Zijn naam zegt u wellicht niets, maar Yasojiro Ozu, die honderd jaar geleden werd geboren, is nog steeds de invloedrijkste Japanse filmmaker ooit. Een introductie.

Het Filmmuseum van Brussel toont in december 22 films van Yasojiro Ozu, dat van Antwerpen negen. Info: tel. 02 507 83 70 en tel. 03 233 85 71 www.dma.be/cvb/filmmuseum

Hoezo? De invloedrijkste en toch een van de minst bekende? De op 12 december 1903 geboren Ozu wordt traditiegetrouw in de top 3 van de Japanse filmmeesters geplaatst, samen met Kenzo Mizoguchi en Akira Kurosawa. Hij wordt ook beschouwd als ‘de meest Japanse der Japanse regisseurs’, vooral omdat zijn films bijna maniakaal één focus hadden: de familie, als kern van de Japanse samenleving, die door het moderne leven onder druk kwam te staan – zelf bleef Ozu zijn hele leven lang bij zijn moeder wonen. In eigen land werd hij door latere, ‘progressieve’ filmmakers – zelfs door zijn discipel Shohei Imamura – dan ook foutief afgedaan als een conservatief. Ozu stak zijn liefde voor Amerikaanse cinema, bijvoorbeeld voor de meester van de lichte komedie, Ernst Lubitsch, echter niet weg: hij begon zijn carrière met stille komedies en brak door met een komisch drama over kinderen, I Was Born, But… uit 1932.

Japans, al te Japans. De internationale respons bleef lang uit, want hoeveel Japanse oscars – de zogenaamde Kinema Junpo’s voor beste film – Ozu ook had gewonnen, zijn werk werd tijdens zijn leven niet door westerse distributeurs verdeeld omdat men dacht dat het ’te Japans’ was. In Parijs was zijn testament An Autumn Afternoon uit 1962 pas de eerste film die een commerciële release kreeg, enkele maanden voor zijn dood (alsof hij ook zijn heengaan tot op de millimeter wist te beheersen, stierf Ozu op 12 december 1963, exact 60 jaar na zijn geboorte). In de VS was het het eerste New York Film Festival dat in 1963 zijn testament toonde, de lont die een Ozu- boom in de jaren zestig en zeventig aanstak.

Rotjong. Ozu was als tiener een rebelse vechtjas die zwaar dronk. Hij leek het vaderlijk gezag te missen en ging liever naar een historisch filmspektakel als The Prisoner of Zenda kijken dan examens te doen. Op volwassen leeftijd werd hij ergens te lande hulponderwijzer, een excuus om met vrienden ver van zijn familie drinknachten te organiseren en schulden op te stapelen. Toen hij via een oom als assistent-regisseur aan de slag kon bij Teihiro Tsutsumi, baas van het legendarische filmhuis Shochiku, was hij bepaald tevreden om dagenlang met een loodzware camera op de schouder rond te sjouwen: ‘De waarheid is dat ik helemaal geen regisseur wou worden. Als assistent kon ik zoveel drinken als ik wilde en mijn tijd doden met kletsen. Als regisseur moest ik de hele nacht werken. Maar mijn vrienden zeiden dat ik het moest proberen.’

Tatami. En Ozu deed meer dan proberen. 54 films heeft hij gemaakt, waarvan er 33 nog bestaan. De eerste film die van hem bewaard is gebleven, is Days of Youth uit 1929, toch al de achtste die hij had geregisseerd. Het meest markant aan zijn werk is zijn stijl: hoewel beïnvloed door Amerikaanse cinema, zwoer hij vanaf de jaren veertig alle Hollywoodregels af. Camerabewegingen zwoer hij af en in plaats van de shot-en-tegenshot-methode liet hij zijn acteurs recht in de lens spreken. Bovendien was het camerastandpunt consequent laag, de positie die je innam als je in een Japans huis op de tatami thee dronk of mediteerde. Naast titels waarin ‘Tokyo’ vaak opdook ( An Inn in Tokyo, Tokyo Story, Twilight in Tokyo), had Ozu ook iets met seizoenen: Late Spring uit 1949 werd het model voor variaties als Early Summer, Late Autumn, en An Autumn Afternoon.

Vandaag? Regisseurs als Bresson en Antonioni waren in de jaren zestig toen ze Ozu ontdekten, verrukt over zijn stijl en Wim Wenders zei in zijn hommage Tokyo-Ga uit 1985: ‘Als er heilige objecten zijn in ons tijdperk, als er al een heilige schat van film bestaat, dan moet dat voor mij het werk van Ozu zijn.’ Paul Schrader blijft een van de grootste Ozu-fanaten op deze planeet: in de jaren tachtig had zijn wagen zelfs OZU als nummerplaat. Ozu is inderdaad springlevend en als erfgenamen worden Claire Denis, Jim Jarmusch, Abbas Kiarostami, Aki Kaurismaki en Hou Hsiao-Hsien vaak vernoemd.

Ozu off- en online. Nog steeds dé bron van alle Ozu-studie is Donald Richies boek Ozu uit 1974. Elektronisch is www.ozuyasujiro.com – sinds 1998 actief – een uitstekende, niet-commerciële bron.

Door Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content