Net zoals de klikspaan uit zijn op feiten gebaseerde nieuwe film The Informant! deinst cineast Steven Soderbergh er niet voor terug om de interne keuken van Hollywood open te stellen. ‘Ik wist dat de zee vol haaien zat voor ik erin dook.’

Google de naam ‘Mark Whitacre’ en u zult versteld staan: deze voor de gemiddelde Belg nobele onbekende blijkt in de VS een levende legende. Hij is immers de hoogst geplaatste executive die uit de biecht klapte over de misstoestanden in zijn bedrijf Archer Daniels Midland. Addertje onder het gras? Na enkele jaren ontdekte de FBI dat de man het niet zo nauw nam met de waarheid én dat hij minstens 9 miljoen dollar had verduisterd.

Ideaal materiaal voor filmmaker Steven Soderbergh voor een licht bijtende komedie waarin hij alle betrokkenen in hun hemd zet. Of het nu gaat om de door Matt Damon – voorzien van snor, buik en pruik – vertolkte protagonist, diens liefhebbende echtgenote of het klungelende FBI-team. Voeg daar een doorgedreven seventieslook en een swingende score van The Sting-componist Marvin Hamlisch aan toe en je krijgt een soderberghiaanse stijloefening die het midden houdt tussen het vertier van Ocean’s Eleven en het gemaakte van The Good German.

Naar verluidt verschuilt de cineast – die met The Limey, Erin Brockovich en Traffic een van de indrukwekkendste hattricks uit de filmgeschiedenis op zijn naam heeft staan – zich tijdens interviews graag achter een masker van ironie. Soms zou hij zich zelfs als een arrogante betweter gedragen. De man blijkt echter de vriendelijkheid zelve.

Soderbergh verontschuldigt zich uitvoerig voor de afwezigheid van zijn hoofdacteur – ‘Matt moest en zou de eerste schooldag van zijn dochtertje bijwonen.’ – en vervloekt het protocollaire gedoe van de persjunkets – ‘Was dit gesprek niet veel leuker geweest tussen pot en pint?’ De onverbloemde wijze waarop hij praat over zijn manier van werken en het leven achter de schermen van Hollywood voelt ontzettend verfrissend in die wereld vol mooipraters en herkauwers.

Zelfs op een simpele vraag als ‘Waarom wilde u Whitacres verhaal vertellen?’ antwoordt de man begeesterd: ‘Het gaat om een ongelooflijk tragische figuur, die gaandeweg verdwaalt in het labyrint van zijn eigen leugens. Normaal moet een hoofdpersonage tegen externe krachten strijden, maar Whitacre is zijn eigen ‘bad guy’. Hij is zelf verantwoordelijk voor het moeras van problemen waarin hij wegzakt.’

Bedrijfsspionage, verduistering en klokkenluiden zijn niet bepaald de vrolijkste onderwerpen. Toch koos je voor een satirische invalshoek.

Steven Soderbergh: Als ik aan een project begin, blokkeer ik alle platgetreden paden. Hier betekende dat dat ik elke gelijkenis met The Insider en Erin Brockovich wilde vermijden. De klokkenluiderdrama’s die Michael Mann en ik rond de eeuwwisseling draaiden, waren serieus van toon. Plus: het leek me ondenkbaar dat de kijker Whitacres verhaal ernstig zou nemen. Hoe hij het FBI-team manipuleerde, is te gek voor woorden. Vandaar dat ik scenarist Scott Z. Burns de opdracht gaf om een humoristische weg in te slaan, en die kwam met het idee om Whitacres voice-over toe te voegen.

Die blijkt allerminst betrouwbaar.

Soderbergh: Dat vind ik er net zo fantastisch aan! Vaak gebruiken filmmakers voice-overs om verhaalelementen te linken of uit te leggen – het filmische equivalent van een blindengeleidehond. In The Informant! vergroot de voice-over enkel de verwarring. Hoewel hij een blik werpt in Whitacres hoofd, blijven diens beweegredenen een raadsel. Zelfs voor mij – en ik heb me toch in de materie verdiept – blijft de hele zaak ontzettend mysterieus.

Je films hebben steeds een uitgesproken visuele stijl. Met ‘The Good German’ greep je terug naar de klassieke zwart-witfotografie van de jaren 40 en ‘The Informant!’ gaf je een afstandelijke seventieslook. Hoe bepaal je die look?

Soderbergh: Dat hangt van het project af. Soms dicteert het onderwerp de stijl, soms bepaal ik het uitzicht en heel af en toe ga ik improvisatorisch te werk. Bij The Informant! wilde ik dat niets de aandacht van de acteerprestaties zou afleiden. Blitse camerabewegingen en flashy cuts waren uit den boze. En nadat we de research rond de locaties en de kledij hadden afgerond, besloot ik om zo weinig mogelijk close-ups te gebruiken. Zo wordt Whitacre te allen tijde door anderen omringd. Pas als de FBI-agenten hem ontmaskeren, laat ik de camera inzoomen en wordt hij getoond als de loner die hij is.

Je tweeluik rond Che Guevara werd lauw onthaald. Oefenden de studiobonzen nadien druk op je uit om weer lichtvoetiger materiaal genre de ‘Ocean’s’-reeks te maken?

Soderbergh: Absoluut niet. Je moet weten dat het script van The Informant! al in 2001 klaar was. De schrijversstaking begin vorig jaar zorgde ervoor dat de studio’s alle afgewerkte scenario’s plots heel aantrekkelijk vonden, en zo raakte de productie in een stroomversnelling. Bovendien hebben we de prent voor 21 miljoen dollar gedraaid. Zo’n laag budget heeft zijn voor- en nadelen. Enerzijds was het aantal draaidagen beperkt, anderzijds bemoeiden de studiobonzen zich niet met het eindresultaat.

In ‘The Informant!’ schets je een vrij negatief beeld van de bedrijfswereld. De film wordt echter gefinancierd door Warner Bros, een onderdeel van het gigantische entertainmentconglomeraat Time Warner Inc.

Soderbergh: Ik zou het onschuldige schaap kunnen uithangen en zeggen dat alle multinationals door- en doorslecht zijn. Dat is echter flauwekul. Winstbejag, corruptie en kapitalisme zijn uitvergrotingen van menselijke trekjes als ambitie en competitiviteit. Vroeger moesten we jagen om te overleven, nu gaan we op andere manieren met onze instincten om. Volgens mij is er geen verschil tussen het gedrag van de werkgevers en -nemers van een ziekenhuis en dat van hun tegenhangers in grote bedrijven. Je kunt het menselijke ego niet uitschakelen:wij willen altijd meer.

Toch blijkt uit veel van je films dat je niet hoog oploopt met de zakenwereld.

Soderbergh: Dat heeft meer met schaal dan met ideologie te maken. Als je duizenden mensen tewerkstelt, is dehumanisering onvermijdbaar. Kijk naar een school: als een leerkracht een kleine groep leerlingen moet onderwijzen, levert dat betere resultaten op dan met een grotere groep. Dat spreekt vanzelf.

Zelf lijk je aan te geven dat een samenwerking met een kleiner productiehuis meer voldoening zou geven. Waarom ga je dan toch keer op keer met Warner in zee?

Soderbergh: Doordat ik al zo vaak met Warner heb samen-gewerkt, hebben we een gezonde verstandhouding opgebouwd. Zolang mijn budgetten de pan niet uitswingen, kan ik dingen doen die geen enkele andere grote Hollywood-studio zou goedkeuren. Hoewel mijn moeilijkere projecten niet heel veel geld opbrengen, hebben ze de studio nog nooit geld gekost. Bovendien waarderen de bazen het ten zeerste dat ik mijn projecten steeds persoonlijk tijdens hun meetings kom voorstellen . Andere regisseurs sturen hun managers, agenten of advocaten naar zulke vergaderingen, ik ga zelf. Ik haat al die Hollywoodbullshit. De Tinseltown-bureaucratie kan verstikkend, zelfs averechts werken.

Dat bleek onlangs nog eens toen je baseballprent ‘Moneyball’ vier dagen voor de opnames werd afgeblazen.

Soderbergh: Ik had de bui al zien hangen: baseballfilms brengen alleen in de VS geld op en te veel pipo’s bemoeiden zich met het project. Toch gaf ik de moed niet op. Ik organiseerde dus een bespreking met de zes mensen die voor het project onmisbaar waren, onder wie de baas van Sony Pictures en hoofdacteur Brad Pitt. Die meeting bespaarde ons een maand aan voorbereidende gesprekken. Iedereen stond versteld over de efficiëntie van zo’n simpel gesprek. Uiteindelijk deed de economische crisis de studio terugkrabbelen.

Zelfs een gereputeerde regisseur als jij ondervindt dus hinder van de crisis.

Soderbergh: Iedereen – grote én kleine vissen – krijgt klappen. De ‘majors’ zien de waarde van hun aandelen krimpen, de ‘minors’ zien hun investeerders terugdeinzen. Daardoor zullen er in de nabije toekomst minder films geproduceerd worden en neemt men minder risico’s . Sequels, prequels, remakes en adaptaties van succesvolle comics en speeltjes zullen het groene licht krijgen, terwijl men originele ideeën zal weren. Denk nu niet dat ik zit te klagen: ik wist dat de zee vol haaien zat toen ik er indook. (Lacht)

Hoog tijd dus om aan ‘Ocean’s 14′ te beginnen?

Soderbergh: Daar heb ik echt geen zin in. Iedereen beseft dat we die franchise tot de laatste druppel hebben leeggemolken. Ik ben wel naarstig op zoek naar materiaal om een of meerdere blockbusters uit te putten.

Op naar de dichtstbijzijnde comicwinkel dan maar.

Soderbergh: Stripfiguren kunnen me gestolen worden, helaas. Als kind was ik al niet geïnteresseerd in fantasy- of sciencefiction, laat staan als volwassen man. Telkens als ik met een superheld geconfronteerd word, komen de onnozelste vragen in me op. Waarom heeft hij zo’n belachelijk kostuum aan? Hoeveel stuks hangen er in zijn kast? En: laat hij ze dikwijls wassen?

The Informant Vanaf 18/11 in de bioscoop.

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content