DE BESTE BAND OOIT (*)

Verguisd en beschimpt zijn ze, de Queenfans van het eerste uur, gedoemd tot een leven in de marge van de muziekliefhebberij. Nu Queen in Londen geëerd wordt met de overzichtstentoonstelling Stormtroopers in Stilettos ziet één ervan zijn kans schoon om hard terug te slaan. Met facts and figures, én met recht uit het hart gerukte getuigenissen over ‘Het Leven Zoals Het Is: Queenfan’.

(*) Volgens de grootste Queenfan ooit.

Laten we meteen met de hele voorgevel van dit verhaal in huis vallen: Queen is, sinds het in 1974 vriend en vijand verbaasde met de hitsingle Killer Queen, de beste rockgroep ter wereld. En de kans dat er ooit een troonopvolger komt, is miniem, om niet te zeggen: onbestaande.

U fronst de wenkbrauwen, u kucht verlegen, u lacht ongemakkelijk? Enkele harde cijfers volstaan om u voorgoed van die vervelende trekjes te verlossen.

Bekentenis 1: ‘In 1976 sloeg ik een klasgenoot met één welgemikte mep een blauw oog. De reden: hij treiterde me met het feit dat ‘Somebody to love’ op twee was blijven steken in de BRT Top 30. Ik kreeg een joekel van een nota in mijn agenda, maar mijn ouders, zelf grote Queenfans, begrepen me volledig.’

Queen heeft tot nog toe wereldwijd 300 miljoen albums verkocht. Dat zijn er evenveel als Led Zeppelin. Enkel The Beatles en Abba doen beter.

Queens’ Greatest Hits 1 is met 5,7 miljoen exemplaren het best verkochte album in Engeland. Ooit. Meer dan om het even welk album van The Beatles. Meer dan U2, Pink Floyd of Oasis. En meer dan modeverschijnselen als Justin Bieber of Lady Gaga. Ter illustratie, en om alles een beetje in het juiste perspectief te plaatsen: in Vlaanderen worden flessen schuimwijn ontkurkt wanneer Hooverphonic tienduizend exemplaren van zijn jongste lounge-cd verkoopt.

U buigt al deemoedig het hoofd? Fijn zo, maar we gaan toch nog even door. Queen scoorde in 1975 een eerste wereldhit met Bohemian Rhapsody: de song stond negen weken onafgebroken op één in de Europese hitlijsten, en de clip ging de geschiedenis in als een van de eerste echte videoclips ooit.

Begin jaren 80 toerde de band als eerste rockgroep in Zuid-Amerika, tot dan toe onontgonnen terrein voor Europese bands. Ze trokken meteen overvolle stadions.

En oh ja, Freddie Mercury werd in 2009 door de lezers van het gezaghebbende tijdschrift Classic Rock tot ‘Greatest Rocksinger Of All Time’ verkozen.

Greatest!

Of All Time!

Terecht, uiteraard.

Kunt u trouwens een groep opnoemen waarvan elk lid minstens één nummeréénhit geschreven heeft? Vergeet The Beatles – tenzij u ervan overtuigd bent dat in Ringo Starrs Octopus’s Garden een supersong verborgen zit natuurlijk, maar dan adviseren we u hier en nu om niet verder te lezen. Bij Queen leverde iederéén netjes een of meerdere wereldhits af. Radio Gaga, A Kind of Magic: signé Roger Taylor. We Will Rock You: Brian May. Another One Bites the Dust, I Want to Break Free: John Deacon. Bohemian Rhapsody en alle andere hits: Freddie Mercury.

Een indrukwekkend palmares, inderdaad.

Blijft de vraag waarom nu precies Queen het meest succesvolle Britse muzikale exportproduct van de jaren 70 en 80 is geworden. En waarom de groep desondanks continu verguisd werd, tot op de dag van vandaag. Onterecht verguisd, dat spreekt voor zich, want geen Mika zonder Freddie, geen Lady Gaga zonder Queen. En ook geen Robbie Williams, Franz Ferdinand, Muse, Guns N’ Roses, Green Day, Metallica, Iron Maiden, Marilyn Manson en George Michael. To name but a few.

Bekentenis 2: ‘Om mijn borsthaar versneld te laten groeien, naar het voorbeeld van Freddie, schoor ik elke zaterdag verwoed mijn twaalfjarige torso met het scheerapparaat van mijn vader. Fan of niet, pa was not amused.’

Terug naar het begin van de jaren 70. Farrokh ‘Freddie’ Bulsara heeft net zijn zoveelste gelegenheidsbandje zien ontploffen wanneer Tim Staffell, een vriend van op de kunstschool, hem uitnodigt voor een concert van Smile, de band die hij als zanger en bassist runt met drummer Roger Taylor en gitarist Brian May. Het klikt quasi meteen. Als Staffel kort nadien Smile voor een andere band inruilt, stelt de uit Zanzibar ingeweken en extreem verlegen Bulsara zichzelf als nieuwe zanger voor. Taylor en May happen toe, John Deacon vervangt Staffell op bas, Smile wordt Queen en Farrokh Bulsara wordt Freddie Mercury.

Drie jaar lang doorploegt de band het lokale clubcircuit terwijl ze vergeefs hun demo aan grote en kleine labels trachten te slijten. In 1973 hapt EMI dan toch toe en mag Queen in de Engelse Trident Studio’s zijn debuut opnemen. Het gemakshalve naar de band genoemde album flopt grandioos, maar het jaar daarop scoren ze met een bewerking van slotsong Seven Seas of Rhye op Queen II wel een eerste toptienhit in Engeland.

Queen herbergt niet alleen muzikaal talent, maar ook technisch vernuft: gitarist Brian May bouwde eind jaren 60 met behulp van zijn vader eigenhandig een geheel eigen gitaar, de ‘Red Special’. De groep heeft er zijn specifieke geluid aan te danken. Daarnaast vermijdt ze bewust de in die tijd heersende muzikale clichés. Voor hen geen ellenlange epische drama’s waarin ridders en draken de hoofdrol spelen (Yes’ Rick Wakeman, iemand?), en al helemaal geen potsierlijke glamrockoutfits waarmee David Bowies alter ego Ziggy Stardust zich op dat moment pijnlijk belachelijk maakt. Neen, Queen gaat liever in zee met de relatief onbekende producer Roy Thomas Baker, laat zich door Zandra Rhodes stylen ( ‘Designer of the year’ in 1972) en neemt Mick Rock onder de arm (de huisfotograaf van onder meer Bowie en Lou Reed). Het eerste hoogtepunt komt er in 1975 met het album A Night at the Opera, dat de band de omschrijving ‘aristocraten van de hardrock’ oplevert. De combinatie van rocksongs, varieté, jazzpastiches en ballads werkt, en het gestoei met rock en opera in Bohemian Rhapsody levert Freddie Mercury op 29-jarige leeftijd een eerste wereldhit op. Elke latere poging om dit meesterwerk te evenaren, loopt steevast op een sisser af. Denk maar aan Bono en Hij-Met-De-Eeuwige-Skimuts-Op die sinds hun protserige duet met Luciano Pavarotti nog steeds op straat uitgelachen worden.

Bekentenis 3: ‘Ik geef het toe, ook Queen heeft een of twee stinkers op plaat uitgebracht. Maar dat zijn er nog altijd veel minder dan pakweg U2.’

Queen scoort vanaf dan jaarlijks een internationale hit. Dat werkt duidelijk op de zenuwen van de ernstige rockpers, die de groep zorgzaam koestert als ‘ the band you love to hate‘. Want Queen is, klinkt en ziet er anders uit dan het gros van de groepjes die in de jaren 70 de hitlijsten bevolken. Met hun originele imago, vlijmscherpe songs en tongue-in-cheekgevoel voor humor geven ze bands als Slade, Status Quo en Genesis het nakijken. Desondanks blijft Queen voor de doorsneemuziekjournalist een excentrieke rockband met een bombastisch geluid. Het alternatieve machomuziekclubje The Clash is duidelijk makkelijker te doorgronden.

De pennen worden geslepen en vooral Freddie Mercury moet het ontgelden. Niet dat het hem of de overige groepsleden iets kan schelen. Op het moment dat de Sex Pistols (eigenlijk een marketingstunt avant la lettre, een beetje zoals The Spice Girls, maar dan met lelijke venten) de lokale parochiezalen bestormt, zet Queen in 1977 de kroon op het werk met We Are the Champions. Een treffende titel, zowel voor de band als voor zijn fans. Want terwijl talloze punkgroepjes – wekelijks ontdekt en bewierookt door het journaille van NME of Humo – sneller dan hun schaduw verdwijnen omdat ze nu eenmaal sneller van bezetting dan van onderbroek wisselen, blijft Queen een eigenzinnige koers varen. Een videoclip maken voor Bicycle Race waarin vijfenzestig rondborsti-ge naaktmodellen toertjes draaien op een fiets? Check! De soundtrack componeren voor de cult-sf-film Flash Gordon? Check! De sitcom Coronation Street parodiëren in de videoclip voor I Want to Break Free? No prob! We zien Tom Barman niet onmiddellijk in een nieuwe dEUS-clip figureren als Simonneke uit Thuis – niet dat iemand daar overigens om vraagt, Tom!

De Amerikaanse MTV weigert tot 1991 om I Want to Break Free uit te zenden wegens ’te aanstootgevend’. Queen vertikt het evenwel om een nieuwe versie van de clip op te nemen, ook al nekken ze daarmee halverwege de jaren 80 hun Amerikaanse carrière. Die onverzettelijke houding typeert de groep. Toen EMI tien jaar eerder twijfelde aan het hitpotentieel van Bohemian Rhapsody omdat de song dubbel zo lang is als een doorsneeradiohit, gaf Freddie Mercury simpelweg een kopie aan een bevriende radio-dj die de zes minuten durende versie zo lang en zo vaak de ether in gooide tot andere radiozenders ze oppikten. Kortom: het zijn altijd de bandleden geweest die over het imago van de groep beslisten, niet een platenmaatschappij of een zelfverklaarde manager als Malcolm MacLaren.

Terwijl U2 erin slaagt om sinds 1980 de wereld geregeld met muzikale doorslagjes van hun debuutalbum Boy te vervelen, vindt Queen zichzelf wel keer op keer opnieuw uit. Vergelijk A Night at the Opera uit 1975 maar eens met het vijf jaar later uitgebrachte The Game. Weg zijn de progrockinvloeden en de operaverwijzingen. Weg zijn ook de balletpakjes. Ook al heeft Another One Bites the Dust uit The Game weinig of niets van doen met Bohemian Rhapsody, het nummer zet wel de doorbraak in de Verenigde Staten in. Meer zelfs: het voert een maand lang de Amerikaanse charts aan. Het daaropvolgende album Hot Space, waarop Queen resoluut voor funk en soul kiest, is helaas een stap te ver. Omdat de fans van het eerste uur massaal afhaken, grijpt Queen twee jaar later op The Works noodgedwongen terug naar de iets meer vertrouwde formule. Ook daarin onderscheidt de Beste Rockgroep Ter Wereld zich van de rest: ze gunt zichzelf slechts één misstap.

Bekentenis 4: ‘In 1981 imiteerde ik op een schoolfeest Freddie Mercury. Ik versierde met mijn performance het mooiste meisje van de school. Het mirakel duurde exact vier dagen. Het was een jaar wachten op het volgende schoolfeest.’

Tussen het studiowerk door toert Queen onophoudelijk de wereld rond: van 1973 tot 1986 spelen ze maar liefst zevenhonderd concerten. De livereputatie wordt samen met de spraakmakende clips en de aanstekelijke songs een volwaardig onderdeel van het handelsmerk van de band. Twijfelaars worden tijdens concerten van hun sokken geblazen door Freddie Mercury. ‘ You have to deafen, dumb and blind them from the beginning‘, vat drummer Roger Taylor de aanpak samen. En dat weet frontman Freddie Mercury als geen ander waar te maken. Eerlijk: u gaat toch ook liever naar een concert waar de adrenaline van af spat dan naar een optreden waarop een of an-dere malloot met een lodderoog onbestemd voor de microfoon staat te wiegen? Dit gezegd zijnde: Thom Yorke leerde op zevenjarige leeftijd gitaar spelen omdat hij ‘Brian May wilde worden’.

Nu beweer ik niet dat Queen ook nog eens aan de wieg staat van de grunge in Seattle. Maar toch. Op 13 juli 1985 kijkt een piepjonge Dave Grohl met wat punkvriendjes naar de rechtstreekse uitzending van Live Aid. Uit verveling. En: ‘Om wat te lachen.’ Tot Queen aantreedt en naast het volledige Wembley Stadium ook de twee miljard aan de buis gekluisterde mensen met verstomming slaat. De internationale muziekpers hapt naar adem. Tot hun grote verbazing zijn het niet de talloze, intussen al vergeten hypebandjes die de show stelen, noch de Led Zeppelins van deze wereld, die godbetert met Phil Collins achter de drums volledig de mist in gaan. Queen heeft nauwelijks twintig minuten nodig om zijn stempel op het evenement te drukken – ‘ twenty minutes that changed music‘, aldus de Britse pers. Twintig minuten ook die het leven van de toen zestienjarige Dave Grohl overhoopgooien: eerst als drummer van Nirvana en later als frontman van Foo Fighters out hij zich ongegeneerd als onverbiddelijk Queenfan.

Doorheen hun twintigjarige carrière begrijpt Queen perfect dat rockmuziek niets meer en niets minder dan pretentieloos entertainment hoeft te zijn. Freddie Mercury wil niet per se de wereld verbeteren of een politiek statement maken. Daar dienen journalisten voor. Het zijn hun tomeloze ambitie en hun non-conformistische, provocerende houding die van Queen de grootste groep uit de rockgeschiedenis maken – een combinatie van talent, humor en visueel spektakel. Of zoals Freddie Mercury ooit in een van zijn weinige interviews stelde: ‘ We have nothing to say, but we say it so well.

Bekentenis 5: ‘Ik had pas eind jaren 80 door dat Freddie Mercury homo was. Tot dan vond ik zijn podiumoutfits gewoon origineel. En dat hij soms net hetzelfde leren pak aan had als die ene uit Village People, met eenzelfde pet en dito snor, vond ik hoogstens grappig. Het nieuwe inzicht veranderde niets aan mijn overtuiging.’

Op acht september 1986 geeft Queen, zonder dat iemand het op dat moment maar vermoedt, zijn laatste concert in het Engelse Knebworth voor 120.000 fans. Freddie Mercury, toen al hiv-positief, trekt zich kort daarna terug uit het openbare leven en overlijdt vijf jaar later, op 24 november 1991, aan de gevolgen van aids. Nadat een hele reeks internationale artiesten zich als Queenfan out, volgt een langzame rehabilitatie in de media.

Dat was niets te vroeg.

En ze gaat nog veel te langzaam.

STORMTROOPERS IN STILETTOS: QUEEN, THE EARLY YEARS

Nog tot 12/3 in Old Truman Brewery, Londen.De tentoonstelling zal doorreizen naar verschillende grote Europese steden.Info: www.stormtroopersinstilettos.com

Win de re-issues van de eerste vijf Queenalbums. Zie pagina 6. TRAKTEERT OP

KNACKFOCUS .BE

DOOR FRANCIS WEYNS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content