In ‘Eternal Sunshine of the Spotless Mind’ Toonde videocliptovenaar Michel Gondry dat zijn magie niet uitgewerkt is na drie minuten. Met ‘The Science of Sleep’ waagt de Fransman zich opnieuw aan een langspeelfilm, waarin hij opnieuw in het labyrint van de menselijke hersenen verdwaalt. Alleen duikt hij dit keer niet in andermans, maar in zijn eigen schedel.

Peuter van 43

Michel Gondry kijkt in Hollywood nog altijd met de grote ogen van een peuter om zich heen. Ergens is hij dat ook nog: hij beschikt over de fantasie van een klein kind. The Science of Sleep, zijn eerste film als regisseur én scenarist, gaat niet toevallig over een man die geen onderscheid kan maken tussen de echte wereld en zijn droomwereld. Gondry: ‘Fantastisch, toch?!’ We kunnen het alleen maar beamen, want hij plukt al 43 jaar de vruchten van dat recept. Zijn prettig gestoorde videoclips en grensverleggende commercials – het bullet time-procedé uit The Matrix zat jaren voordien al in een van zijn reclamefilmpjes voor Smirnoff – zijn oneindig inventief en fantasierijk. Alleen met zijn eerste langspeelfilm, het stomvervelende Human Nature, liep het mis: ‘Ik had op voorhand de hele film in storyboardvorm gegoten, zodat er zeker niets fout zou lopen. Dat gebeurde uiteindelijk ook niet, maar die storyboards hebben mijn creativiteit wel flink beknot.

Vandaag gebruik ik mijn tekeningen alleen nog als referentie.’

Nostalgicus

De films van Michel Gondry worden steeds gekenmerkt door hun nostalgische ondertoon. In Human Nature verlangt de aapmens Rhys Ifans terug naar zijn tijd in het woud, in Eternal Sunshine of the Spotless Mind probeert Jim Carrey – Gondry spreekt het nog steeds ‘Sjiem Carré’ uit – tevergeefs zijn herinneringen aan Kate Winslet uit zijn (onder)bewustzijn te wissen. En in The Science of Sleep blikt de regisseur zélf terug op zijn jeugd.

‘Het hoofdpersonage is voor vijftig procent mezelf’, zegt Gondry. ‘De andere vijftig procent heb ik Gael García Bernal laten invullen.’ Ook netjes onderling verdeeld over het verleden en de droomwereld van de Fransman.

De dromen en nachtmerries van Gondry vinden door de band plaats op locaties waar hij de eerste helft van zijn leven doorbracht. Zo ligt het appartement waarin Bernal zijn intrek neemt daadwerkelijk in de building waar de filmmaker woonde toen hij klein was. Het kantoor waar de Mexicaanse acteur in de film aan de slag gaat – hij ontwerpt kalenders, net als de jonge Gondry – is dan weer een exacte kopie van de ruimte waar de regisseur jarenlang zijn broek versleet. ‘Op een avond bleef ik eens alleen op de set achter en zette ik me achter mijn oude bureau. Het was alsof ik twintig jaar terugging in de tijd. Geen onprettig gevoel, maar het deed wel raar.’

Ook de kalender waarmee Bernal in de film komt aanzetten, is deels geïnspireerd op het vroegere werk van Gondry – het is een bizar, bijna puberaal onding dat de meest memorabele rampen uit de geschiedenis rangschikt per maand. ‘Ik weet het: het lijkt nogal kinderachtig. Maar dat soort adolescente humor moest ik eerst uit mijn systeem krijgen voor ik aan het serieuze werk kon beginnen.’ Is hij dan niet altijd naïef en onbezonnen gebleven? ‘Absoluut. Anders zat er nu al lang sleet op wat ik doe. Mijn werk is voor mij een grote speeltuin; een wetenschapsdoos waar ik nog elke dag urenlang plezier aan beleef.’

Dat is er ook nog altijd aan te zien: bij elke clip of commercial vraag je je af hoe hij het in godsnaam voor elkaar heeft gekregen. ‘Gewoon, door nieuwsgierig te zijn. Het enige verschil met vroeger is dat ik het nu alleen voor mezelf doe. Vroeger zag ik het ook als een handige manier om meisjes te versieren, zoals Gael in de film Charlotte (Gainsbourg) voor zich probeert te winnen met zijn maffe uitvindingen.’

Clipkoning

In het begin van The Science of Sleep geeft Gael García Bernal, in onvervalste Piet Huysentruytstijl, het recept voor dromen mee: een snuifje relaties, een paar slierten spaghetti, wat jeugdherinneringen en een deciliter vinylsingles. Vooral dat laatste is niet onbelangrijk als je Michel Gondry heet en je leven begon als drummer bij de Franse avant-garde punkband Oui Oui. Een twintigtal videoclips voor zijn eigen band (en Franse cultgroepen als Les Négresses Vertes en IAM) later zat Gondry op de boot naar Londen om er de groten der aarde aan zijn degen te rijgen en uit te groeien tot een van de belangrijkste beeldenstormers van de afgelopen vijftien jaar. Of om het in de woorden van Joseph Kahn, zelf bekend van onder meer Without Me (Eminem) en We Are All Made of Stars (Moby), te zeggen: ‘Gondry does it first and best. Always.’

Foute-filmfreak

Op Gael García Bernal en enkele deuntjes van de White Stripes na, is The Science of Sleep een op en top Franse film. ‘Gael had ik nodig om het verhaal van een jongen in een vreemd land te kunnen vertellen – iemand die de taal niet machtig is en er feitelijk maar noodgedwongen rondhangt. Zo voelde ik me de afgelopen jaren in de Verenigde Staten, waar ik mijn vorige films en ook de meeste van mijn clips en commercials heb gedraaid. Uit noodzaak dus, omdat ik in Frankrijk niet de middelen had om die dingen te maken.’

Niet dat Gondry geen films meer wil maken in de VS. Op dit moment werkt hij er aan een komedie waarin Jack Black gemagnetiseerd wordt en zonder het zelf te beseffen alle tapes wist in de videotheek waar hij werkt. Black neemt de taak op zich om ze allemaal te vervangen door zijn eigen versies van de films. ‘ Back To the Future, Robocop, het zijn allemaal dingen die ik zelf had willen maken. Alleen stellen de studio’s me voorlopig enkel doorslagjes van The Matrix voor, en daar heb ik absoluut geen zin in.’

Zijn lijstje favoriete films wijkt sterk af van wat je van een Frans wonderkind zou verwachten. ‘Ik heb zelfs een probleem met de Nouvelle Vague, al vind ik Jean-Luc Godard wel een briljante cineast. Maar ik heb het niet voor dat drammerige van de Nouvelle Vague: ‘Wij, de Nieuwe Generatie, gaan eens laten zien hoe het moet.’ Dan liever Roman Polanski of Alain Resnais. Die doen gewoon hun ding, zonder dat ze daar een beweging of de hulp van anderen voor nodig hebben gehad. Het maakt hun werk persoonlijker en oprechter dan om het even wat de Nouvelle Vague heeft voortgebracht.’

Een nog grotere verrassing is dat Gondry een vurige fan is van Louis de Funès. ‘Ik ben opgegroeid met Franse kaskrakers uit de jaren 60 en 70: Miou-Miou, Louis de Funès, dat waren mijn idolen. Het personage van Alain Chabat in The Science of Sleep verwijst daar ook naar; een zelfingenomen macho, zoals er ook verschillende van rondliepen in komedies als Les Valseuses (Bertrand Blier) en Charlie et ses deux nénettes (Joël Seria).’ En als het over dromen gaat? ‘Al zeker geen Jean Cocteau bijvoorbeeld. Die zette de poëzie van zijn werk te veel in de etalage, zodat het altijd behoorlijk geforceerd overkwam. Ik hou meer van de directe aanpak van Buñuel – de realiteit, maar dan anders.’

‘THE SCIENCE OF SLEEP’ Vanaf 4/10 in de bioscoop

Door Ben Van Alboom

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content