John Lee Hancock te mogen samenwerken. We amuseerden ons zo erg tijdens het filmen van The Rookie, dat we niet langer konden wachten om opnieuw naar Texas af te zakken en The Alamo te maken. En hoewel ik John Wayne’s versie van The Alamo altijd zal bewonderen, is de versie van John Lee historisch veel preciezer. Het is een film vol actie en emotie. Het toont vooral ook waaruit helden zijn gemaakt. Ik denk dat we, zeker nu, zoveel helden nodig hebben als we kunnen vinden. Iedereen houdt van een held. © IFA Vertaling Bart Van Pottelberge

Door Earl Dittman

‘Toen ik uit het afkickcentrum kwam,

heb ik meer dan tien jaar gezocht

naar goede rollen.

Dan getrouwd zijn

met iemand als Meg Ryan,

die elke rol kon krijgen die ze wilde,

is behoorlijk frustrerend.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content